Het kinderwetje van Van Houten

Een wet tegen kinderarbeid

Totdat het wetje van Van Houten kwam, was kinderarbeid heel normaal. Door armoede waren velen er voorstander. Vooral ouders van de kinderen waren hiervoor omdat het een van de inkomsten was van de familie, die ze vaak hard nodig hadden. De regering gaat zich ermee bemoeien en daardoor komt er een nieuwe wet.

Kinderen werkten in fabrieken, maar ook op het land of in een winkel. Kinderen waren heel goedkoop. Ze konden er iets van leren en het ze zorgden ervoor dat het gezin meer inkomen kreeg. Toen kinderen ook in de fabrieken moesten werken door de Industriële Revolutie, waren er steeds meer mensen tegen. 

De werkomstandigheden waren heel slecht. De kinderen misten vaak veel slaap en moesten hard werken. Wat natuurlijk helemaal niet gezond was voor deze kinderen. Rond 1860 kwam er steeds meer kritiek. Er werd uitgelegd door dokters en leraren dat het werk ongezond was en dat de kinderen naar school moesten. Steeds meer werk werd door fabrieken overgenomen en de leeftijd van kinderen die in de fabrieken werkten werd dus steeds verhoogd, omdat de jongere kinderen nog niet konden lezen en schrijven. 

 

De Kinderwet van Van Houten verbood kinderarbeid tot twaalf jaar in werkplaatsen en fabrieken. Nog steeds konden fabrieken kinderen gebruiken. Landarbeid werd niet verboden. Er werd bijna niet gecontroleerd of er aan de wet gehouden werd. Door de wet werd kinderarbeid voor kinderen onder 12 jaar verboden, nog altijd is kinderarbeid verboden. En heeft deze wet van Samuel van Houten dus zeker een grote betekenis gehad voor kinderarbeid.