De rol van het water in West-Friesland

Tijd van steden en staten

De West-Friese Omringdijk

Iedereen in West-Friesland kent de Omringdijk. Vanaf 1200 is het de grens van West-Friesland. De Omringdijk loopt via de steden Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Schagen, Medemblik en opnieuw Enkhuizen. Alle dorpen en steden worden door de dijk beschermd. In het gebied binnen de dijk woonden alle West-Friezen. Iedereen sprak dezelfde taal, West-Fries en had dezelfde oude boerengebruiken.

De bouw van de Omringdijk

De bouw van Omringdijk begon tussen 1000 en 1100. De dijk werd gebouwd omdat het land steeds overstroomde. Hele stukken land gingen hierbij verloren. De Zuiderzee werd steeds groter en zorgde voor meer overlast van het water. In 1000 was het een klein binnenmeer, maar rond 1400 was het een zee. Zelfs na de bouw van de dijk waren er nog overstromingen.

Polders

De bodem van West-Friesland was heel drassig, het bestond uit veen. Er werden sloten gegraven zodat het water weg kon lopen. Rond 1450 werd de molen uitgevonden. Die hielp bij het droogmaken van de polder en dit ging veel sneller dan met de hand. De bodem in West-Friesland kwam steeds lager te liggen. Dit probleem konden de molens niet verhelpen en er moest een andere oplossing gezocht worden.

De graaf van Holland grijpt in

Keizer Karel de Vijfde, de graaf van Holland, nam in 1544 maatregelen. Hij moest ervoor zorgen dat het water in West-Friesland niet te hoog kwam te staan. Er kwam een systeem om de waterstand te controleren. Tussen de Zuiderzee en de binnenmeren mochten er geen open verbindingen zijn. Daarom werden er sluizen gebouwd. Een van de sluizen ligt in Edam.

Ruzie over de Omringdijk

In 1675 was er weer een overstroming. Dit keer bij Scharwoude en de Zwaagdijk en daardoor kwam oostelijk West-Friesland onder water te staan. Dit leidde tot een ruzie tussen Oostelijk en westelijk West-Friesland over het onderhoud van de dijk. Het westen van West-Friesland was voor een groot deel ingepolderd. De dijk was voor hun niet meer zo belangrijk, maar ze moesten er wel voor betalen. Het oosten van West-Friesland wilde niet alleen voor de dijk betalen. In 1659 kwam er einde aan de ruzie en kwam de Omringdijk juridisch in bezit van heel West-Friesland.

Te weinig plaats om te wonen

In West-Friesland nam de bevolking toe. Niet voor alle mensen was er genoeg ruimte om te wonen. Daarom werd er nieuw land gemaakt op de plaats waar eerst water was. Het Wogmeer werd in 1608 drooggemalen met behulp van de molens. Het kostte tienduizend gulden en er werden zes molens gebruikt. Het was een heel duur project met maar liefst 3500 gulden per molen. Hoorn wilde best meebetalen maar stelde wel eisen. De ringvaart om Wogmeer moest breed genoeg zijn voor twee schuiten om te passeren. Eind juli 1609 was de polder klaar en konden er mensen gaan wonen.