Hunebedden
In de steentijd leven er ook al mensen in het gebied van de gemeente Noordenveld. Dat is meer dan 5000 jaar geleden. De mensen uit de steentijd hebben deze hunebedden gebouwd. Hunebedden zijn dus al erg oud. Het zijn groepsgraven. In Drenthe zijn nog 53 hunebedden over.
Grote zwerfkeien
De hunebedden zijn de oudste zichtbare monumenten van Nederland. Ze zijn opgebouwd uit zwerfkeien. Deze zwerfkeien zijn tijdens de voorlaatste ijstijd (Saalien) met het landijs vanuit Scandinavië naar ons land geduwd. De stenen zijn ontzettend zwaar. De grootste stenen wegen wel 20.000 kilo. Hoe de hunebedbouwers deze stenen op hun plaats kregen weten we niet precies. We denken dat ze de stenen tegen een zandheuvel sleepten en daarna het zand hebben weggegraven.
De trechterbekercultuur
De bouwers van de hunebedden zijn boeren uit de trechterbekercultuur. Zij zijn de eerste boeren in ons land. De boeren wonen in kleine gehuchten die bestaan uit drie of vier boerderijen. Ze hebben runderen, varkens, schapen en geiten. Ook verbouwen ze onder andere tarwe, gerst en vlas, linzen, bonen en erwten. We vermoeden dat ze daarnaast wilde appels, bramen, bessen en hazelnoten eten. Deze vruchten vinden ze aan de bosranden. Verder jagen de boeren op wilde dieren, eten ze vis en zoeken ze naar eieren. De akkers liggen op open plekken in het bos. De boeren gebruiken stenen bijlen om bomen om te hakken.
Offers
De beekdalen zijn voor de boeren heel belangrijk, want hier brengen ze offers aan 'hogere machten'. Deze offers bestaan voornamelijk uit stenen bijlen, potten met voedsel en horens van runderen.
Steenbergen
In Steenbergen ligt een hunebed. De naam Steenbergen is ontleend aan het hunebed. Mensen noemen hunebedden ook wel steenbergen of steenhopen. Het hunebed in Steenbergen heeft ook een registratienummer, namelijk D1. De D staat voor Drenthe. In de twintigste eeuw maakt de archeoloog Albert Egges van Giffen een inventarisatie van alle hunebedden in Nederland.
Westervelde
Ook in Westervelde staat een hunebed. Deze kennen we als D2. In 1869 wordt dit hunebed voor het eerst genoemd in een burgemeestersbrief. De kinderen van basisschool De Elsakker hebben dit hunebed geadopteerd. Ze hopen dat het zo in de toekomst ook goed bewaard blijft.
Grafheuvels
Van 2800 voor Chr. tot 1000 na Chr. wierpen de bewoners van Drenthe grafheuvels op. Onder deze grafheuvels, ook wel tumuli genoemd, begroeven ze hun doden of de crematieresten. De heuvels hebben een ronde vorm. Ze hebben een diameter van 5 tot 25 meter en een hoogte van 0,5 tot 2,5 meter. In de 19e eeuw was er veel belangstelling voor de oudheden. Dit leidde tot enthousiaste schatgraverij door de Asser elite. Hierdoor verdwenen veel grafheuvels. Door de ontginning van het landschap zijn er ook grafheuvels verdwenen.
Tonckensbos
In het Tonckensbos zijn veertig grafheuvels. Deze heuvels bevatten ontzettend veel archeologische informatie. Daarom hebben ze de status van 'rijksmonument' gekregen.
Er wordt geschat dat de heuvels uit ca. 400 v.Chr. stammen. De grafheuvels in het Tonckensbos zijn brandheuvels uit de ijzertijd. In de ijzertijd werden overleden mensen gecremeerd op een brandstapel. De brandstapel werd later afgedekt met een aarden heuvel. Zo zijn deze grafheuvels ontstaan.