Touw in Oudewater

De touwindustrie

Vanaf de zestiende eeuw legden de burgers van Oudewater zich toe op de touwindustrie. Het werd de basis van de welvaart van het stadje. In 1575 werd Oudewater ingenomen door de Spanjaarden en grotendeels verwoest. Vanaf 1576, toen de Spanjaarden weer verjaagd werden, maakten de burgers weer touw in en binnen enkele decennia waren zij rijker dan ooit.

Aan het begin van een lijnbaan stond een baanschuur, waarin het wiel stond en waarin de gereedschappen en materialen waren opgeslagen. De lijnbaan zelf was gemarkeerd door galgen, waarover de gesponnen of getwijnde draden konden worden gelegd om ze schoon te houden. In 1672 waren er 37 grootgarenbanen. De kleingarenbanen lagen in achtertuinen. In 1611 waren er 37 kleingarenbanen in Oudewater. Op de kleingarenbanen werkten ook veel vrouwen en kinderen. De arbeiders droegen voorschoten, die door de hennep geel gekleurd werden. Daarom werden inwoners van Oudewater spottend 'geelbuiken' genoemd.

In 1672, het Rampjaar, kwam de touwindustrie stil te liggen omdat de lijndraaiers niet meer op de wallen mochten werken, waar de meeste touwbanen lagen. De wallen waren nodig om de stad te verdedigen. De lijndraaiers gebruikten toen de straten langs de wallen. Vooral de Wijngaard- of Achterstraat werd druk: vanouds waren hier zes banen ingericht, nu werden dat er dertien! Huisjes werden verbouwd tot baanschuren: zo ontstond ook de baanschuur waarin nu het Touwmuseum De Baanschuur is gevestigd. Er was een speciaal reglement nodig om de drukte in goede banen te leiden.

Toch liep de touwindustrie vanaf deze tijd terug: in 1682 waren er nog maar 27 grootgarenbanen en in de loop van de achttiende eeuw liep dit aantal nog verder terug. Daarna vond weer een opleving plaats: in 1816 waren er in Oudewater 49 groot- en kleingarenbanen, waar in totaal 450 mannen, vrouwen en kinderen werkten. Dit waren waarschijnlijk vooral kleingarenbanen: er was in deze tijd veel vraag naar kleingaren voor de visserij. Ter vergelijking: er waren in 1816 nog zes lijnbanen in Montfoort, een in IJsselstein en een in Schoonhoven. Rond 1880 was juist buiten Oudewater de Touwfabriek Van der Lee gebouwd, waar machinaal gewerkt werd.