Burgemeester Antoni Palthe

Volkstelling in het dorpje Denekamp

Tijd van pruiken en revoluties

In het jaar 1729 bezocht reiziger Andries Schoemaker het gebied van Twente en Bentheim en passeerde te voet het dorpje Denekamp. Hij maakte een schets van de dorpskerk en noteerde in zijn dagboek: "Denecham is een dorp gelegen in de proventie van Over Issel grensende naar het graafschap Bentem: omtrent ter halver wegh tussen Ootmarschen en Gilhuys dicht aan het reviertje den Dinkel; Denecham is een redelijk dorp in dat gewest, maar gans niet regulier en heeft rondom sig deftige zaaijlanden en houtgewas dat zeer aangenaam voor 't oog is…".

Rondom de kerk en de Brink

Het dorp omvatte niet meer dan 80 tot 90 huisjes, of beter gezegd kleine boerderijtjes, want dat zullen het geweest zijn. Tussen de huisjes was veel groen in de vorm van kleine boomgaarden en groentetuintjes. Volgens de volkstelling van 1748 woonden er 449 personen in het dorp, wat inhoudt dat het beduidend kleiner was dan het huidige Tilligte, Lattrop of Noord Deurningen. Het dorp bestond uit twee kernen, rondom de kerk en de Brink. Bij de kerk lagen de woningen langs een vijftal straatjes. Op de Brink enigszins verspreid, omdat rondom elk boerderijtje meer grond lag voor het vee en het verbouwen van gewassen. De nauwe straatjes waren met keien geplaveid en direct buiten het dorp begonnen de zandwegen. De weg naar Oldenzaal liep via de huidige Wilhelminastraat en naar Nordhorn via de Spittendijk. Naar Ootmarsum moest men via het Singraven, want daar lag een degelijke brug over de Dinkel. De grote stenen kerk behoorde sinds 1635 toe aan de protestanten. De katholieken hielden de kerkdiensten in een schuur op het erve Weerink aan de Brandlichterweg of gingen naar Brandlecht, dat niet naast de deur lag. Er waren ook al drie joodse gezinnen ten tijde dat de volkstelling van 1748, maar een synagoge zou nog een eeuw op zich laten wachten.

Volkstelling 1748

Die volkstelling biedt een aardig inkijkje in dat dorpje aan de grens. Toen de telling werd opgemaakt, bleken er 77 gezinnen met daarnaast nog alleen- of samenwonenden te leven. Denekampse namen uit die tijd in het dorp waren Albers, Elferink, Evers, Busscher, Brandehof, Kuijpers, Mulder, Hermeling, Keiser, Lutters, Meiners, Rakers, Schiphorst, Tukkers en Veldmaat. Dit wil niet automatisch zeggen dat er tussen genoemde en huidige namen een familierelatie bestaat, hoewel de namen bekend klinken. Het dorp had een eenvoudig dorpsbestuur, waarvan een "borgemeester", zoals hij genoemd werd, de leiding had. De titel burgemeester mocht voor een dorp, in de tijd dat het tot het richterambt Ootmarsum behoorde, eigenlijk niet gebruikt worden, maar Antoni Palthe noemde zich toch zo. Hij inde belastingen, voerde de administratie en onderhield de contacten met de richter van het richterambt. Ook speelde hij een rol bij een justitiële activiteit als de controle op bedelaars en landlopers, hoewel een veldwachter, de "armenjager", het werk zal hebben gedaan. Palthe legde verantwoording af. Eerst aan een vijftiental dorpsgenoten, later met het Sint Nicolaasfeest in de kerk aan de dorpsgemeenschap.

Notabelen

De geestelijkheid bestond in 1748 uit de priester Gerhard Johan Kistemaker, de predikant Isaac Westerlo en de rabbi Levi Meijer. Joachim Adolf Broese onderwees de kinderen. Voorgangers van Westerlo waren Gerhardus en Johannes Palthe en Johannes Weerman. De familie Palthe, oorspronkelijk afkomstig uit Schüttorf, was een vooraanstaand geslacht en in de volkstelling lezen we onder andere dat Antoni's zoon Jan Arent in Franeker voor arts studeerde. De Palthes moeten in die kleine gemeenschap een belangrijke rol hebben gespeeld. Antoni zijn grootvader Gerard was, hoewel hij in Ootmarsum woonde, vanaf 1635 de Denekampse predikant. Ook Antoni's vader Johannes kon zich predikant in Denekamp noemen. Verder was Antoni's oom Berend zowel organist als onderwijzer. En of dat nog niet voldoende was, trouwde zijn zuster Aleida met predikant Johan Weerman, de opvolger van Johannes Palthe. Van deze Palthes stammen alle latere Van Wulfften Palthes en Racer Palthes af. In de 17de en 18de eeuw heeft de familie Palthe ontegenzeggelijk een dominerende rol in Denekamp gespeeld.