Nieuwe tijd - Zestiende eeuw

Ondanks het vele werk dat in de afgelopen eeuwen aan de waterbeheersing van Holland is besteed, valt het gebied nog regelmatig ten prooi aan grote overstromingen. De stormvloeden van 1552, 1566 en 1570 richten in Noord-Holland grote schade aan. De Zuiderzee is hier de grootste bron van gevaar. Maar ook de veenontginningen hebben hun bijdrage geleverd, doordat het maaiveld steeds verder is ingeklonken.

In 1532 wordt voor het eerst een meer drooggelegd en in landbouwgrond omgezet: het kleine Achtermeer ten zuiden van Alkmaar. Het wordt in 1573 weer tijdelijk onder water gezet tijdens het beleg van Alkmaar. Want de Hollanders leren ook het water te gebruiken als defensief middel tegen een vijand die niet aan nattigheid en drassigheid gewend is. De dijkenbouw en het droogmalen van voormalige meren wordt daarna steeds professioneler.