Diederik van Bern

Onverschrokken held in Aldinsaela

Tijd van steden en staten

In de Diederikssaga, een Duits heldenlied, valt te lezen hoe omstreeks 1250 de held Diederik de nacht doorbracht in Oldenzaal. Slechts weinig plaatsen was die eer te beurt gevallen. Hoe serieus moet dat verhaal genomen worden? Er was een tijd dat niemand lezen of schrijven kon. In die tijd moest alles wat men wist mondeling doorgegeven en onthouden worden. Dat gold voor alles: de goden en de helden, de geschiedenis en ook de rechtspraak. Het makkelijkst ging dat zingend met begeleiding van een instrument. Soms maakte de zanger het lied mooier dan hij het gehoord had. Bovendien had elke zanger de neiging het verhaal in zijn eigen omgeving te plaatsen. Na de komst van het christendom raakten veel van die verhalen echter in het vergeetboek en als de Noorse koning Haakon ze omstreeks 1250 niet had laten opschrijven, dan hadden we er nooit meer iets van gehoord.

De tocht van Diederik

Diederiks' vader was koning in Bonn. Om aanzien te verwerven was het in die tijd de gewoonte als knaap op reis te gaan, onderweg heldendaden te verrichten en daarna met roem beladen huiswaarts te keren. De saga verhaalt van de reis die Diederik in zijn jeugd maakte van Bonn naar het begin van het Teutoburgerwoud in het Oosten tot aan de laatste uitlopers van dat woud in het Westen. In gedachten is de route te reconstrueren die de zanger voor ogen gehad moet hebben. Aan het eind van het Teutoburgerwoud kwam men door een uitgestrekt woud bij slot Bentheim. In dat woud zou Diederik op jammerlijke wijze Ekke het leven ontnemen. Diens broer Fasolt trad desondanks in dienst van Diederik en samen trokken ze verder. Door het Bertanga-land kwam men in Aldinsaela. Nog nooit was Diederik zover van huis geweest. Hier brachten ze de nacht door. De volgende morgen trokken ze in zuidwestelijke richting huiswaarts door het woud van Rim of Rin.

Aldinsaela

Met Aldinsaela kan alleen Oldenzaal bedoeld zijn: Rin was een boerderij, die hoorde onder het bezit van Prüm in Oldenzaal en voor Bertanga, ten oosten van die plaats, ligt de Tankenberg voor de hand. Aan de voet van die berg liep de koningsweg van Oldenzaal naar Bentheim en verder naar Rheine. De weg stond bekend als Heerweg, Via Regia en in het Diederikslied als koningsweg. Voor een deel was het een holle weg. Een nabijgelegen perceel grond draagt nu nog de naam "Koningsstuk".

Wilde olifant

Met het doden van Ekke had Diederik tot nu toe weinig eer behaald. Dat zou snel veranderen bij het verlaten van het woud van Rin. Plotseling stonden ze oog in oog met een reusachtige, wilde olifant, de "draak van het vlakke land". Slechts met uiterste inspanning wisten ze samen het beest te doden. Na verloop van tijd ging het gerucht dat Sigfried, dienstman van koning Isung, een nog grotere held zou zijn. Diederik reisde daarop spoorslags opnieuw af naar Bertanga om Siegfried daar met een list te verslaan. Van nu af aan was er geen twijfel meer. Nog één keer zou Diederik naar het noorden trekken. Eén van de negen koningsdochters van het kasteel in Bentheim maakte hij tot zijn bruid.

Sage met een kern van waarheid?

De verhalen zijn in de loop der tijd ver van de historische werkelijkheid af komen te staan. Ze zijn daarentegen duidelijk te plaatsen in het grensgebied van Nederland en Duitsland ter hoogte van de grens van Nedersaksen met Westfalen. Uit die buurt kwamen ook de zegslieden die als bron gefungeerd hebben voor koning Haakon van Noorwegen.