Markeschool Zenderen

Het onderwijs

Tijd van pruiken en revoluties

Vóór 1600 was er hoogst waarschijnlijk nog geen sprake van regulier onderwijs in Borne. Na de Reformatie probeerde de Gereformeerde Kerk een fors stempel te drukken op het onderwijs. De trits alfabet, bijbel en catechismus was volgens de predikanten het ABC, de essentie, van het onderwijs. Kinderen moesten het alfabet in de eerste plaats leren om de bijbel en de catechismus te kunnen lezen. Na 1601 waren onderwijzers dan ook verplicht lid te zijn van de Gereformeerde Kerk.

School te Borne

De eerst bekende schoolmeester van Borne was Johan Bispinck. Het hervormd kerkarchief meldt in 1646: "kerkenhuis en gaarden aan de pepperstege waarin die tegenwoordige Johan Bispinck woont en daarover aan de gereformeerde kerk 2 daler moet betalen. Voor zijn bediening krijgt hij een stuk land van 2 schepel uit de lage achterkamp in de Oude Esch en voor de scoeledienst hooiland in het Hertmerbroek, de Scoolmeestermate." Het Weleveld had het recht tot benoeming van de schoolmeesters. In de Franse tijd verviel de verplichting voor onderwijzers om gereformeerd te zijn. In 1855 benoemde men in Borne de heer Wientjes als eerste rooms-katholieke onderwijzer aan de openbare school. Er was steeds gebrek aan geld voor financiering van de schoolgebouwen en de salarissen van de onderwijzers. De schoolmeester kreeg naast een klein tractement een stuk land voor eigen gebruik en van de (ouders van) de kinderen af en toe een gift in natura. De meesters bleven meestal tot op hoge leeftijd, vaak tot hun overlijden, les geven.

Markeschool Zenderen

Dominee Charles van de Berg en de richter van Borne vroegen op 19 maart 1702 in een onderdanige brief aan de Heren Gedeputeerden van Ridderschap en Steden van Overijssel om een jaarlijks tractement voor een school in de marke Zenderen, om een bekwame schoolmeester aan te kunnen stellen. Ook de katholieke bevolking van de marke Zenderen richtte in 1708 een smeekbede tot Gedeputeerde Staten om een katholieke schoolmeester aan te stellen, aangezien de financiering voor de boeren bezwaar opleverde. Op 22 juli 1717 kwam er een reactie: er werd "een toelage voor een goed schoolmeester" toegezegd en de richter van Borne kreeg opdracht te zorgen voor een bekwaam schoolhuis. Op 15 oktober 1722 werd de gereformeerde Herman van Reppel de eerste schoolmeester van de marke Zenderen. Het tractement van Herman van Reppel werd vastgesteld op 25 gulden per jaar. De school kwam te staan op de hoek van de Hondenhoek en de huidige Carmelitessenweg. Het gebouw bestond waarschijnlijk uit een vakwerkschuur zonder zolder en met een lemen vloer. Het markebestuur was verantwoordelijk voor het onderhoud en zorgde voor de nodige verbouwingen. De onderwijzer Johannes Ranneft was in de 19de eeuw maar liefst 53 jaar aan deze school verbonden. In 1878 werd besloten de oude markeschool te slopen. Omstreeks 1880 kwam de nieuwe openbare school aan de hoofdstraat in gebruik.