De legende van Johanna van Brabant in Groot Westerwijk

In het najaar van 1390 reisde Hertogin Johanna per koets van haar kasteel in Turnhout naar Den Bosch, het administratieve centrum van het noordelijke kwadrant van het hertogdom de Meijerij van Den Bosch. De reis kwam tot een onverwacht einde nabij Groot Westerwijk, maar kon de volgende dag weer zonder ernstige misère vervolgd worden. Voor Groot Westerwijk werd dit incident een historisch gebeuren dat tot de dag van vandaag nog zijn sporen heeft nagelaten.

Het gezelschap volgde de route over Roovert, Gorp en Abcoven naar Tilburg, waar overnacht zou worden. Maar nabij het oude gehucht Abcoven bij Goirle ging het mis. In het vallende duister raakte het gezelschap van de weg en de rijtuigen liepen vast in het moeras van het Donkven, langs de Abcovensedijk. Hulp leek nabij, maar de bewoners van Abcoven weigerden de hertogin te hulp te komen, naar verluidt uit wrok vanwege de verwoestingen die de bendes van Gelre twee jaar eerder aangericht hadden in het grensconflict met Brabant. De begeleiders van de hertogin trokken daarop naar het oosten door het onherbergzame gebied. Zodoende kwamen ze na drie kilometer uit bij een groepje boerenwoningen op Groot Westerwijk, de buurtschap Langencruys. De bewoners van deze buurtschap snelden direct te hulp, en het lukte hen om met hun ossen de koetsen uit het moeras te trekken.

Doorreizen naar Tilburg zat er in het duister niet meer in. Het gezelschap trok naar Groot Westerwijk, waar de hertogin onderdak kreeg in een boerderij. De huidige bewoners van deze boerderij, die de Kruishoeve genoemd wordt, vertellen nog met trots dat de fameuze hertogin Johanna bij hun overnacht heeft.

 

Op de dag voor kerstmis daaropvolgend, krijgen de bewoners van Langencruys het bericht dat de hertogin hun als dank voor de bereidwillige, dappere hulp de hele Donk geschonken heeft, een veengebied van 64 hectaren groot. Vanaf die dag laten zij elk jaar op kerstavond een mis opdragen voor het welzijn van de hertogin en haar nakomelingen.

In Hilvarenbeek wordt ter herinnering nog elke avond om 9 uur het Johannaklokje geluid. Dit is de Lucasklok, een van de vier evangelistenklokken, gegoten in 1536. In 1914 zweeg het Johannaklokje vanwege de mobilisatie, en pas op 12 november 1927 is het gebruik hervat, na een besluit van de gemeenteraad.

Op Groot Westerwijk werd voor de hoeve waar Johanna verbleef na haar redding een groot houten kruis opgericht. Nu, ruim zes eeuwen later, staat er voor de Kruishoeve nog steeds een groot eikenhouten kruis met het jaartal 1390 erin gebeiteld.

 

Lees meer

Ed van Hees, “Langencruys. Een legendarische buurtschap op Groot Westerwijk”. In: Tussen Paradijs en Toekomst nr. 104 (2018), p. 25-35.