De Hollandse Pelmolen

In 1924 koopt Jacobus Nieboer, graanhandelaar uit Groningen, het hele complex. Datzelfde jaar wordt de NV De Hollandse Pelmolen opgericht. Achter deze constructie zit de Duitse firma Hildebrandt, die in het fabiekspand machines laat installeren voor het pellen, splitten en polijsten van erwten. Stoomkracht is uit, er komt een grote electromotor. De Duitse directeur lgt in de jarn dertig legt veel nadruk op de verwerking van gele erwten, die met name in Duitsland in trek zijn. De productie wordt opgevoerd en dagelijks arriveren er schepen vol erwten uit Oost Europa. Na de verwerking gaan de erwten op binnenvaartschepen naar Duitsland. Achteraf wordt duidelijk dat men op die manier een voedselvoorraad aanlegt voor de komende oorlog.

 

Na de bevrijding wordt de NV De Hollandse Pelmolen als vijandelijk vermogen in beslag genomen en in 1947 verkocht aan de daarvoor opgerichte Industrie en Handelsmaatschappij 'De Hollandse Pelmolen'. Het bedrijf wordt weer een goed lopende onderneming en in 1956 vernieuwt men de gehele installatie.

Drie dagen nadat alles weer gereed is, vindt er een stofexplosie plaats gevolgd door een hevige brand. Via de elevatoren verspreidt het vuur zich door het hele gebouw.

Het dak stort in en de vloeren branden grotendeels weg. Maar de solide bouw uit 1873 zorgt ervoor de muren niet zijn ontzet.. Twee jaar duurt het herstel en met een nieuwe installatie wordt de productie weer opgestart.