De bouwcontingenten die het Rijk vaststelt (zie ‘Bouwcontingent’), vormen een beperking voor de Vlaardingse uitbreidingsplannen. Wel mogen gemeenten met bedrijven binnen de stadsgrenzen extra woningen boven het toegewezen contingent bouwen.
Deze regeling grijpt Vlaardingen met beide handen aan. Burgemeester Heusdens biedt de BPM (Bataafse Petroleum Maatschappij) en Caltex Vlaardings grondgebied aan waarop woningen voor het personeel gebouwd kunnen worden.
Hij troeft hiermee Rotterdam af, omdat hij bewust voorbijgaat aan de voorwaarde in de regeling dat het gaat om bedrijven binnen de stadsgrenzen.
De BPM en Caltex liggen immers aan de overzijde van de Nieuwe Maas, dus op Rotterdams grondgebied. En het lukt Heusdens hiervoor in Den Haag toestemming te regelen.
Eind december 1947 sluit de BPM een overeenkomst met de gemeente voor de bouw van driehonderd huizen.
Heusdens en De Bruijn komen met de verschillende bedrijven overeen dat, als de gemeente van het Rijk toestemming krijgt te bouwen, die bedrijven zelf een deel van de kostprijs voor hun rekening dienen te nemen.
Zo verplicht de BPM zich niet alleen 15% van de kostprijs te betalen maar neemt het ook op zich alle medewerkers in Vlaardingen te huisvesten.
De woningen die al in aanbouw zijn op het Mendelssohnplein, komen hierdoor ter beschikking van de BPM.
Met Caltex wordt een financiële constructie afgesproken waarbij er twintig luxe villa’s voor de directie gebouwd zullen gaan worden in het Van Heutszpark.
Ook met andere (niet-Vlaardingse) bedrijven als de N.V. Dok en Werf Maatschappij Wilton Feijenoord, de Albatros Superfosfaatfabrieken N.V. en de N.V. Phs. van Ommeren Scheepvaartbedrijven, worden financiële constructies overeengekomen, waardoor ook zij de beschikking krijgen over woningen voor hun werknemers.
De mogelijkheid werknemers te kunnen huisvesten, zet het gemeentebestuur ook succesvol in om bedrijven binnen te halen. Een voorbeeld hiervan is Cincinnati (zie ook ‘Gebouwen’). In mei 1952 slaat de directeur van dat bedrijf in de Babberspolder de eerste paal voor de bouw van 337 woningen, bestemd voor zijn werknemers.
In hun drang voor de stad woningen te realiseren maken Heusdens en De Bruijn op eigen initiatief afspraken met bedrijven. Achteraf blijkt dat zij hierbij vaak de randen opzochten en soms ‘vergaten’ de gemeenteraad juist en volledig te informeren.