Hand in hand

Eenheid en saamhorigheid onder de kampeerders

Op het kampeerterrein kenden de mensen elkaar en boden ze hulp wanneer een ander dat nodig had. Vooral bij het bouwen van een huisje kwam hulp van familie of vrienden, die iets handiger waren, mooi van pas. De kampeerders die in een tent verbleven konden altijd op de steun van de huisjeskampeerders rekenen. Bijvoorbeeld wanneer een zomerstorm weer eens tientallen tenten tegen de grond had geworpen of wanneer de tijdelijke kampeerders waren weggeregend. In die omstandigheden werden ze niet alleen opgevangen met koffie, maar werd er ook plaats gemaakt in sommige huisjes.

Verzet tegen opponenten
Ook kregen de kampeerders te maken met gevaren waardoor het kampeerterrein zou moeten verdwijnen. Dat was bijvoorbeeld het geval in 1928. Toen probeerde Zomers Buiten, een Amsterdamse organisatie van vakantieverblijven, een luxe vakantieoord te stichten in Hoek van Holland. Dat zou echter ten koste gaan van de arbeiders die op het Hoekse kampeerterrein verbleven. Het gevolg was dat het bestuur van R.A.Z. besloot zich voortaan eensgezind tegen de opponent te verzetten.

Vlaggen
Al die omstandigheden creëerden een sterk gevoel van eenheid en saamhorigheid onder de kampeerders. Symbolisch voor die eenheid waren wel de vlaggen, die aan veel huisjes hingen. Ook bij de grote wandelingen van de kampeerdersvereniging R.A.Z. in de jaren twintig droegen de kampeerders hun grote verenigingsvlaggen bij zich. Die wandeltochten gingen tevens vergezeld van liederen, waarmee de saamhorigheid en kameraadschap onder de leden werd versterkt.

Eenvoudig plezier
Naast de soortgelijke problemen die ze ondervonden, kenden ze ook dezelfde gezellige momenten en hetzelfde eenvoudige plezier. Ondanks het gebrek aan luxe. Ze kwamen elkaar tegen op gemeenschappelijke plekken, zoals bij de waterkraan. Ze bespraken de laatste nieuwtjes, maakten grappen en vertelden elkaar sterke verhalen. Ze zaten gezellig te lezen of speelden familiespelletjes aan een klein tafeltje. Op de veranda maakten ze muziek met gitaar of accordeon. Of ze zongen liedjes, zoals Corrie van Gorp regelmatig deed met haar vriendinnen. André Hazes schreef zelfs een deel van zijn liedjes in de tuin achter zijn huisje. En er waren meer recreanten die een bovengemiddeld talent hadden.

Bekende recreanten
Toen André Kyvon op zestienjarige leeftijd als bandparodist meedeed aan een talentenjacht op het huisjeskamp, zat Jaap Valkhoff (bekend van o.a. het Feyenoordlied Hand in hand kameraden) in de jury. Het publiek vond het prachtig. Toen hij bekender werd, besloot André dat het tijd was voor een artiestennaam. Die verzon hij toen hij in Hoek van Holland was, bij de duinen. Het werd dan ook André van Duin. Ook op sportgebied zijn onder de recreanten bekende namen te noteren. Coen Moulijn, Wim Jansen en John de Wolf kent immers iedereen.

Verenigingen 
Dankzij de vrijwilligers van de kampeerdersverenigingen R.A.Z. (1926), de Poort van Europa (1960) en De Tasman werden ook de kinderen beziggehouden. Tevens waren er de Jeugdhaven (1951) en het Comité Avondvierdaagse Recreatieoord, ook wel de C.A.R. (1992).

Leuk voor de kinderen en dus ook voor de ouders, want als de kinderen het naar hun zin hadden, hadden vader en moeder het ook. Sommige spelen (zoals voetballen, slingerbal gooien, discus- en speerwerpen) mochten de kinderen alleen buiten het kampeerterrein beoefenen vanwege de gevaren voor ruiten en voorbijgangers. Rondom de organisatie van speldagen voor de kinderen stond de jeugd al een dag van tevoren voor de ramen van het clubgebouw verlangend te kijken naar de uitgestalde prijzen. Het waren altijd topdagen waarop ieder kind minimaal een troostprijs kreeg.