Overnachting Prins Maurits op Huis Bögelscamp

Tachtigjarige Oorlog

Tijd van ontdekkers en hervormers

Op 21 oktober 1597 verbleef een bijzondere gast in Huis Bögelscamp: prins Maurits van Oranje. Het huis van de adellijke familie Van Twickelo was verreweg het mooiste in de omgeving. Samen met zijn stiefmoeder prinses Louise de Colingy, zijn halfzus prinses Charlotte Brabantine en zijn halfbroer Frederik Hendrik, de latere opvolger van Maurits, vond hij in huis Bögelscamp, tijdens het beleg van Oldenzaal, een onderkomen. Enkele dagen later trok het leger verder en "toog duer Dennecam" naar het Duitse Lingen.

Maurits van Oranje

De Tachtigjarige Oorlog begon in 1568 met een eerste overwinning van Willem van Oranje bij Heiligerlee, waar hij probeerde de Spaanse bezetting door Alva van de Nederlanden te beëindigen. De oorlog eindigde in 1648 met de vrede van Munster, waarna "de Nederlanden" werden erkend als onafhankelijke staat. Het is de oorlog die de bevolking van de Noordelijke Nederlanden de onafhankelijkheid gaf van het Spaanse rijk. Vanaf nu konden wij onze eigen weg bepalen en onze eigen toekomst inrichten. Willem van Oranje (Vader des Vaderlands) heeft hierbij een cruciale rol gespeeld. Toen Willem van Oranje in 1584 door Balthasar Gerards werd vermoord, volgde zijn 18-jarige zoon Maurits hem op als stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Gelre, Overijssel en Groningen. De zaken stonden er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag. Maar Maurits ging voortvarend te werk. Eerst hervormde hij het Staatse leger. Toen het Spaanse leger was verzwakt door oorlogen elders, zag hij de kans schoon om in de aanval te gaan. Prins Maurits behaalde al snel meerdere militaire successen, waardoor het gehele noordoosten van de Nederlanden in 1597 op de Spanjaarden werd veroverd. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 te Den Haag. Zijn halfbroer Frederik Hendrik van Oranje volgde hem op.

De veldtocht door Achterhoek en Twente

Na herhaaldelijk aandringen van de gewestelijke Staten van Overijssel ging hij samen met een leger op pad om Twente te veroveren. De veldtocht begon in Rijnberk en had als einddoel Lingen. Hierdoor moest het Staatse leger ook Twentse steden innemen. De veldtocht duurde van augustus tot november 1597. Enschede werd zonder slag of sloot door het Staatse leger ingenomen. Vanuit Enschede ging Maurits met het Staatse leger naar Oldenzaal, dat na een korte beschieting werd veroverd. Ook Ootmarsum viel na 2 dagen in Staatse handen. Na de overgave van Oldenzaal ging prins Maurits met zijn leger via Denekamp op weg naar het Duitse Lingen. De gevolgen van de oorlog voor de bevolking waren verschrikkelijk. Inkwartiering, vorderingen, plunderingen en schade waren beproevingen waar het platteland onder te lijden had. "Die marke van Lattorpe is bedorven dorch het leger van Syne maiesteyt the Degenichem (Denekamp)" vermeldt het verpondingsregister van 1601.

Beleg van Oldenzaal

Oldenzaal was in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog de belangrijkste stad van Twente. Toen het beleg van Oldenzaal begon op 19 oktober 1597, werd de stad verdedigd door maar 400 man, die slechts enkele kanonnen tot hun beschikking hadden. De Spaanse soldaten die de stad moesten beschermen, zagen zelf ook in dat een gevecht met het Staatse leger alleen maar kon leiden tot een nederlaag. Na de nodige beschietingen, gaf de stad zich al op 23 oktober 1597 over.

Beleg van Ootmarsum

Toen de overgave van de stad Ootmarsum werd geëist, werd dit eerst geweigerd. Soldaten en burgers gaven aan, dat ze Ootmarsum met zijn roemruchte verleden niet wilden opgeven. Daarop zond prins Maurits een aantal kanonnen om de stad te dwingen zich over te geven. Na een korte beschieting gaf de stad op 21 oktober 1597 de ongelijke strijd op. Een kanonskogel in de kerk van Ootmarsum herinnert daaraan.

De Mauritsbrug

De toenmalige bochtige hoofdweg van Oldenzaal naar Denekamp liep vóór 1830 via het (huidige) centrum van Beuningen. In het gedeelte van Beuningen naar Denekamp, ongeveer gelijk lopend met de huidige Oude Dijk, bevond zich een eenvoudige houten brug. Prins Maurits stak in 1597 hier de rivier de Dinkel over. Enkele honderden meters stroomopwaarts werd in 2010 een voetbrug (de Mauritsbrug) aangelegd, die naar hem werd vernoemd.