Delftsche Courant

Kranten in Delft

In 1841 verschenen kort na elkaar twee bladen: de Delftsche Courant en Weekblad van de stad Delft, die al spoedig samengingen. Na enkele naamswijzigingen werd in 1849 definitief gekozen voor de naam Delftsche Courant. Aanvankelijk verscheen het blad twee maal per week, later drie maal. Het is het begin van een lange aaneengesloten periode waarin ononderbroken een specifiek Delftse krant wordt uitgegeven.

Lang voor 1841 verschenen er kranten in Delft. In 1982 werd een exemplaar ontdekt van een Delftse krant uit 1620. Deze oudste Delftse krant, de Courante uyt Italien, Duytslandt ende Nederland, werd gedrukt en uitgegeven door Jan Andriesz. Cloeting aan de Markt in het Gulden ABC. Hij bevatte nieuws van ver weg, dat soms weken oud was, maar ook recente berichten uit Den Haag. In 1938 had men al vijf exemplaren van deze krant gevonden, daterend van 1623 tot 1643.

In Amsterdam als belangrijke haven- en handelsstad, waar vanuit alle windstreken het nieuws binnenkwam, verscheen vanaf 1618 met een zekere regelmaat de eerste echte gedrukte krant, voorzien van een datum en naam van de drukker. Delft met een oudste krant uit 1620 bekleedt daarbij een eervolle tweede plaats. In feite kunnen we in de zeventiende eeuw nog niet spreken van een continue reeks van kranten in de zin van dagbladen. Ze verschenen enkele malen per week en waren te koop bij de drukker, die tevens uitgever en boekhandelaar was. Een bijkomende moeilijkheid is, dat veel meer dan bij boeken de meeste exemplaren van kranten verloren gingen (en gaan), ze zijn voorbestemd om weggegooid te worden. Er zijn dan ook nooit hele jaargangen bekend, maar uitsluitend incidentele nummers.

Na 1643 volgt een lange periode tot omstreeks 1720 waarin geen in Delft gedrukte krant bekend is. Daarna gaf de drukker-uitgever Reinier Boitet een krant uit onder de naam: Delfse Dinsdagsche, Donderdagsche en Saturdagsche Courant. Na een jaar of tien ging het blad Hollandsche Historische Courant heten. In 1775 kwam deze krant in handen van de patriot Wybo Fijnje. Hij maakte van het blad een toonaangevend patriottisch blad dat ook buiten Delft veel lezers trok. De felle politieke stellingname van Fijnje veroorzaakte zelfs een verbod van de krant in Gelderland. Na zijn gedwongen vertrek kwam er in 1788 voor het eerst een krant uit met de naam Delftsche Courant. Na de inlijving bij Frankrijk in 1810 moest de krant tweetalig worden uitgegeven: Gazette de Delft-Delftsche Courant. Die uitgave verdween in 1811 door een maatregel van Napoleon: er mocht per departement maar één krant verschijnen. Dertig jaar lang wordt er in Delft geen krant uitgegeven.

De Delftsche Courant begon in 1841 met een uitgave op bescheiden schaal: twee pagina’s folio in drie kolommen bedrukt. Al snel werd het formaat groter en ook het aantal abonnees groeide. Door afschaffing in 1869 van het dagbladzegel, in feite een krantenbelasting, werd de krant goedkoper en daarmee bereikbaar voor een grotere kring. In de loop van de negentiende eeuw bracht de verzuiling nieuwe dagbladen: de Nieuwe Delftsche Courant (katholiek), de Delvenaar (protestants) en een aantal speciale advertentiebladen met ook Delfts nieuws. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen en gingen kranten als Veritas en Toekomst (beide uit de illegaliteit voortgekomen) en Delftse edities van het regionale blad als Het Binnenhof en de landelijke krant Het Vrije Volk. Tot 2005 verscheen de Delftsche Courant nog als speciale editie van de Haagsche Courant. Na de fusie met het Algemeen Dagblad rest nog slechts een Delftse bijlage bij het AD.