Familie van burgemeesters
De familie Tonckens is een begrip in Norg en omgeving. Maar
liefst vijf keer is een lid uit de familie burgemeester van de
gemeente geweest. In 1789 krijgt deze familie de beschikking over
de erfenis van Warmolt Lunsingh. Warmolt is vanaf 1630 in het bezit
van het Huis te Westervelde. Hij is een machtig en invloedrijk man
als Gedeputeerde van Drenthe en ette (rechter) voor het Dingspel
Noordenveld.
Omdat Warmolts oudste dochter getrouwd is met een Tonckens, gaat
zijn erfenis in zijn geheel naar de familie Tonckens. De erfenis
bestaat uit o.a. 201.770 gulden, 615 gram goud en een grote
hoeveelheid zilveren voorwerpen. Ook Huis te Westervelde is
onderdeel van de erfenis. Omdat de familie besluit hier gaat wonen
wordt dit huis vanaf dat moment de Tonckensborg genoemd. Het
geslacht Tonckens brengt veel mannen voort die een vooraanstaande
positie bekleden binnen de provincie Drenthe zoals burgemeester in
bijvoorbeeld Nord, Eelde en Zuidwolde of lid van het
provinciebestuur.
Johannes Tonckens (1834-1908)
Johannes Tonckens, geboren in 1834, is een voorbeeld van een man
uit de familie Tonckens die veel voor Norg heeft betekend. De
familie van Johannes is welgesteld. Johannes studeert rechten in
Groningen en wordt vervolgens raadslid in de gemeente Norg. Op
37-jarige leeftijd klimt hij op tot burgemeester van deze
gemeente.
In de ambtsperiode van Johannes is er van een ruim gemeentehuis nog
geen sprake. De vergaderingen van de gemeenteraad vinden
bijvoorbeeld plaats in de dorpskroeg: het café van Vedder, aan de
Brink. Alle inwoners van de gemeente mogen komen kijken, als ze
maar uit respect hun pet afzetten. Het gebruikelijke vervoermiddel
in deze tijd is paard en wagen, ook voor de burgemeester en de
raadsleden. Op de Brink staan daarom allemaal paaltjes om de
paarden aan vast te kunnen maken.
Johannes woont samen met zijn vrouw Hendrika Borgesius en hun vier
zonen in de Tonckensborg. Naast het woonhuis staat een grote
boerderij. Zelf kan hij naast het burgemeesterschap geen boer zijn
daarom wordt deze boerderij gerund door vijf knechten. De knechten
wonen bovenin de schuur. In het huis werken verder nog vijf
dienstmeisjes in de huishouding. Ze slapen in bedsteden in de
keuken.
Koninklijk bezoek
Johannes leeft in een periode waarin er veel verandert in Nederland. Als burgermeester krijgt hij daar veel mee te maken. Zo krijgt Nederland in deze periode bijvoorbeeld een eigen grondwet en een Nederlandse koning. Tijdens de ambtsperiode van Johannes komt koning Willem III in mei 1873 op bezoek in Norg. Het hele dorp wordt versierd met erebogen en vlaggen. Schoolkinderen staan zingend langs de weg. Als trotse burgermeester begeleidt Johannes de koning.
Naast politiek verandert er ook het een en ander binnen de
agrarische sector. Er blijkt te weinig landbouwgrond te zijn en dus
worden heide- en veengebieden geschikt gemaakt als akker. De
burgemeester neemt de beslissingen inzake de landelijke
infrastructuur. Zo laat hij bijvoorbeeld de Tonckensvaart
aanleggen. Over dit water varen schepen met turf, hout of stenen.
Johannes is belangrijk voor Norg.
In de kerk heeft zijn gezin een eigen bank. In de St.
Margarethakerk is deze bank nog te zien. Op de bank staat het
familiewapen van de familie Lunsingh, dit komt door de erfenis.
Overstap naar de provincie Drenthe
Als Johannes 48 jaar is, verandert hij van baan. Hij wordt
gekozen tot lid van de Gedeputeerde Staten van Drenthe. Johannes
Tonckens overlijdt in 1908. Zijn zoon, die ook Johannes heet, volgt
hem op als burgemeester en later ook als lid van de Gedeputeerde
Staten. Zo blijft de familie Tonckens een begrip in de gemeente
Norg en de provincie Drenthe.
In veel plaatsen worden leden uit de familie Tonckens burgemeester
of bekleden een andere belangrijke positie als notaris, rechter,
advocaat of statenlid. Warmolt Tonckens (1782-1865) wordt
bijvoorbeeld burgemeester van Eelde en president van het Drents
Gerechtshof. Ook Marius Tonckens (1865-1957) is bekend geworden,
als burgemeester heeft hij veel gedaan voor de gemeente
Zuidwolde.
Tonckensborg
Waarschijnlijk wordt het Huis te Westervelde al in de
middeleeuwen gebouwd door de rijke, adellijke familie Knasse. Vanaf
1630 wordt het huis in documenten genoemd. In het huis hebben alle
ruimtes hun eigen functie, zo kan bezoek worden ontvangen in de
woon- en eetkamer, is er een werkkamer/kantoor en zijn er
verschillende slaapkamers.
Rondom het huis zijn mooie tuinen, een bos en een gracht aangelegd.
Hierdoor lijkt het huis erg voornaam. Op het terrein staat een
theekoepel. De familie drinkt hier regelmatig thee en kan vanaf
daar ook over het water kijken naar de langsvarende schepen met
goederen.
In 1964 raakt het huis in verval. Het wordt voor veel geld
gerestaureerd in de 18e eeuwse staat. Tegenwoordig staat
het op de monumentenlijst en is nog steeds in gebruik als
boerenbedrijf. Het huis is niet te bezoeken maar het is wel
vanaf de weg te zien, net als de theekoepel. Het Tonckensbos, ook
genoemd naar de familie Tonckens, is wel toegankelijk.
De naam Tonckens komt nog steeds voor in de omgeving van Norg en Zuidwolde. Nazaten van de familie Tonckens wonen nu nog in de Tonckensborg.