Het Wilhelminakanaal wordt aangelegd

Haghorst en de Biest krijgen een haventje.

Van 1910 tot 1923 is het Wilhelminakanaal van Oosterhout naar de Zuid-Willemsvaart gegraven. Daarvoor was vele jaren gelobbyd, vooral door de gemeente Diessen die het kanaal dicht bij de kern Diessen wilde hebben. Maar het werd langs de noordkant van Haghorst en de Biest, waar de gemeente Hilvarenbeek tevreden mee was en grond voor had aan- geboden. In 1922 werd het gedeelte tot en met Biest en Haghorst geopend.

Aanvankelijk werd met de schop gegraven door poldermannen uit West-Brabant. Zij sliepen in keten langs het kanaal. Vanaf 1918 werd ook in de Biest en Haghorst gegraven, waar veel landarbeiders uit de Biest aan meegewerkt hebben. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd steeds meer gebruik gemaakt van graafmachines die in de oorlog gebruikt waren om loopgraven mee te maken, waardoor het werk sneller vorderde.

 

Door het kanaal werden enkele historische verbindingen – zoals de Bosscheweg en de Houtakkerseweg in de Biest en de Haghorstsedijk van Heizen naar de Lage Haghorst – onderbroken. In de Biest kwamen er twee ophaalbruggen op een kilometer afstand van elkaar voor in de plaats. Met de brug in de Biestsestraat werd de verbinding Diessen – de Biest – Moergestel hersteld. Met de relatief weinig gebruikte Holenakkerbrug kwam er een soort van compromis tussen de Akkerstraat en de Houtakkerseweg (nu Vossenhol genoemd) als verbindingsweg Hilvarenbeek – Moergestel.

In Haghorst kwam een schutsluis met een brug op de Hoge Haghorst, waardoor de historische verbinding van Diessen met Moergestel over de buurtschap Lage Haghorst verbroken werd en er een nieuwe hoofdroute ontstond over de Emmerseweg / St. Josephstraat.

 

De Biest heeft zwaar moeten inleveren voor de door de gemeente Hilvarenbeek gewenste vooruitgang. Op de Houtakkerseweg werden een aantal boerderijen gesloopt om plaats te maken voor het kanaal met jaagpad, flankerende wegen en sloten. De boeren van de Houtakkerseweg waren ook de directe verbinding met veel akkers en beemden langs het Spruitenstroompje kwijt. Ook werd een flink stuk van de Gemeynt afgesneden. Als compensatie hadden de boeren van de gemeente geëist dat er een loswal zou komen in de Biest, en die werd in 1922 aangelegd en geopend. Tegenover de loswal werd aan de Biestsestraat een loods van de NCB gebouwd, waar de goederen, zoals zakken kunstmest, afgeleverd werden. De opzichter van de graafwerkzaamheden in de Biest werd havenmeester. Hij bouwde naast de NCB-loods het café Havenzicht. Het bouwwerk bestaat nog als de voorbouw van het uitgebreide café De Gulle Brabander. 

De niet meer gebruikte loswal is in 2010 vervangen door een passantenhaventje voor plezierboten.

 

Ook in Haghorst bouwde de gemeente een loswal. Er werd een weeghuisje en een weegbrug gebouwd, en er werd een havenmeester aangesteld. Ook hier bouwde de Boerenbond een pakhuis. Kunstmest en zaaigoed werden over het kanaal aangevoerd en landbouwproducten afgevoerd.

De in onbruik geraakte loswal is in 2010 in zijn geheel in het kanaal gekieperd en niet meer herbouwd.