Studentenleven

Universiteit

Het is onduidelijk hoeveel studenten de universiteit in de beginjaren had. Studenten waren niet verplicht zich in te schrijven. Dat was alleen nodig wanneer je wilde promoveren. Wel deed de stad er veel aan om studenten te lokken. Aanvankelijk hoefden studenten zelfs geen accijnzen op bier en wijn te betalen. Dit voorrecht werd echter in 1657 ingetrokken, omdat het de stad teveel geld kostte.

In 1637 werd bijvoorbeeld de maillebaen of pallemaillebaen aangelegd op initiatief van de vroedschap. Het maliespel was onder studenten bijzonder populair. Men moest met een hamer een bal in zo min mogelijk slagen over de 750 meter lange baan slaan. Hierbij moest soms halverwege door een hoepel worden geslagen en moest de bal uiteindelijk twee eindpalen raken. Bij de Maliebaan werd tevens een herberg gevestigd.

Ook konden studenten na sluiten van de stadspoort de stad nog binnenkomen. Om rijke, adellijke studenten te trekken werd een schermschool ingericht. De schermleraren kregen hiervoor speciaal een vergunning van de vroedschap. Naast deze door de vroedschap georganiseerde vormen van vermaak, richtten de studenten ook zelf verenigingen en genootschappen op. Er werden verschillende verenigingen opgericht voor Hollandse, Zeeuwse en Utrechtse studenten. De feesten van deze verenigingen leidde echter tot veel overlast, vandalisme en geweldpleging. In 1643 besloot de senaat van de universiteit de verenigingen daarom te verbieden. Studenten trokken zich echter weinig van dit verbod aan, want ook nadat het verbod in 1674 nog eens werd herhaald, bleven geheime studentengenootschappen bestaan.