Activiteit:
Kennismaken met het leven in de boermarke en de schaalvergroting van Drenthe
Leerdoel(en):
Leerlingen leren de begrippen boermarke en boerhoorn. Leerlingen kunnen verklaren waarom er minder gemeenten dan boermarkes waren. Leerlingen begrijpen dat het bestuur uit verschillende lagen bestaat, lokaal, regionaal, landelijk en Europees.
Lesmateriaal:
Digibord
Voorbereiding:
Vragen voor het onderwijsleergesprek over boermarkes en gemeentes.
Tip
Dit venster en venstertekst 10 /drenthe/drenthe-vo/in-eigen-hand gaan beide over de (gemeentelijke) indeling / lokale bestuur van Drenthe. Venstertekst 10 gaat voornamelijk over de periode voor 1811. Dit venster gaat voornamelijk over de periode na 1811. Beide hebben een overlappend gedeelte. Vanwege het opvolgend en overlappende karakter van de beide vensters is het aan te raden ze gelijktijdig te behandelen. Er is dan ook een lestip voor beide vensters geschreven.
In de klas
Laat de leerlingen de afbeelding van de boerhoornblazer zien via: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:De_boerhoornblazer_Rolde.jpg.
Of bekijk de afbeeldingen in het venster. Vraag de leerlingen te beschrijven wat ze zien. Vervolgens lezen jullie klassikaal de tekst uit de Drentse Canon. Kunnen de leerlingen nu beter plaatsen wat ze zien op de afbeelding? Voor welke klusjes zou er op de boerhoorn geblazen worden? Bekijk vervolgens de kaart van de oude gemeente Anloo uit 1866. Op deze kaart zijn de boermarkes rondom Anloo te zien: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Netherlands,_Anloo,_map_of_1866.jpg.
Hoeveel markes tellen de leerlingen op deze kaart? Bekijk nu de hedendaagse kaart, in welke gemeente(s) ligt dit gebied nu? Trek samen met de leerlingen de conclusie dat er in 1866 veel meer boermarkes waren dan gemeenten en in 2013 minder gemeenten dan in 1866. Probeer samen met de leerlingen aan de hand van een onderwijsleergesprek tot een verklaring te komen voor dit verschijnsel. Gezamenlijk komen jullie tot de conclusie dat er schaalvergroting heeft plaats gevonden. Het bestuur gebeurt niet meer lokaal in de dorpen, maar regeert over grotere gebieden. De mobiliteit van mensen is groter geworden waardoor de afstand naar een gemeentehuis kleiner is geworden. Daarnaast levert een schaalvergroting vaak besparingen op, omdat er b.v. minder gemeentehuizen nodig zijn. Lees vervolgens venster 50. Dit venster gaat over de gemeentelijke herindelingen vanaf 1811 en geeft een verklaring voor het verschijnsel.
Leg de leerlingen uit dat we in Nederland bestuurd worden door de gemeente, provincie, landelijke regering en de Europese Unie.
Bekijk het filmpje over de Europese Unie via:
http://entoen.nu/europa/beeld-en-geluid/canonclip-europa-(voortgezet-onderwijs)#beeld. Bespreek gezamenlijk de vraag die aan het eind van het filmpje wordt gesteld; Hoe groot moet Europa worden? Bekijk de spotprent van Fokke en Sukke via:
http://entoen.nu/europa/beeld-en-geluid/fokke--sukke-wonen-al-12-generaties-in-de-peel#beeld.
Wat wordt met deze afbeelding bedoeld? Laat de leerlingen 2 voordelen en 2 nadelen van de Europese Unie opschrijven. Bespreek de voor- en nadelen en bespreek met de leerlingen of het wel of niet goed is voor Nederland om lid te zijn van de Europese Unie. Wat is jullie slotconclusie?