Ga mee naar buiten…

Venster 46: Geschreven door Bernadette Verhoef.

Vakantie was voor ‘gewone mensen’ tot aan de 20e eeuw een onbekend verschijnsel, een luxe voor rijken. Bovendien was de zomerperiode de drukste tijd op de boerderij.
Zondag was voor velen de enige vrije dag. Een paar weken eropuit trekken was er tot de tweede helft van de 20e eeuw niet bij. Als kinderen vrij van school hadden, bleven ze thuis om klusjes te doen. Ze trokken de polder in of gingen logeren bij familie.
Eind jaren ’50 was Nederland de oorlog te boven gekomen. De lonen schoten omhoog, tegelijkertijd nam het aantal vakantiedagen snel toe. In 1962 werd de vrije zaterdag ingevoerd. Men had dus meer tijd om eropuit te trekken, vooral in het weekend.

Frisse lucht (Zie afbeelding 46.1.)

Al in de 17e eeuw waren Koudekerk en Hazerswoude-Rijndijk aantrekkelijk voor rijke burgers die een buitenhuis langs de Rijn zochten. Met de trekschuit waren deze goed te bereiken. In deftige families was het mode om een tweede huis te hebben, ver van de stinkende en benauwde stad.

Rijnwoude zal niet bij veel mensen hoog op de lijst staan van vakantiebestemmingen. Toch biedt het ongekend mooie plekjes om rustig te kunnen genieten van de natuur. Ook de actieve mens hoeft niet ver van huis om te wandelen, fietsen, vissen, varen, roeien, zwemmen, skeeleren, schaatsen of golfen, hetzij op de klassieke hetzij op de ludieke manier. Ruimte en variatie genoeg om lekker dichtbij huis te recreëren.

Wat je thuislaat is meegenomen (Zie afbeelding 46.2.)

Voor de mensen van buiten is er aan de Voorweg op loopafstand van Hazerswoude-Dorp een natuurcamping van de NTKC, de Nederlandse Toeristen Kampeer Club, die in 1912 is opgericht. Dit is een vereniging die zich richt op sportief kamperen met een bescheiden uitrusting. Het is een camping op kleigrond, midden in het oer-Hollandse landschap met landerijen die worden afgebakend door knotwilgen en slootjes. Het heeft een paar grote velden en kleine veldjes die met struikgewas van elkaar zijn gescheiden. Een kantine met disco ‘s avonds is niet aanwezig maar voor de liefhebbers zijn er wel kampvuurkuilen waarop gekookt kan worden of waarin gewoon voor de sfeer een vuurtje kan worden gestookt.

Klein Giethoorn (Zie afbeelding 46.3.)

Het Rietveld wordt ook wel ‘Klein Giethoorn’ genoemd. Boeren konden vroeger alleen per boot hun land bereiken. Na de ruilverkaveling in de jaren ’70 en ‘80 werden de eerste wegen aangelegd. Door de aanleg van 9 km wandel- en fietspaden is in aansluiting op de bestaande wegen een net van wandel- en fietspaden gerealiseerd.

De Rietveldse Molen dateert uit 1648. Deze staat aan de Papenvaart waarin het boezemwater stroomt. De sloten en vaarten in de polder zijn breed. Dat komt doordat boeren eeuwenlang de bagger uit de sloten vermengde met de stalmest en met dit mengsel hun land ophoogden. Daardoor kreeg het land meer draagkracht en werd het vruchtbaarder. De achterste percelen werden gebruikt als hooiland.

Al voor de Tweede Wereldoorlog kwamen mensen uit de stad naar Pension Natuurschoon van de familie Meurs om een bootje te huren waarmee ze op het water konden vissen. Ook plaatsgenoten kwamen er voor een kopje koffie, een glaasje limonade en de speeltuin. Veel katholieke gezinnen reden op 15 augustus, Maria Hemelvaart, met paard en wagen naar het Rietveld, genietend van het feit dat zij wel vrij hadden en de anderen niet. Sinds 1951 heet het hotel-café ‘Klein Giethoorn’, maar het is nog steeds de plek voor een wandeling of fietstocht, een drankje, een boot, een feestje of een nachtje slapen met ontbijt te midden van de natuur.

(Zie afbeelding 46.4.)

Natura- 2000-gebied (Zie afbeelding 46.5.)

De Wilck ligt tussen Hazerswoude-Dorp en Hazerswoude-Rijndijk en behoort tot het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Het is een veenweidegebied met de grootte van238 voetbalvelden. Sinds 2000 is het ook een vogelrichtlijngebied voor met name de Kleine zwaan die daar overwintert. Door het aantal broedvogels zoals de grutto, de veldleeuwerik en de kievit heeft het al de status van weidevogelreservaat. In de winter is het een pleisterplaats voor duizenden smienten, en verschillende soorten zwanen. Omdat De Wilck in de winter minimaal één procent van de totale wereldpopulatie van kleine zwanen herbergt, heeft dit gebied de status “Wetland” gekregen.
In de lente en de herfst gebruiken talloze trekvogels het gebied als tussenstop.

De Wilck was vroeger een veenmoeras. Tegenwoordig is het een prachtig Oudhollands landschap met polders, sloten en koeien. Het is vernoemd naar de Wilck, een veenriviertje dat hier vroeger stroomde.

Nog weinig van te zien (Zie afbeelding 46.6.)

Het Bentwoud, een project van Staatsbosbeheer, moet een enorm recreatiebos worden ten zuiden van Hazerswoude-Rijndijk en onder meer langs de HSL-lijn. Het is bedoeld om de openluchtrecreatie in de Randstad te vergroten, een buffer op te werpen tegen verstedelijking en ter versterking van de ecologische infrastructuur van Zuid-Holland. Het gebied met bos, waterpartijen, moeras, en grazige weiden wordt doorsneden door fiets- en wandelpaden. Delen ervan zijn inmiddels (bijna) klaar zoals een nieuwe golfbaan in de buurt van Benthuizen en Zoetermeer.

Een bijzonder gedeelte is het Avatarbos. In de film Avatar speelt bewondering en respect voor de natuur een belangrijke rol. In het Avatarbos komen zwerfpaden, droomplekken en levend meubilair zoals in de film te zien zijn. Het wordt voor en door jongeren gerealiseerd.

De Elfenbaan is het stukje land dat tussen de N11 en de spoorlijn Leiden-Alphen ligt. Het is een broedgebied van de oeverzwaluw en de visdief maar de meeste mensen zullen het kennen van de pony’s die er staan. Voor de oeverzwaluwen is in 1999 een wand geplaatst, vaak te herkennen aan de graffiti en natuurlijk de gaten waarin de zwaluw, soms wel 60 paartjes, zich nestelt.

Vogelobservatiehut Amalia (Zie afbeelding 46.7.)

Het natuurgebied Spookverlaat/Kruiskade is ontstaan aan het einde van de jaren ’80 als natuurcompensatie voor de ruilverkaveling in de Rijnstreek. Het is een langgerekt gebied van 25 hectare dat zich goed leent voor wandelingen. Hier en daar kan gevist worden. Er zijn tientallen soorten zang- en watervogels te zien, onder andere vanuit de vogelkijkhut. In de directe omgeving zijn veel weidevogels. Langs het Spookverlaat staan boerderijen. Aan het begin van de weg, de Galgweg, staan ook enkele boomkwekerijen. Bij Jeu de Boer kan boerengolf gespeeld worden en begint de polderstepsafari. Het is slechts een kleine greep uit de mogelijkheden van dit recreatiebedrijf.