Top Naeff

Een eigenzinnige Dordtse mevrouw

Met het meisjesboek Schoolidyllen werd deze Dordtse schrijfster wereldberoemd. Maar ook haar latere werk mag er zijn. Top Naeff schetst daarin als geen ander een schitterend beeld van normen en waarden uit een vervlogen tijd.

Boven de statige deur van het huis aan de Nieuwe Haven 38 kan de voorbijganger lezen dat hier op 24 maart 1878 ene Top Naeff werd geboren.

Anthonetta van Rhijn-Naeff overleed in 1953 en was toen Officier in de Orde van Oranje-Nassau, erelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en ereburger van Dordrecht. Geen geringe verdiensten.

Er wordt weleens beweerd dat de negentiende eeuw in Nederland pas in 1940 voorbij was. En Top Naeff lijkt dat in haar leven en werk te bevestigen. Ze groeide op in een welgesteld milieu waarin men zeer klassenbewust was. Ze kreeg een strenge en benauwende opvoeding met veel nadruk op fatsoen. In het huis van haar grootouders van moeders kant, het patriciërshuis De Meerminnen aan de Wolwevershaven 21, voelde zij zich aanzienlijk meer op haar gemak.

Het lag in de bedoeling dat een kostschool in Brussel haar zou omvormen tot dame van stand. Dat lukte maar ten dele. De jongedame hield van lezen en toneel en in 1900 kwam haar meisjesboek Schoolidyllen uit, waarmee ze nog altijd bekendheid geniet. Het boek werd direct al een groot succes, kende talloze herdrukken en werd in vele talen uitgebracht.

Het was het begin van een glansrijke carrière. Naast auteur van romans en novellen, schreef ze ook theaterstukken en was ze toneelrecensente bij de Dordrechtsche Courant. Dat veel van haar fictie zich afspeelt in de gegoede burgerij, is niet verwonderlijk. Haar boeken kenmerken zich door een kritische en scherpe blik op dit milieu, met tegelijkertijd een zekere gelatenheid en acceptatie ervan. Enerzijds keert ze zich met ironie en sarcasme af van de benauwende burgermansmoraal waarmee ze is opgevoed; aan de andere kant lijkt ze erin te berusten dat ze in deze kringen thuishoort.

Na 1920 kreeg ze het als mens en schrijfster wat moeilijker in een maatschappij waarin de massa's een groeiende rol spelen en vernieuwende ideeën in met name de literatuur haar werk enigszins naar de achtergrond drukten.

Hoewel ze keurig - maar niet bijster gelukkig - getrouwd was, werd ze in 1907 smoorverliefd op regisseur en acteur Willem Royaards. Het bleef bij een zuiver platonische relatie, een geheime liefde die voor altijd onvervuld zou blijven. Dit gegeven vinden we, naast de kritische kijk op haar eigen milieu, terug in veel van haar werk: trouw en ontrouw, schijnheiligheid, de tragiek van het huwelijk. Het boek Een huis in de rij (1935) schetst hier een aangrijpend beeld van.

Voor de oorlog had deze wat hautaine en deftige dame het bij tijd en wijle niet gemakkelijk met zaken als democratisering en die vreselijke teloorgang van het fatsoen. En al rekent ze in de roman Letje (1926) af met haar opvoeding, toch lijkt ze zich pas na de oorlog wat los te kunnen maken van de ideeën waarmee ze was opgegroeid en schikt ze zich wat makkelijker in haar tijd.

Wie zich beperkt tot het lezen van haar jeugdwerk Schoolidyllen, doet zichzelf tekort. Menno ter Braak schrijft in 1936:

Het is, alsof zij niet genoeg kan krijgen van een milieu, dat zij met de koele belangstelling van de sceptische buitenstaandster honoreert; zonder dat milieu zou Top Naeff waarschijnlijk niet schrijven (of minder goed schrijven), zonder haar superieure ironie zou het milieu ons niet meer vermogen te interesseeren.

Top Naeffs milieu? Dordrecht.