Voor leerkrachten

Sporen van boeren en begraven

Hunebedden zijn de oudst zichtbare monumenten van Nederland. Ze werden 5000 jaar geleden gebouwd om mensen in te begraven. Sinds die tijd hebben er dus al mensen in het gebied gewoond. In de gemeente Tynaarlo zijn vier hunebedden te vinden. Twee van die hunebedden worden samen de Hunenborg genoemd.

Stenen uit de ijstijd

Tijdens de voorlaatste ijstijd (Het Saalien), zo'n 10.000 jaar geleden, was het in Europa veel kouder dan tegenwoordig. In de ijstijd breidden gletsjers zich vanuit Scandinavië uit naar Denemarken, Noord-Duitsland en Noord-Nederland. Het ijs was zo sterk dat het zand en stenen meenam. Toen het ijs smolt, bleven de enorme stenen achter. Mensen uit de prehistorie gebruikten deze stenen 5000 jaar geleden voor het bouwen van grafkelders, de hunebedden.

Reuzen of… ?

Lange tijd is het een raadsel geweest hoe de mensen in die tijd, zonder machines, de zware stenen konden optillen en stapelen. Sommige mensen dachten dat de hunebedden gebouwd waren door reuzen! Daar kwam dan ook de naam hunebed vandaan. Een reus werd namelijk ook wel een 'heun' genoemd. Een 'heunebed' was het bed van een reus.

Inmiddels weten we hoe het echt is gegaan. De mensen uit de prehistorie wisten hoe ze zware stenen konden verplaatsen om het hunebed te bouwen. Ze rolden de stenen van 25.000 kilo over boomstammen om ze te verplaatsen. Als de stenen op de juist plek waren werden ze rechtop gezet. Daarna werd de ruimte tussen de stenen opgevuld met aarde. Het graf werd afgedekt met grote stenen en vervolgens werd alle zand weer weggehaald. Er kwam zo binnenin ruimte tussen de stenen. Op de vloer werden stenen gelegd en de 'muren' werden bedekt met leem. De overledene werd in deze ruimte gelegd en tot slot maakten de bouwers het graf dicht met klei en zand.

Waar stonden de hunebedden?

Hunebedden werden gebouwd op hoger gelegen plekken in het landschap. In de eerste plaats omdat de zwerfkeien uit de ijstijd op zandruggen lagen. Verplaatsen was alleen maar extra werk. Daarnaast waren de hunebedden zo van een afstand zichtbaar. Ze werden langs preshistorische wegen gebruikt als herkenningspunt in het landschap en om het gebied van een bepaalde familie aan te duiden. Bij het hunebed bij Tynaarlo zijn oude karrensporen gevonden, we weten dus dat dit hunebed aan een oude weg lag.

Begraafplaats

Het was veel werk om iemand in een hunebed te begraven. Waarschijnlijk kreeg niet iedereen zo'n speciale begrafenis. We denken dat alleen stamhoofden in een hunebed werden begraven, maar er zijn nooit menselijke resten gevonden. Die waren door de tijd al helemaal vergaan. Wel zijn er veel potten, stenen bijlen, pijlpunten en kralen opgegraven. De overledene kreeg deze voorwerpen mee in het graf voor in het hiernamaals. In het leven na de dood had je de spullen hard nodig, zo geloofde de mensen in de prehistorie.
De aardewerken potten hadden de vorm van een trechter. Daarom wordt deze cultuur ook wel de trechterbekercultuur genoemd. De mensen noemen we ook wel de hunebedbouwers. Deze boeren leefden vooral van landbouw en veeteelt. Ze gebruikten de aardewerken potten om de oogst en zaden op te slaan. In de hunebedden bij Midlaren, Tynaarlo en Zeijen zijn door de archeoloog Van Giffen een aantal trechterbekers en bijlen gevonden. We weten daardoor dat er al mensen in dit gebied woonden.

Grafheuvels

Vanaf 2800 v. Chr. werden overledenen niet meer begraven in hunebedden, maar in grafheuvels. Een grafheuvel was een kleine, ronde heuvel met een diameter van 5 tot 25 meter en maximaal 2,5 meter hoog. In de heuvel werden mensen met potten en sieraden begraven. Vanaf 1200 v. Chr. werden mensen gecremeerd. Hun as werd in een urn gestopt en de urn kwam vergezeld van grafgiften in de grafheuvel terecht. In de 19e eeuw was er veel belangstelling voor oudheden. Dit leidde tot enthousiaste schatgraverij door de Asser elite. Mede hierdoor, en bijvoorbeeld ook door de ontginning van het landschap, verdwenen er veel grafheuvels.

Op het Noordsche Veld bij Zeijen en in het Holtveen en bij de Welterberg in Vries kun je nog grafheuvels bekijken. Deze grafheuvels worden samen ´De Negen Bergen´ genoemd. Op het Noordsche Veld zijn veel grafheuvels om verschillende redenen verdwenen, ze zijn vernield of ingestort. Op het Noordsche Veld zijn ook ommuurde akkers uit de prehistorie overgebleven, dit worden Celtic Fields genoemd.

De Hunenborg

In de gemeente Tynaarlo hebben sinds de prehistorie de hunebedden D3 en D4 (Midlaren), D5 (Zeijen) en D6 (Tynaarlo) gelegen. Hunebed D3 en D4 worden samen de Hunenborg genoemd. Hunenborg betekent 'burcht van de heunen'. Beide hunebedden liggen verscholen tussen twee oude boerderijtjes.

De Hunenborg is nooit opgeknapt en de hunebedden zijn helemaal begroeid met mossen. Van hunebed D5 is nog weinig over. Nu zijn we zuinig op hunebedden, vroeger waren mensen dat niet. De stenen werden vanaf 1883 gebruikt om huizen te bouwen. Gelukkig zijn er nog wel een aantal stenen te zien. Met hunebed D6 is hetzelfde gebeurd.