De moord op notaris Hollestelle

Het is januari 1945. In het zuiden van Nederland is de oorlog voorbij. De bevrijders zijn tot aan de Bergsche Maas gekomen. Het Land van Heusden en Altena hebben ze nog net niet bereikt. Daar krijgen de bewoners het zwaar te verduren. Ook in Andel. Het is zo gevaarlijk dat de bewoners van Neer-Andel (het Benedeneind) het dorp van de Duitsers moeten verlaten. Vaders, moeders en kinderen laten hun huizen en dorp achter. Lopend gaan ze op zoek naar plaatsen waar het veilig is. Soms is dat ver van Andel vandaan. Vriendelijke mensen zorgen voor onderdak. Ook notaris Gerard Hollestelle en zijn vrouw laten hun huis aan de Hoge Maasdijk achter. Ze vinden onderdak in Goudriaan, een dorp tussen Gorinchem en Schoonhoven. Als de winter voorbij is en het voorjaar is geworden, besluit de notaris terug te gaan naar Andel. Hij wil weten hoe het er daar voor staat. De notaris is vooral nieuwsgierig naar zijn huis. Dat heeft hij immers ‘van de ene op de andere dag’ achter moeten laten. In april 1945 komt hij na een avontuurlijke overtocht over de Waal in Andel aan. Hij ontmoet er zijn buurman. Die is ook net terug. Samen gaan ze het huis en het kantoor van de notaris bekijken. Alles is overhoop gehaald. Een paar zilveren lepels van opa en oma hebben de Duitsers achtergelaten. De notaris steekt ze in zijn zak en neemt ze mee. De mannen nemen afscheid. Voor altijd zal later blijken.

Notaris Hollestelle gaat niet direct terug naar Goudriaan, maar overnacht in herberg De Zwaan, verderop in Andel aan de dijk. De volgende dag is het al vroeg onrustig in het dorp. Vijf Duitse soldaten zijn heel vroeg het dorp binnen getrokken. Ze zijn op zoek naar paarden en wagens. Een van de soldaten is Karl Heinz Kiy. Hij is 18 jaar oud en gedraagt zich als de leider van de groep. Niet ver van de herberg wordt een boer met het pistool op zijn borst gericht, gedwongen meteen voor paarden en wagens te zorgen. De boer weigert. Kiy aarzelt niet en haalt de trekker over, maar het pistool weigert. De boer schrikt zich te pletter en gaat snel op weg om een paard en wagen te zoeken. De Duitsers, en vooral Kiy, vinden dat de boer teveel treuzelt. Tien mannen wordt opgepakt en tegen de muur van een huis aan de dijk gezet. Ze worden met de dood bedreigd als de gevraagde paarden en wagens niet snel komen.

Intussen gaat Kiy naar herberg De Zwaan. Daar ziet hij Gerard Hollestelle. Met veel geweld neemt hij hem mee. Als Karl hoort dat het om een notaris gaat, scheldt hij hem uit voor kapitalist. Hij vindt hem maar een verwende rijke man. Daar moet deze Duitse soldaat blijkbaar niets van hebben. De notaris heeft heel goed in de gaten dat er voor de tien opgepakte mannen doodsgevaar dreigt. Hij probeert Karl te kalmeren en hem van zijn plannen af te brengen. Tevergeefs. Karl richt al zijn aandacht op de notaris. Hij geeft
een soldaat opdracht hem dood te schieten. Die weigert dit. Dan schiet Karl zelf. Notaris Hollestelle is niet meteen dood. Dan schiet Kiy nog een keer. De mannen staan nog altijd met de handen tegen de muur. Ze krijgen het bevel de notaris van de dijk te gooien. Als de mannen dit weigeren, doet Karl het zelf. Maar eerst rooft hij de zakken van notaris Gerard leeg. Door een forse trap belandt het lichaam onder aan de dijk. Karl gooit er ook nog een kar achteraan. De tien mannen zien alles gebeuren en zijn verschrikkelijk geschrokken. De Duitsers trekken verder. Het is half negen in de ochtend. Gerard Hollestelle is op een afschuwelijke manier om het leven gekomen. Nog maar een paar weken zou de oorlog duren. Gerard is 35 jaar oud als hij sterft. Zijn vrouw blijft alleen achter. De inwoners van Andel zijn verslagen als ze van de moord horen.

Het lichaam van de notaris wordt tijdelijk naar een schuur gebracht. Later wordt het opgebaard in herberg De Zwaan. Van daaruit wordt hij begraven. Omdat de burgemeester bang is voor luchtaanvallen loopt de stoet in drie groepen naar de begraafplaats bij de Romboutstoren. Daar wordt de notaris begraven. Vrienden plaatsen na de oorlog een gedenksteen op het graf. ‘Hij viel door Duitsche moordenaarshanden’, staat erop geschreven. 

Hoe loopt het met Karl Kiy af? Hij wordt gearresteerd en verhoord. Karl wordt ervan verdacht nog meer mensen in onze streek te hebben vermoord. De soldaat wordt opgesloten in een gevangenis, maar ontsnapt. In 1951 krijgt de burgemeester van Andel een brief van iemand uit Hannover. Die schrijft gezien te hebben wat Karl heeft gedaan. Hij schaamt zich daar nu voor. In 1954, bijna tien jaar na de oorlog, staat Karl in Hannover voor de rechter. Mensen uit Andel die de moord op de notaris gezien hebben zijn erbij en vertellen de rechter wat ze hebben meegemaakt. Daar wordt ook bekend wie die Kiy eigenlijk is. ‘Zijn gezicht is bleek en hij verdedigt zich met zachte doch opgewonden stem’, schrijft een Duitse krant. Voor diefstallen heeft hij al vaker voor de rechter gestaan. In zijn jeugd is Karl twee keer weggelopen uit een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Als hij 17 jaar is mag hij het leger in. In het militaire uniform voelt Karl zich een hele vent, want met zo’n uniform heb je aanzien. Helaas gaat hij daar niet goed mee om. Toch wordt Karl niet bestraft. De rechter vindt dat het niet voor honderd procent zeker is dat hij schuldig is aan de moord op notaris Hollestelle.