Opkomst van aardgas
Het is meer dan 50 jaar geleden dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) het immense Groningengasveld ontdekte. Groot nieuws was het in eerste instantie niet. Op veel plaatsen in Nederland was namelijk al gas ontdekt. Zo ook in de provincie Groningen.
Opmerkelijk werd het pas toen duidelijk werd dat de plaatsen
waar gas was gevonden een aaneengesloten gebied vormden. Het nieuws
wordt aanvankelijk geheim gehouden, maar komt in oktober 1960
onverwachts naar buiten. De Belgische Europarlementariër Leemans
laat zich ontvallen dat er in Groningen een aardgasreserve is van
300 miljard kubieke meter. Later blijkt dat dit ongeveer 2700
miljard kubieke meter te zijn, waarvan nu nog een derde over is. De
bekendmaking zorgt voor opwinding. Kranten staan er vol van. Het is
een vondst die het leven van veel mensen verandert.
Waar men eerst steenkool, petroleum en stadsgas gebruikte voor eten
koken en verwarmen, gebruikt tegenwoordig vrijwel elk huishouden
aardgas. Na de vondst van aardgas in 1959 wordt dit allemaal een
stuk makkelijker. Aardgas is momenteel de belangrijkste bron van
energie voor Nederland.
Aardgaswinning
Aardgas zit opgeslagen in een harde aardlaag, op zo'n drie tot vier kilometer diepte. De laag waarin het gas opgeslagen zit, is gemaakt van zandsteen. Zandsteen is een poreus gesteente dat uit grove zandkorrels bestaat. Tussen de zandkorrels zitten kleine ruimtes. Hierin ligt het aardgas opgeslagen. Een dergelijke laag zandsteen met aardgas wordt een gasveld genoemd.
Om de aardgas uit de bodem te halen moet er in de grond worden geboord. Dit wordt gedaan door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Als er een gat in de grond is gemaakt, komt het aardgas vanzelf naar boven. Het hoeft alleen nog maar te worden opgevangen. Als de NAM het klaar heeft gemaakt voor gebruik wordt het gas verder verspreid door de Gasunie. Door het hele land lopen leidingen om gas door heel Nederland te kunnen verspreiden, in totaal zijn deze leidingen wel 11.500 km lang!
Noodzaak van gasopslag
In de winter gebruiken we meer gas dan in de zomer. In de zomer
wordt juist meer gas gewonnen dan waar vraag naar is. Dit
overtollige gas wordt onder hoge druk geïnjecteerd in aardgasvelden
die al bijna leeg zijn. Niet alle gasvelden komen als gasopslag in
aanmerking. Het zogenaamde Norgveld bij Langelo is in 1995 bijna
halfleeg als de NAM er 'zomergas' wil opslaan.
Het poreuze zandsteen is geschikt voor heen-en-weer stromend
gas. Bovendien is dit gasveld precies groot genoeg om veel gas op
te slaan en - omdat het niet te diep ligt - kan het gas zonder
noemenswaardige drukverliezen weer omhoog gehaald worden. Ook ligt
Langelo vlakbij de belangrijkste gasleiding van de Gasunie zodat
het gas snel door Nederland kan worden verspreid. Er zijn meer
ondergrondse gasopslagen.
Gasopslag bij Langelo
Halverwege de jaren '90 besluit de Nederlandse regering dat er bij Langelo een gasopslag moet komen. Twee grote compressoren, zo groot als een kantoorgebouw van vier verdiepingen, zullen gebouwd worden om gas te injecteren in de ondergrondse opslag. Op volle sterkte perst elke compressor onder een druk van maximaal 330 bar per dag 12 miljoen kubieke meter gas naar een diepte van 3000 meter.
Er worden zes nieuwe putten geboord en de bovengrondse installaties worden geheel vernieuwd.
Protesten
De inwoners van het dorp en het bestuur van de provincie Drenthe zijn het hier helemaal niet mee eens en tekenen protest aan. Zij zijn bang dat het mooie esdorp met het Groote Diep achter de moderne gebouwen, leidingen en machines van de gasopslag zullen verdwijnen. Ook heerst er angst bij de bevolking voor veranderingen in de bodem en voor licht- en geluidsoverlast.
Klaar voor de toekomst
In 2012 begint de NAM met een uitbreiding van de ondergrondse gasopslag met in ieder geval één put. De uitbreiding van de capaciteit is nodig omdat de gasdruk in het Slochterenveld afneemt. Momenteel telt de gasopslag zes putten. Als de werkzaamheden zijn afgerond heeft de gasopslag in Noord-Drenthe een capaciteit van tachtig miljoen kubieke meter.
Winnend ontwerp
Van een afstand zijn de zilverkleurige buizen van de NAM bijna
niet te zien. Bomen en struiken ontnemen de buurtbewoners en het
verkeer het zicht op de infrastructuur voor de ondergrondse
aardgasopslag.
In opdracht van de NAM maken Architectenbureau Cor Kalfsbeek uit
Borger en Bureau Alle Hosper, landschapsarchitectuur &
stedebouw b.v. uit Haarlem, een ontwerp. Het uitgangspunt is dat de
confrontatie tussen grootschalige industriële uiting met het
beekdal van het Groote Diep en het esdorp Langelo niet ontkent
wordt door deze weg te stoppen achter 'schaamgroen', maar dat er
een nieuw ruimtelijk element aan toevoegt met een hoge
architectonische en landschappelijke kwaliteit.
Het bindende element is een 'strip' van 60 m breed en 580 m lang.
Deze strip fungeert als as, geaccentueerd door een groene
uitzichtpiramide aan de dorpszijde en een fakkel aan de andere
kant. Langs de strip ligt een talud waarin de controlegebouwen en
de entree tot het complex zijn opgenomen. In 2000 wint dit ontwerp
de Drentse Welstandsprijs.