De opstand

Tijd van ontdekkers en hervormers

Geloven in één god

Vanaf 700 begonnen de mensen in West-Friesland in God te geloven. Dit was de God van de katholieke kerk. Ze leerden dat ze moesten leven volgens de regels van de pastoor. Ze baden het Onze Vader en zongen kerkliederen. Van de Bijbel wisten ze weinig omdat ze nog niet konden lezen. De pastoor vertelde aan hen dat als ze goed hadden geleefd ze na hun dood in de hemel kwamen. De eerste kerken in West-Friesland stonden in Sint-Maarten en Bovenkarspel. Hiervoor waren de West-Friezen heidenen met heidense gebruiken. Zij dachten bijvoorbeeld dat vrouwen de maan opaten.

De hervorming

Rond 1400 leerden steeds meer mensen lezen. Zelfs in kleine dorpen zoals Obdam, Spanbroek en Westerblokker stond een schooltje. Op school leerden de kinderen lezen en schrijven. Door te lezen begrijp je meer van wat er om je heen gebeurt. Je gaat kritischer kijken naar de wereld om je heen, maar ook bijvoorbeeld naar de kerk.

Protestanten

Tegen de katholieke kerk kwam er steeds meer protest. De mensen die protesteerden werden protestanten genoemd. De aanhang was vooral in Noord-Holland en West-Friesland te vinden. De kritiek op de katholieke kerk had te maken met de rijkdom en de macht van de kerk. De paus had heel veel invloed. De protestanten wilden terug naar de zuivere leer van de kerk en de oorsprong van de Bijbel.

Verzet tegen de katholieken

In heel Nederland was er verzet tegen de katholieke kerk. Vanuit het zuiden van het land kwam de Beeldenstorm. Hierbij verwoesten de protestanten beelden en gebouwen van de katholieke kerk. Volgens de protestanten had God beelden in de kerk verboden. In West-Friesland was de verandering veel rustiger. In Westerblokker hield op 14 juli 1566 een mandenmaker een preek in de openlucht. Hier luisterden wel meer dan duizend mensen naar. Op meer plaatsen in West-Friesland hielden protestanten een preek buiten.

Reactie van de Spaanse koning

De Spaanse koning Filips de Tweede was een katholiek. Om oorlog te voeren tegen de protestanten had hij geld nodig. Dit vroeg hij aan de Staten van Holland. Hij wilde de Nederlanders alleen geen vrijheid geven in hun geloof en kreeg dus geen geld. Om toch aan geld te komen legde Filips de Nederlanders belasting op. Dit leidde tot de Tachtigjarig Oorlog. Onder leiding van Willem van Oranje kwam Nederland in opstand. In de hele zestiende eeuw zijn er wel drieduizend Nederlanders om hun protestante geloof vermoord.

De kant van de protestanten

In 1572 kozen Enkhuizen en Hoorn, onderdeel van het Noorderkwartier, voor de Prins. In 1573 begon de overwinning in Alkmaar. Door de grote rol van het Noorderkwartier kreeg Hoorn een eigen bestuur en zelfs een eigen munt. De protestantse godsdienst werd nu de belangrijkste godsdienst. Ook in West-Friesland werden beelden en gebouwen verwoest bijvoorbeeld de abdij van Egmond. In andere plaatsen vielen de vernielingen mee.