Oorlog met Spanje
In deze periode werd de koning van Spanje de baas in de Nederlanden. Vanaf 1555 was dat Filips II. De Nederlanden waren het niet eens met zijn bestuur en kwamen in opstand. Willem van Oranje (1533-1584) was hun leider. Hij was een goede vriend van Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619). In 1588 namen de Noordelijke Nederlanden het besluit dat ze niet meer hoefden te luisteren naar koning Filips II.
Kiezen voor een Republiek
Het was dus tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe koning. Maar ze vonden niemand die er geschikt voor was. Daarom besloten de Noordelijke Nederlanden om een Republiek te worden. Een Republiek heeft geen koning, die zijn titel van vader op zoon doorgeeft.
Johan van Oldenbarnevelt
Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) werd raadpensionaris van de nieuwe Republiek, een soort minister-president. Onder zijn leiding werd de Republiek erg machtig in Europa. Dit was bijzonder, omdat in andere landen juist de koningen steeds machtiger werden. Het succes maakte Oldenbarnevelt beroemd in binnen- en buitenland.
Ruzie en onthoofding
Johan van Oldenbarnevelt werkte jarenlang samen met de zoon van Willem van Oranje, Maurits (1567-1625). Maurits was de baas van het leger. Samen hadden ze een mooie taakverdeling. Oldenbarnevelt leidde de politiek, Maurits leidde de oorlog tegen Spanje.
Na 1600 waren ze het steeds vaker oneens met elkaar. Maurits wilde oorlog blijven voeren tegen Spanje. Maar Oldenbarnevelt sprak juist een wapenstilstand af met de Spanjaarden.
Maurits voelde zich steeds meer bedreigd door Oldenbarnevelt. Uiteindelijk kwam het zelfs zo ver dat hij hem liet arresteren. Tot zijn verbazing werd Oldenbarnevelt ter dood veroordeeld. Op 13 mei 1619 werd hij onthoofd. En dat allemaal door toedoen van de zoon van zijn held, Willem van Oranje.