Stoomkracht blijkt de oplossing om het hele jaar door de regelmatige aandrijving te krijgen die voor het pellen belangrijk is.
Zo'n stoompelmolen vraagt aanzienlijk meer ruimte en hoogte. Die hoogte leidt tot problemen vanwege de windvang van de molens langs de Galgkade en als tijdens de bouw de toegestane hoogte dreigt te worden overschreden, komen in 1852 de problemen in de gemeenteraad aan de orde. De raad gaat akkoord, mede 'in het belang der zaak tot bevordering van bloei en welvaart', waar burgemeester Van der Drift op wijst.
Gedurende de rest van de eeuw breidt het bedrijf gestaag uit. Zo komen er pakhuizen, komen er nieuwe stoomketels, nieuwe maalstenen en verandert het hele proces van malen en drogen. Het gebouw wordt hoger voor de graansilo en langer voor een nieuwe macinekamer.
Behalve fabrieksruimten en pakhuizen verschijnen er ook woonhuizen voor de firmanten en hun gezinnen. De fabriek krijgt in 1873 de naam Stoommeelfabriek De Maas.