De moskee

Het ontstaan van een multiculturele samenleving

Tijd van televisie en computers

Kijk rond in Deventer, op de markt en in de stad, en je ziet veel mensen die uit andere landen komen. Velen wonen hier al jaren en werken op de markt, in restaurants en winkels maar ook bij de overheid, de politie en in het onderwijs. Opmerkelijk in het stadsbeeld is ook de Deventer Centrum Moskee in de Smyrnastraat, met een minaret van 30 m hoog. Maar zo is het niet altijd geweest.

Komst van Molukkers

Na de Tweede Wereldoorlog was er veel vraag naar arbeidskrachten in met name de industrie. Allereerst zocht men in het noorden van het land en kwamen er mensen uit Groningen en Drenthe naar Deventer. In het begin van de jaren vijftig kwamen, na het zelfstandig worden van Indonesië, veel Molukkers naar Nederland en ook naar Deventer. Aanvankelijk werden ze gehuisvest in een "kamp" in Teuge. In 1954 gingen ze wonen in de wijk Keizerslanden, waar speciaal voor hen 78 woningen gebouwd werden door de gemeente. Ze kregen werk in de spinnerij van Ankersmit, de capsulefabriek DAIM en in de blikfabriek van Thomassen & Drijver. Ondanks de komst van de Molukkers was het arbeidstekort zo groot, dat men zich ging richten op de werving van buitenlandse werknemers.

Gastarbeiders uit Spanje, Italië en Turkije

Vreemd was wel, dat er geen enkel beleid was voor opvang en huisvesting van de gastarbeiders: hun aanwezigheid was tijdelijk, dacht men. Eerst kwamen Italianen in Deventer werken, daarna volgden Spanjaarden. Velen van hen trouwden met Nederlandse meisjes en bleven hier wonen en werken. Piet Kempes, de personeelschef van Thomassen & Drijver, reisde in 1965 voor het eerst naar Turkije om arbeidskrachten voor de fabriek te werven. Vanaf dat moment kwamen in groten getalen Turkse mannen naar Deventer; vrouwen en kinderen bleven in Turkije. De huisvesting van de Turkse werknemers was armzalig en duur, in sportkantines (van onder meer de voetbalclub DAVO) en in barakken, en dat voor f 20,‒ per persoon per week. Beeldbepalend voor Deventer was de latere huisvesting in het voormalige hotel De Leeuwenbrug, vlak bij de plaats waar nu de schouwburg staat. Een belangrijke plek voor de arbeidsmigranten was de Assenstraat 11, de Stichting Buitenlandse Werknemers, waar men elkaar ontmoette en voorlichting kreeg. In 1964 werd de eerste Turkse voetbalclub opgericht: Türk Gücü, Turkse Kracht.

Veelkleurigheid

Terugkeren naar eigen land was de bedoeling van de Turkse werknemers, maar er waren ook vaders die hun vrouw en kinderen lieten overkomen naar Deventer. In 1967 vond in Deventer de eerste gezinshereniging plaats. De meeste Turkse gezinnen gingen wonen in de Rivierenwijk, de Deltawijk en het Rode Dorp omdat daar het aanbod van woningen het grootst was. De Venenschool (nu de Snippeling) was de eerste school in Deventer die Turkse kinderen opving. Voor het onderwijs betekende dat een totaal nieuwe situatie. Er waren geen lesmethoden, leerkrachten moesten alles zelf bedenken. Belangrijk was dat de kinderen zo snel mogelijk de taal leerden.
Het beleid veranderde niet: men bleef tot 1984 vasthouden aan de terugkeergedachte, maar in de wijken en op de scholen zag men een heel ander beeld. In 1979 werd een bestaand gebouw in de Rijkmanstraat als eerste moskee in gebruik genomen. Tegenwoordig maakt de in 2003 opgeleverde Deventer Centrum Moskee (voorheen El Aksa- of Grote Moskee) aan de Smyrnastraat prominent deel uit van het Deventer stadsbeeld. Veelkleurigheid is nu in Deventer overal terug te vinden. Er zijn veel winkels en restaurants in de stad die geëxploiteerd worden door mensen uit andere culturen.