Antirevolutionaire Partij (ARP)

De eerste politieke partij in Nederland

De Antirevolutionaire Partij (ARP) was de eerste politieke partij in Nederland. Ze waren protestants. Ze gingen verder met de parlementaire stroming. De partij werd opgericht door Abraham Kuyper.

De ARP keek vooral naar de protestantse leer. Ook gingen ze voor de financiële gelijkheid in het onderwijs. De partij werd gevormd door neocalvinisten. De ARP wilde uitbreiding van het kiesrecht. Hierdoor kregen ze meerdere stemmen, waardoor ze meer zetels kregen. In 1917 werd het passief kiesrecht ingevoerd.

De ARP wilde dat Nederland een sterke defensie en een goede handhaving had. Economisch was de partij niet veel mee bezig, vanaf 1960 wel. Toen wouden ze de sociale gerechtigheid verbeteren. De ARP was tegenstander van een vrouwelijke volksvertegenwoordiger tot 1963. Het belangrijkste doel voor de ARP was de gelijkstelling tussen bijzonder en openbaar onderwijs. De Wet op lager onderwijs in 1878 stelde wel strenge eisen aan scholen zorgde ervoor dat het snel ging. 

Abraham Kuyper, de predikant, richtte een krant op in 1872 met de naam 'de Standaard'. In 1877 richtte hij een partijprogramma met de naam 'Ons Program'. Kuyper richtte een Vrije universiteit in 1880 en hij heeft er mede voor gezorgd dat de gereformeerden van de Hervormde Kerk afgesplitst werd.

In 1888 behaalden ze een Kamermeerderheid met de katholieken en ontstond het kabinet-Mackay. In 1901 werd Kuyper minister-president en was het dus weer een succes voor de ARP. Kuyper was betrokken bij een schandaal in 1909 en toen was het klaar voor hem. Kuyper was nog wel veel bezig met zijn eigen partij. 

In 1920 nam Colijn het over. Hij besloot om nadruk te leggen op een sterke defensie en een goed economisch beleid. Colijn werd door velen gezien als een goede leider. 

Tijdens de tweede wereldoorlog was de partij belangrijk voor het verzet. Na de oorlog bleef de ARP buiten het kabinet. In 1952 kwam de partij weer terug in de regering. De ARP werkte goed samen met de CHU, maar in 1965 ging de samenwerking minder. De ARP, KVP en de CHU werden alsnog in 1980 samen het CDA. De CDA bestaat nog steeds en zit nu ook in het kabinet. 

Zo heeft de ARP goed meegedragen aan de parlementaire democratie. Het was de eerste Nederlandse politieke partij. Een politieke partij is belangrijk in een parlementaire democratie. Nog steeds is het CDA een bekende partij en zit nu in het kabinet.