In 1773 voert de Staten-Generaal een nieuwe psalmberijming in. Men wil ook anders zingen: niet alleen met lange hele noten, maar ritmischer, met ook korte noten. In Vlaardingen en Maassluis ontstaat hierover grote onrust. In Maassluis valt er zelfs een dode. Hoe is die zangtwist in Vlaardingen verlopen?
Er zijn voor- en tegenstanders. Het kerkbestuur geeft voorzanger Anthony Buyteweg (schoolmeester aan de parochiale school, kalligraaf en wiskundige) en Hendrik van Keulen (stadsschoolmeester) opdracht de nieuwe methode te bestuderen. Van Keulen gaat er enthousiast mee aan de slag en oefent met een aantal gemeenteleden in de Stadsschool. Buyteweg, een vurig ‘lange’ zanger met een ‘klinkende orgelkeel’, weigert. Tijdens de kerkdiensten proberen de twee partijen elkaar te overstemmen. Omdat een orgel in die tijd in de kerk ontbreekt, is de rol van de voorzanger van wezenlijk belang. Op 10 december 1775 draagt de predikant, zelf aanhanger van de ‘korte’ zang, Buyteweg op te zwijgen, maar die gaat door. Er ontstaat een knokpartij. De dominee wordt ernstig bedreigd en diverse gemeenteleden zien zich genoodzaakt via de ramen het strijdtoneel te verlaten.
De Vlaardingse dichter Jacob van Dijk, een fan van Buyteweg, beschrijft de chaos als volgt in één van de coupletten uit zijn tweeduizendregelige gedicht over het Zangverschil:
"De vredetempel scheen een woedent Campement,
Daar twee partijen met elkander zouden vegten.
En hunne krijgstrofeen, aan Gods kolommen hegten;
De zangkunst wiert een soort van oorlogsoefening,
Terwyl het heilzaam nut geheel verloren ging."
De kwestie blijft nog enkele jaren dooretteren en slaat zelfs over naar de rooms-katholieke gemeente en de Remonstrantse Kerk.
Er komt een einde aan het geschil door het overlijden op 24 april 1778 van één van aanstichters, de plaatsvervangend baljuw, tevens burgemeester Nicolaas van der Werff. Hij was faliekant tegenstander van de nieuwe zangmethode en wordt beschouwd als de kwade genius achter de twist.