Jichtlijders
Als we hun boek Drenthe in vlugtige en losse omtrekken
uit 1843-44 mogen geloven, maakten uitgever en schrijver Dubbeld
Hemsing van der Scheer (1791-1859) uit Coevorden, schrijver en
predikant in Oosterhesselen en Zweeloo Alexander Lesturgon
(1815-1878) en journalist Harm Boom uit Coevorden (1810-1885) een
voetreis van Bad Bentheim naar Coevorden. Daarna zouden ze een
voettocht hebben gemaakt door Zuid-Drenthe. Alle drie de
mannen zouden aan podagra lijden, oftewel voetjicht. Blijkbaar
werkten de zwavelbaden in Bad Bentheim zo verlichtend dat de drie
naar Drenthe konden lopen.
Podagra was in die tijd een veelvoorkomende kwaal onder de rijkeren
als gevolg van overmatig portgebruik. Tijdens hun reis door Drenthe
tekenden ze allerlei volksverhalen, dialecten en wetenswaardigheden
over de provincie op. Zij publiceerden hun boek onder het
pseudoniem 'Drie podagristen'. Na onderzoek bleek echter dat er van
al hun insinuaties maar weinig klopte.
Een reis die nooit gemaakt is
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat deze drie mannen de reis van Bad Bentheim naar Coevorden, en daarna door Zuid-Drenthe, nooit gemaakt hebben. Wel hebben ze diverse tochten in het gebied gemaakt, waarover Lesturgeon en Boom hebben geschreven. Lesturgon heeft daarna in zijn eentje de uiteindelijke tekst voor het boek geschreven. In één van zijn brieven schrijft hij namelijk De trias (drietal) was ik, en ik alleen. Van der Scheer zou het boek daarna hebben uitgegeven. Aan podagra heeft het drietal niet geleden. Dit was namelijk een kwaal voor oude mannen en zij waren 30 á 40 jaar.
Romantiek
Een correct ooggetuigenverslag van een door hun drieën gemaakte
reis was ook niet het doel van het boek. De drie mannen wilden
Drenthe uit de onbekendheid halen. Het heersende beeld in die tijd
van Drenthe was een provincie vol ellende en armoedzaaiers.
De mannen wilden een ander beeld schetsen door het eigene van de
Drenten te laten zien op het gebied van geschiedenis, taal en
cultuur. Hierin stonden zij niet alleen. Onder invloed van de
Romantiek werd op veel plekken in Europa gezocht naar het eigene
van de volkscultuur. Ook het reisverhaal, waarin zij hun boek
goten, was een genre dat in die tijd tot bloei kwam. Dit hoefde dan
niet perse een waar gebeurd verhaal te zijn, zoals ook het geval is
bij Drenthe in vlugtige en losse omtrekken.
Belang voor Drenthe
In het Drenthe van na de Tweede Wereldoorlog zijn de drie Podagristen een begrip geworden. Zij waren de eersten, die het bijzonder waardevolle cultuurbezit van de provincie aantoonden. Sindsdien is er veel onderzoek verricht naar de Drentse volkscultuur. De geschiedenis, folklore, streektaal en archeologie staan ook nu nog volop in de belangstelling. De drie podagristen schreven bijvoorbeeld over een huiselijk tafereel:
Voor een der woningen lieten wij onzen voerman de paarden verversen, terwijl wij zelf, minder om een behoefte des lichaams, dan wel om eens weer menselijke aangezichten te zien, het huis binnentraden. Hier kondigde een buitengewoon aantal van mannen, vrouwen en kinderen, allen in hun zondagse pak gedost, iets bijzonders aan. Ze waren rondom een tafel gezeten, waarop de voorraadkamer des huizes hare gewone gerechten, koffie, stoet, beschuit en suiker, had uitgestald. Op onze navraag zei men ons, dat hier een kraammaal werd gehouden.
Ook zijn in het boek een aantal beschrijvingen van plaatsen uit de huidige gemeente Coevorden te vinden, bijvoorbeeld van De Klencke, Dalen, Zweeloo, Sleen en de stad Coevorden. Ze schreven bijvoorbeeld over Coevorden:
Een vesting is voor een vermoeide reiziger eene ware folterbank. Wij ondervonden dit eens in eene der vestingen in ons land op de droevigste wijze. 's Avonds hield het geroffel van de trommel, "t dronkenmansgezang der soldaten ('t was die dag kerstmis) en 't aanhoudend "werda" der schildwacht, bij elken klokslag, ons lang uit den slaap. Voeg daarbij 't geknars der zwaaren en hooge poortdeuren op hare verroeste harren en 't geratel der wagenwielen over hobbelige keien - voorts de ellende van een paar dozijn muizen, die achter het behang hun galoppade hielden, 't geloei van een hongerig rundbeest, 't gejank van een gros katten, die 't zoo scheen de Maartse geneugten anticipeerden en gij hadt een kort overzicht van onzen deerniswaardigen toestand.'
Standbeeld
In de huidige gemeente Coevorden zijn sporen van de drie podagristen te vinden. In Coevorden zelf staat een standbeeld. Het graf van Lesturgon is naast het kerkje van Zweeloo.