Stadsrechten

Oldenzaal wordt een stad

Tijd van steden en staten

Altisalja

Oldenzaal is heel oud. Al in geschriften uit de 7de eeuw komt de naam Oldenzaal voor. Het werd toen geschreven als Altisalja. Later komt ook de naam Aldenselen en Oldensele voor. Oldenzaal betekent "oude zaal". Een zaal was een groot gebouw dat uit één ruimte bestond. Dit gebouw was van een koning, die hier regelmatig kwam.

Naar de markt

Oldenzaal was de belangrijkste plaats in Twente. Daarom kreeg Oldenzaal al in 1049 van de keizer het recht om een eigen weekmarkt te houden. Later mochten de Oldenzalers ook een jaarmarkt organiseren. Markten waren belangrijk in de Middeleeuwen. Er kwamen veel handelaren en bezoekers op af.

Een echte stad

In 1296 gaf bisschop Johannes van Utrecht Oldenzaal stadsrechten. Sindsdien is Oldenzaal een stad. Dat betekende dat bazen van Oldenzaal hun eigen regels mochten maken, dat de stad zelf ongehoorzame burgers mocht bestraffen en dat er stadsmuren gebouwd mochten worden. In ruil daarvoor moest de stad jaarlijks geld aan de bisschop betalen. De brief waarop de stadsrechten staan, ligt in het archief van Oldenzaal. Het ziet er prachtig uit: er hangen allemaal zegels aan.