Doelen

Je hebt geleerd welke kritiek men had op de katholieke kerk. Ook kun je de oorzaken van de opstand benoemen. En tenslotte weet je hoe de drukpers heeft bijgedragen tot een succesvolle opstand.

Begrippen

  • Aflaat: bewijs van vergeving van zonden, dat je kon kopen.
  • Beeldenstorm: vernielen van beelden en schilderingen in katholieke kerken en kloosters
  • Bijbel: heilig boek van de christenen; bestaande uit oude en nieuwe testament
  • Boekdrukkunst: uitvinding van de drukletters, die in een drukpers zorgen voor een snelle vermenigvuldiging van een tekst, zoals de bijbel.
  • Godsdienstvrijheid: mensen mogen zelf beslissen wat ze geloven
  • Hervormer: mensen als Luther, die de katholieke kerk wil veranderen.
  • Ketter: iemand die zich niet aan de regels van de kerk hield.
  • Opstand: verzet tegen de Spaanse koning en zijn maatregelen.
  • Protestanten: verzamelnaam van christenen, die de ideeën van de hervormers wilden uitvoeren.
  • Tiende penning: een soort belasting: van alle verkopen moest men 10% belasting betalen. (Lijkt op BTW).