Leerkrachten

Ontstaan Coevorden

Coevorden wordt voor het eerst in bronnen genoemd als Cuuorde (1148) en daarna onder andere als Koeforde of Covorden. De graafschap Drenthe en Coevorden maakten sinds 1046 deel uit van de bezittingen van het bisdom Utrecht. Het stadje ontstond op de plek waar het Drostendiep, Loodiep en het Schoonebekerdiep samenvloeiden in de Kleine Vecht. Daar konden reizigers over een voorde naar het noorden trekken. Zo is ook de naam Coevorden ontstaan.
Coevorden komt van Koe-voorde. Een voorde is een doorwaadbare plaats voor het vee in een riviertje. In de voorde lagen stenen op de bodem zodat er een stevige ondergrond was. Vanaf de 12e eeuw werd Coevorden een welvarende plaats. In 1407 werd Coevorden in haar bestaande stadsrechten opnieuw bevestigd. Deze rechten hielden onder andere in dat de stad een eigen markt mocht organiseren, muren mocht bouwen en zelf recht mocht spreken.

Gewilde stad

Er zijn weinig steden in Nederland die een geschiedenis kennen van zoveel belegeringen, plunderingen, verbrandingen en verwoestingen als Coevorden. Wie naar Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland wilde reizen, moest via Coevorden. Een andere mogelijkheid was er niet gezien de vele gevaarlijke moerasachtige gebieden. Wie Coevorden in handen had, beheerste het noorden van Nederland.

Dood en verderf

Het kasteel van Coevorden zelf overleefde alle verwoestingen en staat er na ruim 800 jaar nog steeds. In tegenstelling tot de houten huizen in het stadje, was het kasteel van steen en daardoor niet zo brandgevaarlijk. Het kasteel werd tussen de 12e eeuw en de 15e eeuw bewoond door de graven van Coevorden. De bevolking had veel te lijden onder de belegeringen. Het was niet zeldzaam dat de nieuwe machthebber de hele bevolking uitmoordde of dwong torenhoge belastingen te betalen om te voorkomen dat hun huizen in brand werden gestoken.

Oorlog met Spanje

In de 16e eeuw raakten de Nederlandse gewesten in een vrijheidsoorlog met Spanje. Philips II van Spanje was een centralistisch vorst, die alle politieke beslissingen zelf wilde nemen. Hierdoor werd de Nederlandse adel en hoge burgerij buiten spel gezet. Ook het strenge optreden van Philips II tegen de protestanten in Nederland wekte de woede van velen. Onder leiding van Willem van Oranje kwam een deel van de Nederlanders in opstand tegen hun Spaanse koning. Deze opstand, was de aanleiding tot de Tachtigjarige Oorlog.

Tussen 1581 en 1592 werd Coevorden vele malen belegerd en veroverd door de Spanjaarden, die de strategisch liggende stad maar al te graag in handen wilden krijgen, om zo makkelijk naar het noorden te reizen. In 1592 werden de Spanjaarden definitief door de Staatse legers onder aanvoering van Prins Maurits verdreven. Tijdens de belegering brandden de Spanjaarden het grootste deel van de stad plat. Uit deze tijd zijn ook de "Spaanse legerpotten". Dit zijn kookpotten welke bij Oosterhesselen en Wachtum zijn gevonden. Deze laatste unieke bodemvondst is in de museummolen van Dalen te zien.

Coevorden moest in feite helemaal opnieuw opgebouwd worden. De historische gebouwen, vestingwerken, stratenstructuur en stervormige stadsgracht dateren dan ook voor het grootste deel uit deze periode. In 1609 waren de vestingwerken gereed en was de stad zelf aan de beurt. Het vroegere stratenpatroon werd drastisch gewijzigd, omdat de soldaten zo snel mogelijk vanaf de centrale markt, waar de hoofdwacht zich bevond, de wallen en poorten moesten kunnen bereiken.

Bisschoppelijk gevaar

In 1672 was Nederland in oorlog met zowel Engeland als Frankrijk, Munster en Keulen. De Munsterse bisschop Bernhard von Galen maakte van die gelegenheid gebruik om ons land vanuit het oosten aan te vallen. Hij was van mening dat een deel van oostelijk Nederland hem toebehoorde.
Op 30 juni veroverde de bisschop Coevorden. In december dat jaar werd Coevorden door Karel van Rabenhaupt en Mijndert van der Thijnen, koster van de Coevorder kerk, bevrijd. De bisschop legde zich niet bij zijn nederlaag neer. In 1673 probeerde hij de vestingstad terug te winnen door de Vecht bij Gramsbergen af te dammen en Coevorden onder water te zetten. Maar het zat hem niet mee: een storm en een doorbraak in de dam zorgden ervoor dat 1400 van zijn soldaten verdronken. De bisschop blies de aftocht en Coevorden was gered. In Coevorden staat een monument ter herinnering aan deze bevrijding.

Leven met soldaten

Als vestingstad herbergde Coevorden veel soldaten. De soldaten zorgden voor een gevoel van veiligheid, ze brachten welvaart en zorgden voor leven in de brouwerij. Ook werden soldaten ingezet als er brand uitbrak in de stad.

Regelmatig werd een vondeling aangetroffen in de stadspoorten of bij het kasteel. De vader was een onbekende soldaat en de moeder een alleen achtergebleven meisje uit Coevorden. De kinderen kwamen terecht in het weeshuis van de stad. Aan de Bentheimse poort heeft jarenlang een bus gehangen, waarin iedereen die door de poort wilde, een dubbeltje moest gooien. Op die manieren werden de soldatenwezen onderhouden.

In de 18e eeuw raakte Coevorden in verval. De veengebieden rondom de stad waren afgegraven. Hierdoor was er voor de turfschippers geen noodzaak meer om in de haven van Coevorden aan te leggen. Toch bleef Coevorden nog lange tijd een belangrijke centrumfunctie houden omdat het de grootste plaats in de regio was.

Bezet door Frankrijk

Van 1795 tot 1814 waren de Fransen de baas in Nederland. Eerst waren de mensen blij met de komst van de Fransen. De Fransen predikten vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat waren hele andere waarden dan die van stadhouder en prins Willem V die de burgers geen enkele inspraak bij het landsbestuur wilde geven. Maar al snel bleek dat het leven onder het gezag van de Fransen ook niet zo goed was. Napoleon wilde keizer over een zo groot mogelijk rijk zijn. Hij voerde de ene na de andere oorlog. Om over voldoende soldaten te kunnen beschikken, voerde hij de dienstplicht in. Daarom moest iedere jongen, als hij oud genoeg was het leger in.

De dorpen in de omgeving van Coevorden hadden veel last van de Fransen. Vanuit de vestingstad werden vaak pogingen ondernomen om voedsel en brandstof uit de dorpen te halen. Om de Fransen in Coevorden te dwingen tot overgave werd in Dalen een legertje bijeengebracht. Dit legertje bestond uit Drentse 'vrijwillig militairen' en Russische soldaten (Kozakken). Zij hadden de Fransen vanuit Rusland verdreven en achtervolgden ze tot in Dalen.
Boerenschuren en de kerk zaten vol soldaten. Om het warm te houden werden de kerkbanken opgebrand. Tijdens een uitval van de Fransen richting Dalen in 1813, ging molen De Bente in vlammen op. Ook sneuvelden er een aantal Russen, ze zijn in Dalen op het boerenerf van de Kozakkenhoeve begraven. Uiteindelijk werd Napoleon in 1814 verslagen, en trokken de Fransen weg uit Coevorden. Dat deden ze niet zonder slag of stoot: in Coevorden werden 43 huizen, 20 schuren en 2 molens door een brand verwoest.

Afbraak

In de 19e eeuw waren de vestingwerken in Coevorden niet langer nodig. De Nederlandse regering dacht dat het na 1870 (de Frans-Duitse oorlog)beter voor de verhouding met Duitsland was om alle verdedigingslinies aan de oostgrens op te heffen. In 1850 werd de vesting Coevorden definitief opgeheven. Vier jaar later vertrokken de laatste soldaten uit Coevorden. In 1870 werd er een begin gemaakt met de afbraak van de poorten. Later volgden de wallen en in het begin van de vorige eeuw waren de vestingwerken vrijwel verdwenen.
In onze tijd is er weinig meer over van de vestingwerken, alleen de noordelijke buitengracht in het Van Heutszpark. Ook bij de Krimwegbrug bestaat nog een deel van de buitengracht. De spoorhaven met het aangrenzende deel bij de Bentheimerbrug en het water langs de Melkkade zijn delen van de binnenste gracht om de vesting. Het huidige restant van de Haven is het laatste stuk van de oorspronkelijke gracht rond de citadel van het kasteel. Ook herinneren het arsenaal en de kazerne ons nog aan de vestingstad die Coevorden vroeger was.

Het Kasteel

Het kasteel van Coevorden staat er nog steeds. In 1967 besloot de gemeente het vervallen kasteel te restaureren. Het witte gebouw dat verbonden is met het kasteel, is jarenlang gebruikt door de gemeente als gemeentehuis. Het is niet bekend hoe oud het gebouw precies is. Tot 1854 werd het gebouw gebruikt als ziekenhuis voor de soldaten. Daarna is het een tijdje als 'gouverneurshuis' in gebruik geweest. Na 1900 werd het gebouw gebruikt als onderkomen voor het gemeentebestuur. Sinds 2008 is het kasteel in gebruik als hotel.