Paarden, post en passagiers

Herberg De Oude Denneboom

Tijd van regenten en vorsten

Goede ligging

Rond 1680 was reizen niet zo makkelijk als nu. De meeste (zand)wegen waren blubberig en moeilijk begaanbaar. Pas in de 19de eeuw werden de eerste wegen verhard met klinkers. Ook was het lang niet altijd veilig onderweg. Soms werden reizigers overvallen door struikrovers. Er waren daardoor maar een paar wegen die veel gebruikt werden. Holten lag aan zo'n belangrijke route. Deze weg liep vanuit Holland via Holten naar Duitsland.

Postkoetsen

De weg werd veel gebruikt door postkoetsen. Paarden trokken deze postkoetsen over de modderige wegen voort. Om de paarden niet teveel uit te putten werden ze onderweg gewisseld.

Herberg De Oude Denneboom

Holten was één van de plekken waar paarden gewisseld konden worden. Dat gebeurde bij herberg De Oude Denneboom. Deze herberg stond op de plek waar nu het kruispunt Keizersweg-Dorpsstraat is. Aan de overkant van de weg, bij het tunneltje, stond een schuur met paardenstallen. In de stal werden de paarden gewisseld, de post in- en uitgeladen en konden passagiers in- of uitstappen.

Te voet

De post werd niet alleen met koetsen vervoerd. De post van en naar Raalte werd door een voetbode overgebracht. Hij begon 's avonds om 9 uur naar Raalte te lopen en was de volgende morgen weer terug in Holten.

Einde

In 1888 werd de spoorlijn Deventer-Almelo aangelegd. Hierdoor hoefde de post niet langer met koetsen vervoerd te worden. Herberg De Oude Denneboom was niet meer nodig als plek om paarden te wisselen en post over te laden.