Naar aanleiding van de geschiedenis, de plek en het kunstwerk heeft dichter Koos Geerds een gedicht geschreven:
weerszijden
er zijn geen woorden voor saamhorigheid
voor noaberschap en vanzelfsprekendheid
verbinding die zich uitdrukt in gebaren
in zwijgzaam op gemeenschap zijn gericht
een onbenoembaar oeroud wij-gevoel
dat ondanks wrijving roddel wrok en wrevel
de grondtoon van het samenleven bleef
geen tol te hoog voor wederzijds respect
geen hek dat zich niet wijd kan openen
geen mens die niet naar het moment verlangt
waarin zijn diepste zelf zich voelt erkend
geen uur te laat om dit te overpeinzen
de vaart die opgejaagd werd door de wind
ligt in de avondzon weer spiegelglad