Rudolph Thorbecke

Rudolph Thorbecke was een Nederlandse staatsman. Hij was de grondlegger voor het parlementarisme in Nederland. Ernst dunkelburg

Thorbecke werd geboren in een half-Nederlandse en half-Duitse familie. Omdat zijn ouders werkeloos waren, leefden ze in grote armoede. Daardoor vroegen ze steun bij familieleden die in het buurland Duisland woonden. Hierdoor ging het weer beter met de familie. Thorbecke werd door zijn vader gestimuleerd om te gaan studeren en dat hij hierdoor een veel betere carrière tegemoet ging. Hij wilde bereiken wat zijn vader niet bereikt had : zijn eigen familie onderhouden. Hij ging in Amsterdam naar school en werd daar onderwezen door Lutherse de lutherse dominee Georg Sartorius. Daarna studeerde hij af in Leiden. Op 23 juni 1828 werd hij gepromoveerd tot letteren. Nadat hij gepromoveerd was trok hij als privaatdocent naar Duitsland, hij kwam in de universiteit in Göttingen in aanraking met het Duitse filosofische idealisme. Later dreven hem gelzorgen terug naar Nederland, waar hij in 1825 benoemt werd tot hoogleraar aan de universiteit in Gent. Hij gaf de vakken Europese geschiedenis, internationale betrekkingen en statistiek. Toen hij in Gent woonde bestudeerde hij de economische ontwikkelingen, vooral de toenemende industrialisatie. Hij las veel teksten van de Zwitser Sismondi. Hij publiceerde over het onderwerp (Verhandeling over den invloed der machines op het samenstel der maatschappelijke en burgerlijke betrekkingen) in 1830. Door de Belgische opstand in 1830 moest hij Gent verlaten. Hij werd in Leiden benoemd tot hoogleraar voor diplomatie en moderne geschiedenis. In 1836 trouwde hij met een 19-jarig Duist meisje, de dochter van de Duitse hoogleraar Solger. In 1840 werd hij lid van de zgn(dubbele kamer). Van 1844 tot 1845 was hij lid van de tweede kamer en de grondwetscommissie. Als voorzitter van de grondwetcommissie was Thorbecke in 1848 grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie. Door de invoering van de grondwet kwamen er duidelijke verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid.