Johannes Bosboom

Schilder van kerkinterieurs

Johannes Bosboom (1817-1891) was een meester in het schilderen van kerkinterieurs. Zijn aquarellen en schilderijen zijn beroemd vanwege de sfeervolle lichtval en het gevoel voor kleur. Bosboom kreeg tekenonderwijs aan de Haagsche Teekenacademie. Zijn leermeester was zijn buurman Bartholomeus van Hove, een beroemde schilder van de romantiek. Naast kerkinterieurs schilderde Bosboom ook veel Haagse stadsgezichten. Hij maakte studiereizen naar Hoorn, Nijmegen, Duitsland en België.

In 1831 gaat Johannes Bosboom (1817-1891) bij zijn buurman Bartholomeus van Hove in de leer. Hij is dan veertien jaar. Salomon Verveer en de zoon van Bartholomeus van Hove, Huib van Hove zijn dan tevens leerlingen in het atelier. Tussen 1831 en 1835 en van 1839 tot 1840 volgde hij lessen aan de Haagsche Teekenacademie.

Uit onderzoek naar de bewonersgeschiedenis van de Dunne Bierkade blijkt dat de schilder tot aan zijn huwelijk in 1851 bij zijn ouders op nr. 16 woonde. Hij had hier ook zijn atelier. Hij begint zijn schilderscarrière in de stijl van de romantiek en schildert op fantasie gebaseerde stadsgezichten met een poëtische inslag. In 1833 doet hij mee met de Tentoonstelling van Levende Meesters met drie Haagse stadsgezichten in een precieze schildertrant in de stijl van de romantiek.

Later gaat hij, beïnvloed door Rembrandt, met lossere verftoetsen en in een atmosferische stijl werken. Met brede penseelstreken bouwt hij interieurs op. Een goed voorbeeld daarvan is een schilderij van de joodse synagoge aan de Wagenstraat. Met deze impressionistische schildertrant stond Bosboom aan de wieg van de Haagse School en toont hij zich de meester en innovator van het architectuurstuk.

Bosboom is vooral bekend geworden door zijn kerkinterieurs in de traditie van 17de eeuwse meesters als Gerard Houckgeest en Emanuel de Witte. Hij stoffeert zijn voorstellingen met figuren in historische 17de eeuwse kleding.

In 1835 maakte hij een reis in Duitsland en deed er Keulen en Koblenz aan, samen met Salomon Leonardus Verveer. In 1837 bezocht hij Antwerpen en in 1838 stak hij door naar Frankrijk, waar hij Rouen en Parijs aandeed, nu in het gezelschap van Cornelis Kruseman.

Op 3 april 1851 huwde hij de schrijfster Geertruida Bosboom-Toussaint. Hij verhuist in Den Haag nog twee maal en zou uiteindelijk aan de naar zijn vrouw genoemde Toussaintkade gaan wonen.

Bosboom was lid van de Pulchri Studio, het Genootschap ‘Arti Sacrum’ (Rotterdam) en de Hollandsche Teekenmaatschappij (Den Haag). Hij werd in 1855 benoemd tot erelid van het Brusselse Société Royale Belge des Aquarellistes, in 1856 gevolgd door een benoeming tot ridder in de Leopoldsorde.

Naast kerkinterieurs maakte Johannes Bosboom ook een aantal aquarellen van Scheveningen. Bosboom ontdekte de badplaats Scheveningen tijdens een vakantie in 1873. In hotel Zeerust maakte hij diverse schetsen, waarvan hij er ruim vijftien in aquarel uitwerkte, zoals van visserswoningen, een onderwerp waar Van Gogh zo’n tien jaar later ook een aquarel van maakt.


Als Van Gogh later besluit om kunstenaar te worden is Johannes Bosboom een van de schilders die Van Gogh advies geeft (Etten 16 augustus 1881):
’Toevallig heeft Bosboom mijn studies gezien, heeft mij nog een & ander gezegd er over maar wenschte ik maar eens meer gelegenheid had om door hem teregtgewezen te worden. B. is een van die menschen die de gaaf hebben om ook aan anderen iets te leeren & aan ’t verstand te brengen.’