Bier na wijn...

In Dordt géén venijn!

Water kwam niet uit de kraan en melk was geen favoriete drank. Dus dronken de Dordtenaren in vroeger tijden vier tot vijf keer zoveel bier als nu. En de kinderen deden even vrolijk mee. Maar een jolige boel? Nou nee, het was bittere noodzaak.

 

Aan het eind van de zestiende eeuw beklaagden omwonenden van de Nieuwe Haven zich over de bemanning van een schip die de lading rottende, dus onverkoopbare vis domweg overboord gooide en daarmee letterlijk schoon schip maakte. Of daar het gezegde ‘hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt ‘ vandaan komt, weten we niet, maar de gedachte is verleidelijk. Huisvuil werd met het grootste gemak naar buiten gekieperd en fecaliën belandden via stinkende binnengrachten in havens en rivier. Het was in vroeger tijden dan ook bepaald niet zonder risico om daar uit te drinken.

Het percentage alcohol in het bier was doorgaans weliswaar doorgaans lager dan nu, je kon er wel degelijk beschonken van raken, zoals uit menig middeleeuwse strafzaak blijkt. Ook kinderen mochten graag een pintje pakken en daar hadden hun ouders geen enkele moeite mee. Het drinken van bier was de normaalste zaak van de wereld. Geen wonder dus, dat er al in de tweede helft van de dertiende eeuw niet alleen in Dordrecht, maar ook elders veel bierbrouwerijen gevestigd waren.

Wijnhandel
Dankzij het stapelrecht was de wijnhandel een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. Daar heeft de stad haar talloze wijnkelders aan te danken, evenals de namen Wijnstraat en Kuipershaven. Kuipers waren nodig om de wijn in andere vaten over te tappen.
En zo mag Dordrecht zich met recht een wijnstad noemen, wat ook blijkt uit de hoeveelheid wijn die in de jaren 1531-1532 de stad verliet: meer dan één miljoen liter! In de Franse Tijd kwam er een eind aan het stapelrecht en was de wijnhandel voorbij.

Bierbrouwerij De Sleutel
Brouwerij De Sleutel gebruikte ‘anno 1433’ in haar reclame-uitingen, maar of dat klopt, valt te betwijfelen. Er stond in 1410 al een huis op de Groenmarkt dat 'In den Slotel' heette. Pas in 1533 was er sprake van een koopman wiens kinderen de achternaam Brouwer gingen gebruiken. Waarschijnlijk was dit tevens de brouwer die het nog steeds bestaande huis De Sleutel liet bouwen.

In 1577 kreeg de brouwerij van de tappers klachten over het geleverde bier: het stonk! Onderzoek wees naar een verwer (schilder), die het water van de haven verontreinigd zou hebben met een goedje dat niet weg te koken viel. De Sleutel heeft alle concurrenten in de loop der eeuwen zien verdwijnen en ging op een eenzame eerste plaats de twintigste eeuw in.

Het paard Trui
Een droevige zaak was het overlijden op 19 april 1929 van het paard Trui, dat negen jaar lang trouw haar diensten voor De Sleutel had verricht. En dat is lang voor een paard. Trui werd vervangen door een T-Ford die de vaten bier voortaan zou rondbrengen. Trui is vermoedelijk het enige werkpaard van een brouwerij dat geportretteerd is. In 1953 werd De Sleutel overgenomen door Heineken en in 1968 was het over met de productie van Sleutelbier.

In voormalige lagerkelder en het moutpakhuis van De Sleutel aan het Buddingh’ Plein is sinds 2006 Stadsbrouwerij Dordrecht gevestigd en wordt er weer Dordts bier gebrouwen. En nee, het heet geen Sleutelbier, maar… Schapenkopje. Lekker Dordts dus!