Tijdens de Tweede Wereldoorlog is op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland een groep verzetsstrijders actief. Als ze in 1944 proberen over te steken naar het eiland Noord-Beveland, dat al bevrijd was, worden ze door de Duitsers gearresteerd. Een militaire rechtbank veroordeelt hen tot de dood door ophanging. De tien leden van de verzetsgroep krijgen ruim twee dagen geen eten en drinken en worden voor en tijdens het proces ernstig gemarteld. Toch laat niemand van hen ook maar iets los. Op 10 december 1944 worden de 'Tien van Renesse', zoals ze sindsdien genoemd worden, door de Duitse Wehrmacht opgehangen. (Meer informatie: www.janverhoeff.nl)
De Tien van Renesse worden geëxecuteerd
