Slag bij de Vaart

Veldslag tussen Patriotten en Orangisten

Op 9 mei 1787 heeft er op het huidige grondgebied van Nieuwegein een heuse veldslag plaatsgevonden. Het gevecht werd gevoerd tussen Patriotten (staatsgezinden) en Orangisten, aanhangers van de Prins van Oranje Willem V (1748-1806). De militaire confrontatie voltrok zich in de directe omgeving van wat nu de wijk Fokkesteeg heet, op korte afstand van het huidige Merwedekanaal.

Doden
Rond een uur of half tien in de avond op die bewuste 9 mei stonden tussen de voormalige dorpen Jutphaas en Vreeswijk soldaten van de Orangisten tegenover militairen uit Utrecht. Deze stad was in patriottische handen. Er vielen gelukkig weinig dodelijke (burger)slachtoffers, maar de enkelen die het leven lieten, onder wie de broer van de drost van Vreeswijk G.A. Visscher, werden op slag beroemd en kregen als ware martelaren een 'staats'begrafenis.

Propaganda
In strategische zin had de schermutseling niet veel om het lijf, gelukkig maar! Kort na de 'veldslag' stond deze strijd wel te boek als een der belangrijkste heldhaftige gebeurtenissen in jaren. De militaire actie werd een hot item in de landelijke propagandaoorlog tussen aanhangers van de Prins van Oranje en de anti-orangistische Patriotten. Deze 'ware vaderlanders' waren ontevreden over het bestuur van de Republiek en streefden politieke hervormingen na. De Orangisten wilden het liefst alles bij het oude laten. Er verschenen veel pamfletten (vlugschriften, blauwboekjes) en liederen pro en contra en er werd zelfs een speciale penning geslagen door de overwinnaars, de Utrechtse Patriotten. Het was overigens niet altijd even duidelijk voor de auteurs van de pamfletten of de slag nu plaats had gevonden nabij Vreeswijk of ter hoogte van Jutphaas. Zo werd er gesproken van het 'Gevecht by het dorp de Vaart [=Vreeswijk] buiten Utrecht' maar ook over de 'Overwinning by Iutphaas onder d' Vaart'.

Vluchteling
Kort na 'de slag in Nieuwegein' escaleerde de tegenstelling tussen Patriotten en Orangisten tot een ware burgeroorlog in heel het land. De beroemde aanhouding van de echtgenote van stadhouder Willem V - prinses Wilhelmina van Pruisen - in Goejanverwellesluis op 28 juni 1787 luidde de eindoverwinning van de Orangisten in. Niet lang daarna zochten heel veel Patriotten een goed heenkomen in het bevriende Frankrijk. Als politiek vluchteling waren ze gedwongen daar tot 1795 te bivakkeren. Frankrijk bood de patriotse vluchtelingen, die zichzelf Bataves noemden, veiligheid, een uitkering en een dak boven hun hoofd. In Noord-Frankrijk waren ± 5.000 Bataven getuige van de Franse Revolutie (1789). Ze bezaten er hun eigen uitgeverijen, kranten en genootschappen. Met succes voerden zij een strijd om democratie en mensenrechten met Franse militaire steun alsnog in Nederland ingevoerd te krijgen.