Tweede Wereldoorlog

Oorlogsverhalen uit de provincie Utrecht

Tijd van Wereldoorlogen

In Utrecht zijn er allerlei plekken die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Zo waren er in mei 1940 hevige gevechten op de Grebbeberg bij Rhenen. Gesneuvelde soldaten zijn er begraven op het Militair Ereveld. Aan de Maliebaan in Utrecht hadden veel Duitse organisaties hun kantoor, maar hier was ook het studentenverzet actief. Bij Amersfoort lag één van de drie Nederlandse concentratiekampen. Onder andere Joden, mensen van kleur, politieke tegenstanders, mensen uit de LHTBQIA+ gemeenschap, Jehova’s getuigen, Roma en Sinti werden opgepakt en in dit soort kampen opgesloten. Velen overleefden dit niet en degenen die dat wel deden keerden voor de rest van hun leven getekend terug.

De NSB

De NSB was een politieke partij opgericht door onder meer Anton Mussert. De partij had haar hoofdkantoor op de Maliebaan te Utrecht. Deze partij was tegen de democratie en wilde dat één sterke leider het voor het zeggen zou hebben in Nederland. Ze deelde ongeveer hetzelfde gedachtegoed als nazi-Duitsland en werd best populair. Voor de oorlog wist de partij zelfs bijna 10% van de verkiezingsstemmen in Utrecht te krijgen. Voordat de NSB echt groot kon worden brak de Tweede Wereldoorlog uit. Naarmate de oorlog vorderde en het duidelijk werd dat de geallieerden zouden winnen stapten steeds meer mensen uit de NSB of vluchtten ze naar Duitsland. Toen Nederland in 1945 bevrijd was werden NSB-leden opgepakt. Ook voor Mussert liep het niet goed af, hij werd geëxecuteerd wegens landverraad in 1946, precies een jaar na zijn arrestatie.

Truus van Lier
Truus van Lier was een in Utrecht geboren verzetsheldin. Haar vader was een Joodse advocaat en vlak voor de oorlog had ze zich, op zijn aanraden, ingeschreven om rechten te studeren. Ze ging toen de Duitsers binnenvielen dan ook bij het studentenverzet. Ze bracht illegale kranten, berichten en wapens rond, ook begeleidde ze Joden naar onderduikadressen. Truus infiltreerde ook bij de NSB en de Wehrmacht in Amersfoort. Op 3 september 1943 schoot ze zelfs de hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen dood vlakbij het Willemsplantsoen in Utrecht. Ze vluchtte naar Haarlem, maar werd verraden en opgepakt. Op 27 oktober 1943 werd Truus geëxecuteerd in kamp Sachsenhausen. Volgens getuigen zou ze zingend en met opgeheven hoofd naar het vuurpeloton zijn gelopen.

Kamp Amersfoort

In heel Europa richtten de Duitsers grote kampen op om politieke gevangenen en Joden in op te sluiten. In 1941 kwam ook in de bossen bij Amersfoort een gevangenenkamp. De veroordeelden kwamen per trein in Amersfoort aan. Onder bewaking van Duitse soldaten marcheerden zij door de straten naar Kamp Amersfoort. Zo'n 50.000 mensen hebben in Kamp Amersfoort opgesloten gezeten. De meesten waren mannen, maar er waren ook vrouwen en zelfs kinderen bij. Kamp Amersfoort was een doorgangskamp. Van hieruit werden gevangenen naar Westerbork en later naar kampen in Duitsland en Polen gebracht. Het leven in het kamp was als gevangene heel zwaar. Mensen moesten zes dagen per week werken, het was er heel vies, er was te weinig eten en er werden veel lijfstraffen uitgedeeld. Ook was er de zogenaamde ‘Rozentuin’. Gevangenen moesten voor straf uren en soms zelfs dagen stilstaan op een kale plaats die was afgezet met prikkeldraad. Wie omviel werd geslagen en moest weer opstaan. Het prikkeldraad deed de gevangenen denken aan doorns van rozen.

Loes van Overeem werkte voor het Rode Kruis en zorgde ervoor dat de situatie voor de gevangenen in 1944 iets beter werd. Uiteindelijk droegen de Duitsers Kamp Amersfoort op 19 april 1945 over aan het Rode Kruis. De Duitsers vertrokken en de gevangenen waren vrij.