Beginjaren van V.V. Geel Wit (1934-1940)
Het is 1934. ‘We gaan naar Rome’, zingt heel Nederland. Ons nationale elftal zou wel even laten zien dat het kon voetballen en zou schitteren op het wereldkampioenschap in Italië. Zwitserland doorkruiste de plannen, maar het enthousiasme voor de voetbalsport had een nieuwe impuls gekregen, ook op Ameland. Op 5 mei 1934 zag de Nesser Sport Club het levenslicht en vier dagen later had ook Buren zijn voetbalclub, de Roomsch Katholieke Sport Club Geel Wit. De oprichting vond plaats in het grote lokaal van de openbare lagere school, tegenwoordig hotel De Klok. ‘Den 9 Mei 1934 bijeenkomst gehouden in de school te Buren des avonds 8 uur, om te komen tot oprichting eener sportclub’, is de eerste zin uit het notulenboek van secretaris Sip (van Rein) J. de Jong. Hij had de leiding van de oprichtingsbijeenkomst, waarbij verder aanwezig waren de Zeer Eerw. Heer Pastoor H.C. Koelman en 26 personen die zich allen als lid opgaven. Gerrit (van Tette Gerben) Boelens werd de eerste voorzitter. De overige bestuursleden waren Sip de Jong, Anne Kooiker, Gerben Boelens en Barend (‘Baaike’) Molenaar.
Op voorstel van Mijnheer Pastoor werd besloten om de eerstvolgende woensdagavond wederom bijeen te komen in de school. De voetbalkenner stelde zichzelf beschikbaar om op het bord enige uitleg te geven aangaande opstelling der elftallen en de naleving der spelregels.
Op de volgende ledenvergadering van 13 juli kreeg de vereniging een naam. Nadat verschillende suggesties werden afgewezen werd op voorstel van Theo Pieters Kiewied besloten om de club naar de pauselijke kleuren Geel Wit te noemen, ‘dan konden de sportpakjes ook in die kleuren worden uitgevoerd’. Ook moest er een nieuwe penningmeester komen omdat Barend Molenaar had bedankt. Willem Molenaar werd zijn opvolger.
De Buremers wilden ook wel eens een wedstrijd spelen, maar dat was een probleem. Geel Wit mocht, volgens voorschrift van de Bisschoppen van Nederland, alleen tegen geloofsgenoten voetballen. Theo Kiewied drong er op aan een oogje toe te knijpen, mede vanwege de afgelegenheid van Ameland. ,,Het mooiste in de voetbalsport is toch een wedstrijd’’, argumenteerde hij.
In augustus 1934 speelde Geel Wit zijn eerste wedstrijd. En het ging meteen fout. De confrontatie met NSC ontaarde in hatelijkheden wegens het, in Buremer ogen, partijdig optreden van de scheidsrechter en de ontoelaatbare aanvallen op de keeper door de Nessemers. Er volgde een verzoenende vergadering tussen de besturen van beide verenigingen in hotel De Boer (tegenwoordig hotel De Jong) in Nes, waarbij meester Tames Oud voor zijn bemiddelende rol werd beloond met een sigaar.
Geel Wit tegen NSC (ong augustus 1934). Achter: Sip de Jong (scheidsrechter), Jaap Metz, Hendrikus Oud, Antoon Oud, Willem Metz, Foppe Kiewiet, Petrus Brouwer. Midden: Anne Kooiker, Gerrit Boelens, Tiemon Metz. Voor: Theun Metz, Frans Oud, Piet Boelens.
Het eerste wedstrijdverslag van Geel Wit verscheen in de Nieuwe Dockumer Courant van 2 oktober 1934. De Buremers werden, waarschijnlijk door hun zwarte broeken, hierin consequent aangeduid als Geel Zwart. Ze startten in de volgende opstelling: doel: Frans Oud; achter: Theun Metz en Piet Boelens; midden: Anne Kooiker, Tiemon Metz en Gerrit Boelens; voor: Rikus Oud, Jaap Metz, Antoon Oud, Willem Metz en Foppe Kiewiet.
Zij namen het op tegen de volgende elf van NSC: doel: O. Tilman; achter: Theo de Haan en Piet de Boer; midden: Willy Kraus, Theo Elgersma en Gerrit Woudstra; voor: Wessel Edes, H. Metz, Bertus de Haan, Joop Steinvoorte en Hans Prussach.
Gespeeld werd om de door de heer Venema van camping Duinoord beschikbaar gestelde beker. De wedstrijd eindigde in 1-1, twee weken later won NSC met 6-2. Bij de stand van 5-2 verliet de Buremer keeper ‘op onverklaarbare wijze’ zijn doel, en daar er geen reservekeeper was moest Piet Boelens plaats tussen de palen nemen.
Op de jaarvergadering op 27 oktober 1934 moesten vervangers worden aangewezen voor het voorlopig bestuur. De stemming duurde nagenoeg de hele avond, temeer daar één stemming ongeldig moest worden verklaard omdat er meer stembriefjes waren ingeleverd dan er leden aanwezig waren! Theunis G. Metz werd voorzitter en Rikus Blom penningmeester, Sip de Jong bleef secretaris.
Staand: Barend Beijaard (?), Hendrikus Oud, Foppe Kiewiet, Anne Kooiker, Jaap Metz, Johan Oud, Petrus Oud, Piet B. Kooiker.
Geknield: Tiemen Boelens, Frans Oud, Gerrit Boelens, Piet Boelens.
Naast Geel Wit en NSC kende Ameland nog een vereniging: HVV uit Hollum. Op 11 november 1934 fietsten de Buremers van oost naar west om daar met 3-3 gelijk te spelen tegen de club die al in 1928 was ontstaan. De return leverde een 4-0 overwinning voor HVV op. Een maand later toog Geel Wit weer naar Hollum en liet zich nu vervoeren door J. Wagenaar; dat kostte Geel Wit het lieve sommetje van ƒ12,50.
De belangstelling voor de voetbalsport groeide en weldra hadden al de verenigingen twee elftallen. De reserves van HVV en Geel Wit speelden op 24 maart 1935 tegen elkaar in Buren. Daar werd het 1-1, twee weken later trok Geel Wit aan het langste eind: 3-1.
NSC was destijds de toonaangevende club op Ameland. Geel Wit werd in april met 5-1 en 3-1 afgedroogd. In Nes stonden de volgende ploegen tegenover elkaar: NSC: doel: Frans Kienstra; achter: Theo de Haan en Piet de Boer; midden: P. Bloem, Willy Kraus en Gerrit Woudstra; voor: H. Metz, Henny Keijer, Bertus de Haan, Wesel Edes en Altena. Geel Wit: doel: Jan Brouwer; achter: P.G. Boelens en Theun Metz, midden: G. Boelens, Tiemon Metz en Anne Kooiker; voor: Foppe Kiewiet, S.P. Brouwer, Gerrit Former, Jaap Metz en Rikus Oud.
De sport had een grote invloed op het maatschappelijke leven. In 1935 bedankte een van de leden van de elftalcommissie voor deze functie omdat hij vreesde dat zijn keuzebeleid hem klandizie zou schelen in zijn zaak.
NSC (Nesser Sport Club). De foto moet van voor de oorlog zijn aangezien NSC in de oorlog is opgeheven.
Op 1 september 1936 had penningmeester Blom ƒ144,26 in kas. Het was voor hem een lastige klus om het geld te innen, want als hij op het veld kwam om de contributie op te halen, had men het vaak ‘vergeten’ mee te brengen. Ook gebeurde het dan wel dat hij werd uitgelachen.
Mede door het vertrek van spelers naar zee of elders liep het ledental terug en konden de verenigingen eind jaren dertig nauwelijks één team formeren. De beenbreuk van Piet de Boer van NSC op 17 augustus 1937 zal de ogen van de voetballers hebben geopend voor de maatschappelijke gevolgen van blessures.
Op 5 september 1937 speelden Geel Wit 1 en 2 tegen RES, de katholieke vereniging uit Bolsward. Deze duels leverden, behalve nederlagen, ƒ38,90 aan entreegeld op, waarvan ƒ12,- aan de bezoekers werd uitbetaald als vergoeding van de reiskosten tot aan Zwarte Haan.
Op 31 oktober van dat jaar startte de eerste eilander competitie met de confrontatie HVV-NSC, die in een 6-5 zege voor de Hollumers eindigde. Geel Wit 1 versloeg een week later het eigen tweede elftal met 9-3. In januari 1938 was de return. Toen stonden de volgende elftallen tegenover elkaar:
Eerste: doel: T. Metz; achter: A. Brouwer en D.D. Brouwer; midden: A. Kooiker, T. Metz en P.P.P. Brouwer; voor: P. Brouwer, H. Oud, J. Metz, Th. Metz, F. Kiewiet.
Tweede: doel: P.P.J. Brouwer; achter: J. Kiewiet en J.P.P. Brouwer; midden: W. Beijaard, P. Brouwer en P. Oud; voor: Jan Oud, Jac. Oud, W. Metz, P.P. Boelens en S. Kiewied. De hoofdmacht won met 10-2, met vijf doelpunten van midvoor Th. Metz.
Geel Wit 1 was duidelijk de sterkste in deze competitie en het tweede elftal veruit het zwakst, zoals de stand laat zien:
Geel Wit 1 6 6 0 0 12 38-13
HVV 6 4 0 2 8 20-15
NSC 6 2 0 4 4 22-25
Geel Wit 2 6 0 0 6 0 10-37
Het bleef bij deze ene competitie voor de oorlog. Het rommelde in de wereld. Mensen sloegen op de vlucht. Ze gingen ook naar Ameland. Bestuur en leden van Geel Wit stelden hun vereniging open voor vreemdelingen in nood. Aanhangers van Franco waren de burgeroorlog in Spanje ontvlucht en kwamen op Ameland terecht. Zij brachten hun tijd door met onder meer voetballen tegen Geel Wit.
In de oorlog werd er nog maar op bescheiden schaal tegen een bal getrapt. Om met de bus in Hollum te komen had de club benzinebonnen nodig. Burgemeester Boudewijn Bakker wilde die eigenlijk niet verstrekken, maar nadat Sip de Jong hem had overtuigd van de oneerlijke strijd die zou ontstaan als de Buremers na een wandeling van ruim tien kilometer afgepeigerd zouden arriveren kreeg hij de bonnen alsnog.
NSC
De oorlog betekende het einde van NSC. De club speelde zijn eerste wedstrijden op het Hazeweidje in het bos tussen de dennenbomen, later op het terrein gelegen bij hotel Ponten (nu hotel Ameland). De onderlinge gevechten (,,want anders waren het nog niet’’, tekende secretaris Kl. de Boer op in zijn eerste jaarverslag) trokken steeds meer belangstelling. Er volgde een duel tegen Hollum en de tijd werd rijp gevonden om een oprichtingsvergadering te beleggen. Deze bijeenkomst stond onder leiding van Bertus de Haan. Hij ging deel uitmaken van het eerste bestuur dat verder bestond uit E. Hofker, Epke van der Geest, Kl. de Boer en Th. Elgersma. De heren J. Edes en O. Metz waren bereid gevonden gratis de doelnetten te breien.
De eerste officiële wedstrijd was tegen HVV, dat met 6-1 werd verslagen. De Monnik van buureiland Schiermonnikoog kreeg met 3-1 klop, maar van Sint Annaparochie werd met 4-3 verloren. Dat was geen wonder, merkte de Nieuwe Dockumer Courant van 26 juni 1934 op, ,,omdat de meeste spelers van NSC 3 maanden geleden nog nooit een bal hadden aangeraakt, laat staan dat ze de spelregels kenden.’’
NSC speelde diverse wedstrijden tegen verenigingen van de wal. Daarbij speelde de betrokkenheid van beurtschipper Epke van der Geest geen onbelangrijke rol. Met zijn compagnon Anne Olivier wilde hij de boottocht wel eens voor een schappelijk prijsje regelen. Gedenkwaardig was het uitstapje naar Sint Annaparochie. De Amelanders wonnen met 3-0 en werden vanwege hun snelheid vergeleken met ‘duunknienen’. Op de fiets schoten ze minder snel op. Frans Kienstra (de kapper) reed voor, hij wist de weg. Niet al te goed, naar zou blijken, want een tijd later stonden de Nessemers weer op dezelfde plaats!
Bij NSC speelden de broers Bertus en Theo de Haan. Zij waren katholiek en pastoor Koelman wilde hen graag bij Geel Wit hebben, maar daar kwam niets van in. Vader Dorus had een kruidenierszaak in Nes (waar de opstellingen hingen) en had rekening te houden met zijn Nessemer klantenkring.
Jaren 1940-1960
De periode tussen de Tweede Wereldoorlog en de jaren zeventig is voor Geel Wit vrij geruisloos verlopen. Er werd eigenlijk alleen maar op Ameland gevoetbald, met als hoogtepunten ’s zomers de wedstrijden tegen de badgasten. In 1950 werd op een vergadering de klacht geuit dat één wedstrijd in de maand wel wat weinig was. De voorzitter antwoordde dat het bestuur wel meer wedstrijden zou willen organiseren, maar dat Geel Wit het grootste deel van het jaar daarvoor was aangewezen op Hollum, ,,en die nodigt ons in ’t laatst niet meer uit.’’
Juli 1948 was een maand waarin veel gebeurde. Vanwege de ruilverkaveling moest Geel Wit van veld veranderen. Daarnaast hield de club twee belangrijke ledenvergaderingen. Er moest een nieuw bestuur komen omdat het toen zittende bestuur voornamelijk bestond uit werkende leden. ,,En dat heeft de club geen goed gedaan’’, aldus het notulenboek. Voortaan waren ook aspirant-leden beneden de zestien jaar welkom bij Geel Wit, en er werd een nieuw reglement aangenomen. De bepalingen begonnen als volgt:
Art. 1
De R.K. Sportclub ‘Geel Wit’ is opgericht te Buren de 9e Mei 1934 en is gevestigd op Ameland.
Art. 2
De club stelt zich ten doel om met bescherming en verzorging des Godsdienstig-Zedelijke belangen harer leden de voetbalsport onder de Rooms-Katholieken te beoefenen.
Art. 3
De club tracht dit doel te bereiken door:
- Het houden van sportoefeningen onder hare leden.
- De Godsdienstig Zedelijke belangen harer leden te beschermen en bevorderen, en voorts:
- Door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.
Leden konden alleen door het bestuur worden aangenomen als ze Rooms-Katholiek en ‘van goed Godsdienstig en Zedelijk gedrag’ waren.
Katholieke vereniging
Geel Wit was dus van oorsprong een katholieke vereniging, niet verwonderlijk voor een club die het levenslicht zag in een destijds volledig katholiek dorp. Pastoor H.C. Koelman was de geestelijk adviseur. Hij had zelf gevoetbald en voelde zich zeer betrokken bij de club. Hij stelde een beker beschikbaar en nam het het bestuur hoogst kwalijk als hij niet op de hoogte werd gebracht van een wedstrijd.
Gewoontegetrouw besloot de pastoor de algemene ledenvergaderingen met een praatje, waarin hij de voetballers opriep de katholieke beginselen uit te dragen. In 1935 was het hem dikwijls opgevallen ,,dat er zoo weinig van de Roomsche voetballers in het Lof komen. Het is zelfs de afgelopen zomer voorgekomen dat wanneer er door onze jongens gevoetbald moest worden in Hollum de auto met de voetballers na het Lof bij de kerk stond. Zooiets mocht in een R.K. vereeniging niet voorkomen.’’ Verder waarschuwde de pastoor voor excessen op de kermis en hij beval de katholieken uit de badhuizen vandaan te blijven: ,,Daar is voor iemand met Roomsche principen geen plaats.’’
In 1970 werd de band met de kerk losgelaten en werd Geel Wit een algemene vereniging.
Niet alleen de pastoor liet de Amelanders om een beker voetballen, ook burgemeester Walda deed dat. In 1950 werd met deze traditie begonnen tussen Geel Wit en Amelandia, zoals HVV na de fusie met een aantal andere sportclubs na de oorlog ging heten. Amelandia won de eerste editie. Een jaar later zegevierde Geel Wit met doelpunten van Dorus Brouwer (2x) en Jac. de Jong. Een resultaat dat in die dagen nog meer tot de verbeelding sprak, was de 4-0 winst op Dokkum.
Opheffen of doorgaan?
Om het voetballen op Ameland een impuls te geven werd in 1951 andermaal een eilander competitie in het leven geroepen. Geel Wit 1 deed het dramatisch slecht, met als absoluut dieptepunt de 10-1 nederlaag tegen de combinatie Ballum/Nes. De eindstand van afdeling 1 was:
Amelandia 1 4 3 0 1 6 17-11
Comb. Ballum/Nes 4 2 0 2 4 16- 8
Geel Wit 1 4 1 0 3 2 10-24
Het tweede elftal deed het stukken beter en won met overmacht in afdeling 2:
Geel Wit 2 5 4 1 0 9 20-10
Nes 6 2 1 3 5 15-14
Ballum 5 2 1 2 5 14-15
Amelandia 2 6 0 3 3 3 16-21
En weer kreeg de competitie geen vervolg. Bestuur en spelers van Geel Wit verweten elkaar de jaren erna over en weer laksheid. Die situatie leidde ertoe dat op 8 november 1955 een ledenvergadering werd gehouden met maar één agendapunt: opheffen of doorgaan. Het bestuur hield het voor gezien, maar de 21 aanwezige leden besloten het toch nog eens te proberen. Er werd een nieuw bestuur samengesteld dat bestond uit Jacob J. de Jong, Theo Kiewiet en Antoon Oud.
In 1958 was er zegge en schrijve ƒ3,12 in kas. Om wat aan de penibele situatie te doen moest ieder lid 25 cent per week betalen, alsmede een gulden achterstallige contributie. Op deze manier konden onmisbare benodigdheden als netten en een bal aangeschaft worden.
Het ging weer wat beter met Geel Wit, maar de opleving was van korte duur. Halverwege de jaren zestig draaide de club op twee steunpilaren: Frans Hulsebos en Willy Molenaar. Zij sleepten de club door een moeilijke periode, en hun moeite zou worden beloond! Geel Wit scherpte de betrekkingen met een aantal clubs van overzee aan en kreeg zin in het echte competitiewerk. Maar daar wilde de afdeling Friesland van de KNVB nog niets van weten.
Daarom besloten Amelandia en Geel Wit om, in samenwerking met de gemeente en aannemersbedrijf Jan Kienstra in Nes, zelf een competitie op te zetten. De gemeente ‘leende’ spelers van beide verenigingen en de meeste bouwvakkers waren al lid van Geel Wit. Geel Wit deed met de volgende teams aan de competitie mee:
Geel Wit A: Joseph Brouwer, Henk P. Brouwer, IJs de Jong, Joop de Haan, Jan S. de Jong, Willem P. Kooiker, Hendrik de Haan, Will Bakema, Bart Molenaar, Foppe Kiewiet, Wim J. Kiewiet, Tiemen Kiewiet, Willy Oud, Jan A. Brouwer, Johan F. Metz, IJs Oud, Jan Joop Oud en Hessel Jac. Kienstra.
Geel Wit B: Wim A. Brouwer, Albert Teuben, Dirk Kooiker, Piet Metz, Frits Kienstra, Wim S. Kiewied, Sip Kooiker, Paulus J. Brouwer, Antoon J. Metz, Theo Metz, Gerard Brouwer, Harry Oud, Johan A. Kooiker, Willem Veltman en Theo Pijpers.
Zaterdag 5 oktober 1968 werd begonnen met onder meer Geel Wit B-Kienstra Boys. Dit was meteen de topper, zou blijken. Kienstra Boys won met 3-1. Hessel Kooiker (2) en Jaap Molenaar scoorden voor de bouwvakkers, Theo Metz deed dat namens Geel Wit.
Seizoen met opmerkelijke gebeurtenissen
Het was een seizoen met een paar opmerkelijke gebeurtenissen. In de wedstrijd Geel Wit B-Amelandia B stuurde scheidsrechter Uilke Haanstra, Piet IJnsen van het veld. De Hollumer kon dat moeilijk verkroppen; hij greep de arbiter bij de keel, maar die verweerde zich met een vuistslag! In het duel Geel Wit A-Gemeente moest Jan de Jong tien minuten voor tijd op last van scheidsrechter Paul Metz inrukken wegens te veel commentaar op de leiding. Jan had op dat moment al zeven treffers in het mandje liggen in een wedstrijd die uiteindelijk met 18-1 werd gewonnen.
Op de zwoele avond van 19 april 1969 viel de beslissing. Geel Wit B won de terugwedstrijd tegen Kienstra Boys met 2-1 en mocht zich kampioen van Ameland noemen. De eindstand was: 1. Geel Wit B 18 punten, 2. Kienstra Boys 17, 3. Amelandia A 13, 4. Geel Wit A 8, 5. Amelandia B 4, 6. Gemeente 0.
Voor de eilander competitie 1969-1970 meldde zich een nieuwe ploeg aan: Heineken, een jeugdig team en net als Kienstra Boys overwegend bestaand uit spelers van Geel Wit. De naam van de moedervereniging kwam in deze competitie niet voor, omdat de overgebleven spelers waren verdeeld over Nes en Buren.
Bij Buren speelden: Douwe Beijaard, A. Brouwer, A.J. Brouwer, J.A. Brouwer, Paulus Brouwer, Paulus J. Brouwer, Wim Brouwer, IJs de Jong, A. Kiewiet, Jan Kooiker, Piet Kooiker, Willem Kooiker, Antoon Metz, Johan Metz, Piet Metz, Peetje Molenaar, Leo Oud, Willem Veltman en Willy Oud.
Namens Nes deden mee: Gerard Brouwer, J.P. Brouwer, Joseph Brouwer, Hendrik de Haan, Joop de Haan, Dirk de Jong, Harm de Jong, Henk S. de Jong, Tjeerd de Jong, Frits Kienstra, Hessel Kienstra, T. Kiewiet, Wim Kiewied, Theo Metz, Marten Oosterhof, Jan Oud, Theo Pijpers en Albert Teuben.
Enthousiasme kon het jonge Heineken-team niet ontzegd worden. Op 5 november 1969 regende het zo hard dat vijf Nessemers voortijdig de warme kachel opzochten; Heineken won met 7-1. De ploeg verloor dit seizoen drie van de twaalf wedstrijden, waaronder een keer van de Gemeente. Het was de enige overwinning van de ambtenaren, en die punten hielden ze hoewel het team zich later terugtrok. Hierdoor eindigden Heineken en Kienstra Boys in punten gelijk en volgde een beslissingswedstrijd. Dat gebeurde op zondag 12 juli 1970 voor bijna duizend toeschouwers. Een flink deel daarvan zal ongetwijfeld zijn afgekomen op het vermaarde Pasveerkorps uit Leeuwarden, dat voor de wedstrijd en in de rust optrad.
Jaap Beijaard opende voor Kienstra de score door Foppe Kiewiet te passeren na een voorzet van diens broer Jan. Vijf minuten later kopte Bart Molenaar de gelijkmaker binnen. In de tweede helft rondde dezelfde speler een solo doeltreffend af, maar Hessel Kooiker bracht de stand weer in evenwicht door van 25 meter raak te schieten. In de verlenging leek Jaap Beijaard zijn ploeg in veilige haven te hebben geloodst, maar in de laatste minuut bracht Sip Kooiker beide teams voor de derde keer op gelijke hoogte. In de lange strafschoppenserie forceerde Kienstra Boys-doelman Willem de Jong de beslissing door zijn collega te passeren. Uit handen van Geel Wit-voorzitter Piet Kiewiet mocht Kienstra Boys de beker in ontvangst nemen.
De eindstand:
Heineken 12 9 0 3 18 30-15
Kienstra Boys 12 9 0 3 18 29-18
Buren 12 7 1 4 15 37-20
Amelandia B 12 5 1 6 11 24-29
Nes 11 5 0 6 10 27-29
Amelandia B 11 4 0 7 8 14-28
Gemeente 12 1 0 11 2 10-32
Eerder gepubliceerd op http://www.amelanderhistorie.nl/
Accommodatie
Het eerste veld van Geel Wit was aan de zuidkant van de Kooiweg in Buren. Op een zondag in juli 1934 werd er het eerste partijtje gespeeld.
Het omkleden gebeurde in de stal van Piet Kooiker of in de herberg van Paulus Brouwer. Als gevolg van de ruilverkaveling was Geel Wit in de zomer van 1948 in de gelegenheid om het terrein te verdelen in twee velden: het ene voor de wedstrijden en het andere om te oefenen. In 1953 verhuisde Geel Wit naar de huidige accommodatie, een terrein tussen Nes en Buren, dat eigendom was van Hendrik Andries Mosterman. Samen met handbalclub De Schalken werd een kleedkamer aangeschaft. De kwaliteit van het veld liet te wensen over. Toen in 1969 Leo Kiewiet door een oneffenheid in het veld een been brak, was de maat vol. Ruim twintig vrijwilligers verlegden het veld en bestreken het met klei.
Toen Geel Wit in 1970 toetrad tot de KNVB werd het complex uitgebreid zodat er ook een oefenveld kon worden aangelegd. De accommodatie ging in eigendom over naar de gemeente Ameland. In 1971 en 1972 werd de kleedgelegenheid gebouwd en werden beide velden gerenoveerd. Toen weken de voetballers uit naar een terrein aan de Strandweg in Buren.
In 1976 bleek de accommodatie al te klein en werd het aantal kleedkamers verdubbeld tot vier en kwam er onder meer een kantine. Geel Wit bleef groeien en de accommodatie bleek alweer te klein. In 1986 kon het bestuur voor het eerst vergaderen in een heuse bestuurskamer en werd de kantine uitgebreid.
De meningen waren verdeeld over de bouw van een tribune. Een deel van de leden vond het weggegooid geld, maar de meerderheid stond achter het initiatief zodat op 15 november 1992 de nieuwe aanwinst, genaamd Wâdkânt, in gebruik kon worden genomen. De tribune biedt plaats aan ruim 200 toeschouwers. Inmiddels was het weer tijd geworden voor een nieuwe aanpassing aan de accommodatie. Door een andere indeling kon de kantine worden verruimd.
In de zomer van 2003 is de accommodatie verder uitgebreid. Het complex is vergroot met twee kleedkamers, waardoor het aantal kleedruimten voor teams is gebracht op zes. Voor de scheidsrechters zijn twee nieuwe boxen gebouwd. De uitbreiding is dwars op de oostkant van het complex gerealiseerd. Voor de kleedkamers is een hal gebouwd. Dat geldt ook voor de kleedkamers aan de westkant van de kantine. Aan die zijde is onder meer een extra materiaalruimte en een wasruimte gecreëerd. Ten oosten van het hoofdveld is een derde veld aangelegd. Dit is het nieuwe trainingsveld, dat de afmetingen heeft om er competitiewedstrijden op te kunnen spelen. Ook is er een volwaardige lichtinstallatie geplaatst, zodat er avondwedstrijden kunnen worden afgewerkt.
Historie VV Geel Wit (1970-1980)
6 September 1970 is een historische dag in het bestaan van SC Amelandia en VV Geel Wit. Eerder dat jaar waren beide Amelander voetbalverenigingen toegelaten tot de KNVB en op de eerste competitiedag speelden ze hun eerste wedstrijd; tegen elkaar op het veld van Geel Wit.
De twee seizoenen ervoor kwamen de Amelanders voetballers uit in een onderlinge competitie, maar ze wilden hun sterkte wel eens meten met de clubs van de vastewal. Dat kon echter niet omdat de KNVB letterlijk de boot afhield. Al dat gereis naar Ameland zou de verenigingen op het vasteland alleen maar op kosten jagen. Bovendien voeren de boten destijds slechts tweemaal daags. Voor de eilanders geen probleem, voor de KNVB afdeling Friesland wel.
Gesteund door het enthousiasme vanuit de verenigingen besloten Cor Wijnberg namens Amelandia en Frans Hulsebos namens Geel Wit de landelijke pers te benaderen. Frits Suèr van De Tijd, toen een katholiek dagblad, trok zich het lot van de eilander clubs aan. Hij constateerde dat de velden in Hollum en Buren zo slecht waren ‘dat een paard zijn nek erop zou breken’. Hij schreef verder: ,,Op Ameland leeft de sport nog in een periode van voor de oorlog. Een goed bedoelende boer schijnt nog niet zo lang geleden op een helft van het veld nog rogge te hebben verbouwd. Daarna ploegde hij dat veld om, zodat Geel Wit een half voetbalveld kwijt was. Het kleedlokaal bestaat uit niets meer dan een verzameling overeind gezette planken.’’
De KNVB ging overstag, maar wat wilden de leden van Geel Wit? Meedoen aan een bedrijfscompetitie en zo het recht verwerven om aan de toto deel te nemen of KNVB-lid worden om mee te kunnen doen aan de ‘echte’ competitie. De 45 aanwezige leden op deze gedenkwaardige vergadering op 17 januari 1970 in hotel De Klok in Buren waren unaniem van mening dat de tweede mogelijkheid verre de voorkeur verdiende. Daarbij in acht nemend de woorden van Hulsebos die er voor waarschuwde dat deelneming aan de competitie grote verplichtingen met zich mee zou brengen. In het in 1994 verschenen jubileumboek vertelde Hulsebos over zijn verbazing over al dat optimisme: ,,Ik stond te kijken van de opkomst en het enthousiasme. Maken ze elkaar niet gek?, vroeg ik me af. Telkens ’s morgens half negen weg!’’
Een suggestie van de voorzitter van Amelandia om uit de twee eilander verenigingen één topelftal te maken werd door Geel Wit van de hand gewezen. Algemeen waren de leden van oordeel dat Geel Wit zelf over voldoende spelers beschikte en dat het voor het voetbal op Ameland beter was dat er twee clubs zouden blijven bestaan. Op de vergadering toonden zich al 35 leden bereid om de uitdaging aan te willen gaan.
Geel Wit en Amelandia begonnen in de derde klasse afdeling Friesland met de genoemde wedstrijd, onder toeziend oog van secretaris Jan Kostelijk van de FVB, de man die zich enorm had ingezet voor de aansluiting van beide clubs.
In het hol van de leeuw wonnen de Hollumers met 0-1. De revanche was zoet. Op het terrein onder de vuurtoren won Geel Wit, voor zo’n 600 man publiek, met 2-6 door doelpunten van onder meer Theo Metz, Barend Kooiker en Sip Kooiker.
Amelandia werd kampioen, Geel Wit tweede. Beide teams promoveerden naar de tweede klasse. Ook op dat niveau kon Geel Wit gemakkelijk meekomen. Het kampioenschap werd behaald in een memorabel seizoen. Zo werd Arum met 9-0 opgerold, maar gedenkwaardiger is de ontmoeting in Beetgum tegen CBB. Geel Wit won met 3-2. Nadat Theo Metz de eilanders aan het derde doelpunt had geholpen gebeurde het volgende, aldus de Nieuwe Dockumer Courant: ,, Daarna werd Paulus Brouwer door een hond aangevallen. Hij had zojuist gepasst op Jan de Jong, die met een lob doel zou hebben getroffen, als daar niet een krasse AOW’er luid vloekend het veld was opgekomen om de bal te stoppen en Jan een fikse trap tegen het zitvlak te geven. Ook de Amelander scheidsrechter André Kienstra kreeg het te verduren. Bestuursleden van beide clubs zorgden voor een veilige aftocht.’’
Geel Wit had alleen van Langweer verloren toen het op 31 oktober als koploper de reis naar Hollum maakte. Weer omzoomden zo’n 600 voetballiefhebbers het veld. Bart Molenaar, Theo Metz en IJs de Jong maakten de doelpunten die ervoor zorgden dat Geel Wit met een 3-1 overwinning de terugreis kon aanvaarden.
Op 19 maart 1972 kon Geel Wit zijn eerste kampioenschap vieren. De afgeladen boot van Andries Metz bracht die dag drie teams naar de overkant. Het eerste toog naar Deinum, waar de aanhang in de wedstrijd tegen Sparta ’59 lang in spanning werd gelaten. Pas vijf minuten voor het einde drukte Theo Metz (al dan niet met de hand) de bal over de achterlijn. Bij terugkeer op Ameland wapperde de clubvlag fier op de toren in Nes.
De return tegen Amelandia werd hierdoor een formaliteit. Door treffers van Jan de Jong, Theo Metz en Willem Kooiker werd ook deze confrontatie met een 3-1 zege afgesloten.
In het eerste jaar in de eerste klasse eindigden de eilandbewoners na een matige start toch nog op de derde plaats achter Bakhuizen en Read Swart, die promoveerden.
De opmerkelijkste wedstrijd werd gespeeld tegen Oldeholtpade. Het bijzondere aan dit duel was dat de gebroeders Kooiker acht van de negen doelpunten voor hun rekening namen: Sip 3, Willem 3 en Piet 2. Alleen Barend scoorde niet. Tjeerd de Jong schoot de negende raak vanaf de penaltystip.
Wat in het eerste jaar in de eerste klasse van de afdeling niet lukte, werd een jaar later wel bereikt: promotie naar de vierde klasse KNVB. Het succesvolle jaar begon met de opening van het gerenoveerde sportcomplex op 16 september tegen Warga. Geel Wit huurde destijds auto’s bij Van der Weij uit Blije. Op 4 november kon echter geen gebruik van zijn diensten worden gemaakt vanwege de autoloze zondag, zodat de reis naar Stiens met de bus werd ondernomen.
Met Jan Epping als trainer debuteerde Geel Wit in 1974-’75 met 22 punten uit 20 wedstrijden op een keurige vijfde plaats. De grootste nederlaag werd in en tegen Franeker geleden. Niet alleen verloor Geel Wit de wedstrijd met 5-2, maar ook keeper Willem de Jong met een hersenschudding. Paulus Brouwer stond het restant van dat duel tussen de palen.
Met betrekking tot het seizoen 1975-1976 zal tot in lengte van jaren worden gesproken over die ene wedstrijd. We schrijven zondag 2 mei. Geel Wit had vrijwel het gehele seizoen bovenaan gestaan in de vierde klasse A en had in de thuiswedstrijd tegen Stiens voldoende aan een gelijkspel. Vijf minuten voor de rust kopte Piet Kooiker richting doel. Jan de Jong gaf de bal een laatste zetje, maar had dit niet moeten doen, want hij stond buitenspel. Na een half uur in de tweede helft viel het doelpunt aan de andere kant. Doelman Willem de Jong graaide naar de benen van een Stienser, waarna de gasten van elf meter raak mochten knallen. Uiteindelijk werd Stiens kampioen.
Op 25 april 1976 speelde Geel Wit een memorabele oefenwedstrijd tegen hoofdklasser Drachten. De vierdeklasser won met 4-1 met doelpunten van Rudolf Metz (2), Frans Kiewied en Piet Kooiker.
Met Rudolf Metz is meteen de bekendste Geelwitter aller tijden genoemd. Hij baarde in het volgende seizoen opzien door in de met 0-6 gewonnen uitwedstrijd tegen St. Annaparochie vijf keer te scoren, waarvan drie keer binnen acht minuten. Zijn talent bleef niet onopgemerkt en het volgende seizoen werd hij ingelijfd door SC Cambuur. Later zou Rudolf (onder het grote publiek bekend als Rudi) uitkomen voor SC Veendam, SC Heerenveen, Emmen en SC Heracles. In zijn kielzog nam hij broer Francisco mee, die zou spelen voor SC Cambuur, SC Veendam en Emmen.
Er volgden magere jaren met als dieptepunt het seizoen 1980-1981. Het lot werd bezegeld in de laatste wedstrijd in St. Annaparochie, waar Geel Wit met 0-3 klop kreeg. Alle doelpunten werden gemaakt door Ytsen Siderius, die later trainer van Geel Wit zou worden.
De degradatie naar de eerste klasse afdeling Friesland was voor trainer Ids Heerema een mooie gelegenheid om verjonging door te voeren. Terugkeer in de KNVB was niet de eerste doelstelling, maar zou natuurlijk wel mooi meegenomen zijn. Black Boys werd kampioen, maar ook de nummer twee zou naar de vierde klasse gaan. In de voorlaatste wedstrijd tegen Akkrum werd de promotie voor Geel Wit een feit.
Na twee seizoenen in de vertrouwde ‘Friese’ vierde klasse A verhuisde Geel Wit in 1984 naar een klasse met ook Groningse en Drentse tegenstanders. Nieuwe gezichten dus, en dat was sportief gezien niet onaardig. Financieel bekeken was het evenmin een nadeel omdat menige tegenstander op de reis naar Ameland werd vergezeld van een grote supportersschare die het kantinepersoneel overuren deed bezorgen. Maar er was ook een nadeel. Geel Wit moest langere afstanden afleggen. Tijd voor een warming up was er nauwelijks meer en dat heeft zeker punten gekost.
Opmerkelijk was de confrontatie met Nieuw Roden, beter gezegd de confrontaties. De eerste competitiewedstrijd duurde maar 55 minuten. Door de zware regenval was het veld in korte tijd nagenoeg onbespeelbaar geworden. Geel Wit doelpuntte twee keer door Jan Brouwer en Simon IJnsen. Toen de eerste bliksemflits over het veld lichtte liet de scheidsrechter inrukken. Nieuw Roden moest dus voor de derde keer binnen drie maanden naar Ameland (in augustus hadden ze er al vriendschappelijk gespeeld) en sportief gezien zullen ze daar geen spijt van hebben gehad; de wedstrijd moest in zijn geheel worden overgespeeld en nu bleef de brilstand op het scorebord staan.
Geel Wit kende in het seizoen 1987-1988 een debutant die ruim twee decennia tussen de palen zou blijven staan: René de Jong.
Na een uitstapje van vier jaar naar 4C keerde Geel Wit terug naar een klasse met louter Friese tegenstanders. De verandering van omgeving heeft de Amelanders geen windeieren gelegd. Geel Wit beëindigde de reeks van 22 wedstrijden met 32 punten, een fraaie tweede plaats was het resultaat van aanvallend voetbal.
Geel Wit kende weinig verloop van spelers. Meestal was verhuizing de reden van de overschrijving. Eind jaren tachtig keerden twee ‘verloren zonen’ terug: Gerard en Francisco Metz kwamen de Amelander gelederen weer versterken, met in hun bagage de ervaring die ze hadden opgedaan bij resp. LVV Friesland en diverse profclubs.
In 1990 nam Jan de Jong het roer over van trainer Willem Kooiker. Onder zijn leiding leek Geel Wit, twintig jaar na de start in de derde klasse afdeling Friesland, dan eindelijk de sprong naar de derde klasse KNVB te maken.
Het werd een lange competitie, die na acht wedstrijden zijn eerste verlengstuk kreeg in de vorm van een nacompetitie met De Wâlden en Trynwâlden. Omdat het doelsaldo niet telde moesten ze met zijn drieën in een extra competitie uitmaken wie het periodekampioenschap kreeg toebedeeld. Dat werd De Wâlden dat twee keer won. Tegen Geel Wit gebeurde dat in een spectaculaire wedstrijd in Dokkum die in 5-4 eindigde.
Ondertussen ging de competitie gewoon door. Geel Wit kwam aan de leiding, onder meer door overwinningen op de grote concurrenten om de titel Read Swart en Emmeloord. Maar in de return tegen Read Swart en tegen Blauwhuis ging het mis. Read Swart en Geel Wit eindigden samen bovenaan. In de laatste competitieronde maakten ze geen fout, zodat een beslissingswedstrijd op 9 mei (de oprichtingsdag van Geel Wit!) op het veld van De Wâlden in Damwoude noodzakelijk was.
Niet eerder lokte een wedstrijd van Geel Wit zoveel Amelanders naar de vaste wal. Er waren twee bussen nodig om de met gele petjes getooide supporters te vervoeren. De Grauwe Duunkapel ging mee om de feestvreugde te verhogen. Voorafgaande aan de finale speelde de boerenkapel zowel het Friese als het Amelander volkslied.
Zeshonderd toeschouwers zagen dat de eilanders geen moment aanspraak op de zege konden maken. Toch kwamen ze na 25 minuten op voorsprong door een eigen doelpunt. Tien minuten later stond de gelijkmaker op het bord. Doelman René de Jong moest tien minuten na de rust weer de gang naar het net maken, eindstand 2-1.
De titel ging dus naar Read Swart, Geel Wit kreeg een herkansing in de nacompetitie. Het begin was goed: 1-0 winst op De Wâlden door een doelpunt van Joop Smid. In de uitwedstrijd tegen Emmeloord had Geel Wit aan een gelijkspel voldoende. Nadat de thuisclub op voorsprong was gekomen leverde een schitterende aanval acht minuten voor de rust de gelijkmaker op van de voet van Francisco Metz. Vlak voor tijd viel de beslissing in Emmeloords voordeel.
In het jaar waarin het zestigjarig bestaan werd gevierd was Geel Wit weer dicht bij promotie naar de derde klasse. Onder leiding van Ytsen Siderius bereikte Geel Wit de nacompetitie. Die bestond uit één wedstrijd tegen MKV ‘29. Geel Wit verloor kansloos met 3-0.
Het seizoen 1994-1995 was een van uitersten; grote nederlagen werden afgewisseld met grote overwinningen. Zo boekte Geel Wit met de 7-1 zege op Blauwhuis de grootste overwinning ooit in de vierde klasse, maar werd met liefst 8-3 verloren van GAVC.
Eind oktober moet trainer Siderius onder het mes en hij werd gedurende een half jaar vervangen door Harry van der Meulen. Dt was geen succes, onder diens leiding slaagde het vlaggenschap er niet in te winnen.
Het seizoen 1996-1997 stond in het teken van de reorganisatie van de KNVB. De afdelingen verdwenen en maakten plaats voor districten. Het aantal vierde klassen in het noorden werd teruggebracht en daarom moesten in alle vierdeklassen vier teams degraderen.
Het betekende vrijwel het gehele seizoen degradatievoetbal voor Geel Wit, maar door de 0-5 overwinning op Blauwhuis lukte het de Amelanders het vege lijf te redden. Dat gebeurde onder de supervisie van Willem Kooiker. Hij nam vlak voor aanvang van het seizoen de functie van trainer op zich.
Ids Heerema beleefde in zijn eerste jaar (’97-’98) terug als trainer een moeilijk seizoen. Het eerste punt werd pas na vijf wedstrijden behaald.
In 1999 werd geschiedenis geschreven met de promotie naar de derde klasse. Er was een beslissingswedstrijd voor nodig. Met een bus vol supporters toog Geel Wit naar Sint Annaparochie om het op te nemen tegen MKV ’29. De treffer van Pasquinel Kolk gaf de doorslag.
In de derde klasse beleefde Geel Wit twee moeizame jaren, uiteindelijk moesten de Amelanders terug naar de vierde klasse. Maar dat niveau was Geel Wit inmiddels ontgroeid. In 2001-‘02 bereikte Geel Wit de finale van de nacompetitie. Op het terrein van Akkrum gingen Geel Wit en Ruinerwold uitmaken wie zou promoveren. Na 120 minuten stond er 1-1 op het scorebord en moesten strafschoppen de beslissing brengen. De Drenten benutten die beter.
Een jaar later lukte het Geel Wit toch. In de uitwedstrijd in Stiens scoorde Anton Kiewiet en omdat de concurrentie punten lieten liggen kon de vlag in top. Aan het succes kwam geen einde, want het jaar erop wandelde Geel Wit op zijn dooie gemak door de derde klasse. Toen Paul van der Wal de score opende in de uitwedstrijd tegen De Blesse was de titel bijna binnen. De Blesse maakte nog gelijk, maar dat was te weinig. In twee jaar tijd was Geel Wit doorgestoten naar de tweede klasse.
Vier seizoenen mocht de ploeg op dit niveau acteren. In 2008 degradeerde Geel Wit naar de derde klasse. Geel Wit had het 75-jarig bestaan kunnen bekronen met een terugkeer in de tweede klasse. In de nacompetitie werd Olyphia na strafschoppen verslagen, maar in de volgende ronde was Drachten een maatje te groot.
Liefst elf seizoenen was Francisco Metz trainer van de hoofdmacht van Geel Wit. Omdat de KNVB het niet langer toestond dat iemand zonder de vereiste papieren voor de ploeg stond moest Geel Wit op zoek naar een opvolger. Die werd gevonden in Henk Hoekstra. Maar nog voor die goed en wel aan zijn tweede seizoen was begonnen was hij alweer vertrokken. Francisco Metz nam de leiding nog een jaar over en gaf vervolgens het stokje door aan Cees Jan Slotemaker. Die gaf vier jaar leiding aan Geel Wit. Van 2016 tot 2018 was Frans à Nijeholt de hoofdtrainer. Hij werd opgevolgd door Febo Roosenburg, die in 2022 plaats maakte voor Jan Stuiver.
Onder zijn leiding degradeerde Geel Wit naar de vierde klasse nadat de beslissingswedstrijd tegen Dwingeloo verloren ging. Ook in het seizoen 2014-’15 moest Geel Wit in de nacompetitie om lijfsbehoud spelen. Dat lukte toen wel, want Warga werd met 3-1 en 4-1 verslagen.
Geel Wit heeft de beschikking over een prachtige accommodatie tussen Nes en Buren. Het complex bevat drie velden, waarvan één kunstgras (sinds november 2016). Profclubs komen graag naar Ameland. SC Cambuur, SC Heerenveen, FC Groningen, BV Veendam, FC Emmen, FC Zwolle en Fortuna Sittard, ze zijn allemaal al een keer op Ameland geweest. Geel Wit heeft zelfs een keer gespeeld tegen het nationale team van Roemenië en twee keer tegen de jeugdselectie van Indonesië, dat toen onder leiding van Foppe de Haan stond. Toppers als Jaap Stam, Henk Timmer, Klaas Jan Huntelaar en Afonso Alves hebben hun voetsporen achtergelaten op het veld aan de Noordwal.
Het wonen op een eiland heeft zijn charme, maar kent ook zijn praktische bezwaren. Neem het reizen. Je moet altijd met de boot. Een wedstrijd waarbij een team van Geel Wit betrokken is kan eenvoudigweg niet om negen uur ’s morgens beginnen. Avondwedstrijden zijn helemaal uit den boze. Alhoewel… In april 2005 haalde Geel Wit de landelijke publiciteit toen de uitwedstrijd tegen Ruinerwold op een woensdag gespeeld moest worden. Rond middernacht waren de Amelanders weer thuis.
In 2023 duurde de reis naar Terschelling zelfs twee dagen. Op zaterdagochtend wed naar het buureiland afgereisd, 's avonds was de wedstrijd en de volgende avond was het gezelschap weer thuis. Ondanks de nederlaag op het veld moet het verblijf op Terschelling prima zijn geweest!