Leerkrachten

Hop als grondstof voor bier

In veel Drentse dorpen is vroeger hop verbouwd. De natte hooilanden opzij van beken en rivieren (de madelanden) blijken een goede voedingsbodem voor de hopplanten. Hop is een belangrijk bestandsdeel bij de bereiding van bier. Tegenwoordig wordt bijna alle bier van gerst gebrouwen, maar eertijds heeft men ook boekweit of haver gebruikt bij de bereiding van deze drank. De brouwers voegen hop toe om het bier een betere smaak te geven en om ervoor te zorgen dat er meer schuim op komt. Bovendien kan het bier door toevoeging van hop langer bewaard worden, waardoor het bier ook naar andere plaatsen getransporteerd kan worden.

Ontstaan van de hopteelt

In de 15e eeuw komt bierbrouwer Otto ter Hansouwe in Peize wonen. Zijn huis noemt hij 'Huis ter Hansouwe'. De overblijfselen van dit huis zijn te vinden aan de Horst 21 in Peize.

Otto gaat elke dag naar de stad Groningen waar hij werkt in zijn brouwerij. Omdat er in de stad een tekort aan hop is, besluit hij het zelf te gaan verbouwen. Het legt hem bepaald geen windeieren. Al snel leggen meer boeren uit het dorp zich toe op de hopteelt. Het blijkt een zekere bron van inkomsten. De vraag naar bier - en dus ook hop - is groot bij de stedelijke brouwerijen.
Het water in de steden is vaak zwaar verontreinigd (het riool komt direct in de stadsgrachten uit) en daardoor ongeschikt om te drinken. Het is de reden waarom onze middeleeuwse voorvaderen veel meer bier tot zich nemen dan nu het geval is. Maar niet alleen de mannen drinken bier, ook vrouwen en kinderen slaan gemiddeld drie glazen van het lichte bier per dag achterover.
Wel moet opgemerkt worden dat het 16e eeuwse bier veel minder alcohol bevat dan ons huidige bier. Alleen de plattelandsbevolking drinkt water uit de beken en stroompjes, melk vormt nog geen alternatief.

Hoe wordt hop verbouwd?

Hop wordt verbouwd in zogenaamde 'hopkuilen'. Dit is een vierkant stuk grond waarop hoge palen in de vorm van een wigwam zijn geplaatst. Om de kuil heen wordt een lage wal gemaakt, zodat de mest op de juiste plaats blijft en de jonge hopplanten minder last van wind hebben. De planten van de hop groeien tegen de palen op.

Eind augustus geuren de hopplanten heel sterk. De boeren weten dan dat ze bijna kunnen oogsten. Alleen hopbellen van de vrouwelijke hopplant kunnen worden geoogst, de bellen van de mannelijke plant zijn ongeschikt. Deze variant wordt dan ook uitgeroeid in Peize. Meestal vindt de oogst begin september plaats. Mensen zijn dag en nacht bezig om de hopbellen te oogsten. Dit moet snel gebeuren, anders zijn de planten niet goed meer te gebruiken. Nadat de bellen nog een tijd gedroogd hebben, zijn ze in oktober klaar voor de handel. Het verbouwen van hop is moeilijk, want hop is gevoelig voor ziekten en plagen van bijvoorbeeld de hopvlinder. Ook door slechte weeromstandigheden kan de oogst gemakkelijk mislukken.

Handel in hop

De hopteelt is in de 16e eeuw voor de inwoners van Peize de belangrijkste manier om geld te verdienen. Nergens in Drenthe wordt er zoveel hop verbouwd. De hop wordt niet alleen binnen de provincie en naar de stad Groningen vervoerd, maar ook naar Holland en Zeeland. Boten met hop varen via het Peizerdiep overal naartoe; ook Engelse en Duitse bierbrouwers betrekken hun hop uit Peize. De hopteelt is zelfs zo populair dat in 1650 alle boeren uit het dorp Peize hop verbouwen.

Einde van de hopteelt

In de loop van de 17e eeuw neemt de vraag naar bier af. Door de levendige handel op de Oost en de West (middels V.O.C. en W.I.C.) komen de inwoners van de Republiek in aanraking met nieuwe producten als koffiebonen en theebladeren. Al spoedig verrijzen de eerste koffiehuizen waar de (gegoede) burgerij haar kopje koffie komt halen. Thee, is in eerste instantie een echte damesdrank (denk aan theevisite) en wordt voornamelijk 's middags thuis gedronken. Ook wordt er meer aandacht besteed aan de reiniging van het water, waardoor het steeds schoner en beter drinkbaar wordt. Hierdoor neemt de vraag naar bier langzaam maar zeker af en is er minder hop nodig. Eind 17e eeuw is het gedaan met de bloei van de Peizer hopteelt en verleggen de boeren hun aandacht naar de graanteelt.

Herinneringen aan de hop

In het dorp Peize wordt op veel plekken nog verwezen naar de hopteelt. Het bejaardencentrum heet De Hoprank, het plaatselijke café De Peizer Hopbel, de ruitersportvereniging De Hopruiters en een van de oudste straten in het dorp heet de Hoppekampweg. Het gemeentewapen van de voormalige gemeente Peize bevat de hopbel en ook in het logo van de historische vereniging is de plant terug te vinden.

Wie meer wil weten over hop kan op afspraak aan het Noordsepad de hoptuin bezoeken.