‘De natuur die Maria voortdurend trotseerde, werd uiteindelijk haar einde’

Interview met Herman Pleij over de nieuwe Canon en zijn favoriete venster: Maria van Bourgondië

Actueel

Neerlandicus Herman Pleij, gespecialiseerd in middeleeuwse letterkunde, geeft zijn mening over de wijzigingen in de herziene Canon. De levenslustige Maria van Bourgondië is zijn grote favoriet. Maar er ontbreekt nog wel iets belangrijks aan haar venster: haar liefde voor de natuur. ‘Ze was dapper, sportief en niet bang voor gevaarlijke stunts.’

Door: Ianthe van Beuningen

 

Denkt u dat de geschiedenis van Nederland überhaupt in 50 vensters past?

‘Het ligt er aan wat je precies wilt bereiken. De Canon wil naast dienstverlening aan onderwijs en musea ook enthousiasmeren en dan werken vijftig vensters heel goed. Deze vensters dienen als openingen naar het verleden. Ze omvatten niet alle aspecten van de Nederlandse geschiedenis, maar brengen wel een ordening aan om verder te kijken naar het verleden. Daarom denk ik dat het goed is dat de commissie vijftig vensters aanhield.’

 

Heeft u bezwaren aan de nieuwe Canon?

‘Persoonlijk heb ik geen voorkeur of hartzeer over het verdwijnen van een bepaald venster. Wat ik wel jammer vind is de taal waarin de teksten in de herziene Canon zijn herschreven. De zakelijkheid van sommige nieuwe stukken is nogal saai en infantiel, terwijl in de eerste canon deze juist uitdagend werden geformuleerd. Hoewel ik snap dat de teksten in de Canon toegankelijk moeten zijn, ontbreekt er nu een zekere literaire uitdaging.’

 

Heeft u een nieuwe favoriet?

‘Maria van Bourgondië is mijn favoriet. Deze toevoeging was een prachtige keus. Ik heb wel kritiek op de invulling van haar venster. De nadruk ligt op de politiek: de Staten-Generaal krijgt meer zeggenschap, ze huwt Maximiliaan van Oostenrijk en de tijd van de Habsburgers breekt aan. Hier mist iets: de uitzonderlijke persoonlijkheid van Maria. Ze was een beeldschone jonge vrouw, de eerste vorstin die openlijk naar buiten bracht dat je moet genieten van de natuur.’

 

Hoe bedoelt u?

‘Ze kon bijvoorbeeld heel goed schaatsen. In 1481 vroor het flink en Maria wilde dolgraag schaatsen. Hoewel dit haar aanvankelijk werd afgeraden, bond ze toch de schaatsen onder haar schoenen en schaatste de hele dag met veel plezier rond de wallen van Brugge, te midden van de stedelingen. Veel mensen kwamen kijken naar de beeldschone vorstin die onder het gewone volk plezier maakte en met een opmerkelijke vaart over het ijs raasde.

Paardrijden was haar favoriete bezigheid. Ze was niet tevreden met rustige drafjes, maar wilde juist snelheid maken en springen. Ze was dapper, sportief en niet bang voor gevaarlijke stunts.  Ze gaf zich over aan haar talenten.

 

Maria valt van haar paard

Maria valt van haar paard. Beeld Rijksmuseum, via Europeana.

 

Ze stierf bij een val van haar paard, na dagen van afschuwelijke pijnen. De natuur die zij voortdurend had getrotseerd, werd uiteindelijk haar einde. Haar dood kwam hard aan bij het volk. Liederen werden geschreven die om haar heengaan treurden. De dood werd gehekeld: hoe kun je zo’n prachtige jonge vorstin wegnemen? Haar populariteit, uitzonderlijke persoonlijkheid en overgave aan de natuur verdienen ook aandacht in de Canon.’

 

U zelf bent gespecialiseerd in historische letterkunde, met name van de Middeleeuwen: vindt u dit in de Canon voldoende gerepresenteerd?

‘Ja, ook nu Jeroen Bosch erbij zit. Wellicht zou ik Anna Bijns er nog in zetten. Zij was een dichteres uit de zestiende eeuw die zowel gepassioneerd schreef over de liefde als sarcastisch ketters berispte en uitschold.’

 

Wat had u het liefst anders gezien in de nieuwe Canon?

‘Ik had toch graag gezien dat er iets directer naar sport werd gerefereerd. Dus niet via het Oranjegevoel, maar via een venster als Johan Cruijff. Sport is echt ontzettend belangrijk geworden in de afgelopen eeuw en dat verdient meer aandacht.

Maar de Canon is niet onwrikbaar, dat is het aantrekkelijke. Door periodieke aanpassing en meer discussie, gaat het verleden leven. Dat is de waarde van een canon: een voortdurende reflectie op de geschiedenis die we doorgeven.’