Garriet Jan en Annegien

In de taal van Stad en Ambt: Veno’s en Laand-Veno’s

Tijd van wereldoorlogen

"Foj, foj, mensen, wat was het veurige weke warm. Ie wisten toch finaol niet waor a'j 't zuken mossen. In de kamer was 't warm, buten was 't warm en in bedde was 't heelemaole warm. Annegien kan niet best tegen de warmte, ze is gauw kribberig as 't zo hiete is."
Met deze woorden begint journalist Hendrik van Heerde het boek Garriet Jan en Annegien, deel twee in een serie van tien "verhaelties" over dit bijzondere echtpaar.

Havanha

Hendrik van Heerde werd geboren in 1905 aan de Voorpoort in Vollenhove als zoon van een koperslager. Na eerst gewerkt te hebben bij de Meppeler Courant kon hij in 1936 als journalist bij het Kamper Nieuwsblad aan de slag. In deze krant schreef Van Heerde onder het pseudoniem Havanha een reeks verhalen over de belevenissen van Garriet Jan, zijn vrouw Annegien en hun familie. De personages komen allemaal uit de omgeving van zijn geboorteplaats, waar zich de verhalen ook afspelen.

Garriet Jan en Annegien

Over Garriet Jan, die in vrijwel alle verhalen voorkomt, is relatief weinig bekend. Hij is boer en daarna boer in ruste. In het eerste deel is hij nog vrijgezel, maar later trouwt hij met Annegien. Garriet Jans zus Lammegien en haar man Derk, die een boerenbedoening hebben in de Leeuwte, komen eveneens veel voor, net als een ander familielid, Hendrik Jan, "de zunige neve van de Beulakker". In de verhalen stort de optimistische Garriet Jan zich in allerlei modieuze ontwikkelingen en op nieuwigheden die zich in zijn omgeving voordoen. Voorbeelden zijn een ritje op de motorfiets, een voordracht voor de radio of een kampeeruitje naar de Veluwe. Steevast leidt zijn gretigheid tot ongelukken of wordt hij door de pessimistische Annegien terechtgewezen. De humor, de alledaagsheid en het idee dat iedereen in dergelijke situaties terecht zou kunnen komen is wellicht een reden dat de verhalen zo geliefd zijn.

Regiodialect

Een andere reden voor de populariteit is dat de verhalen geschreven zijn in een mengeling van de verschillende dialecten die voorkomen in het grensgebied van de provincies Overijssel, Drenthe en Gelderland. Dit geboekstaafde dialect, dat feitelijk nergens zo letterlijk bestaat, bevat woorden uit verschillende plaatsen (Vollenhove, Meppel, Kampen) die op evenzoveel manieren uitgesproken kunnen worden, met hun eigen verbuiging en intonatie. Op deze manier is het geschreven dialect herkenbaar voor lezers uit heel West-Overijssel, Zuid-Drenthe en het noorden van de Veluwe. In elk gebied "hoorde" men in de verhalen zijn eigen streektaal. In een tijd waarin er nog volop dialect werd gesproken, maar weinig in streektaal werd geschreven, was het bijzonder dat Van Heerde zich van deze vorm bediende.

Heruitgave

Al snel na het verschijnen van Garriet Jan in het Kamper Nieuwsblad werden de verhalen geplaatst in alle kranten van uitgever Boom, die ze tussen 1952-1968 eveneens gebundeld uitbracht in een reeks van tien boeken. Een kleine 15 jaar later verscheen een tweedelige omnibus met de verhalen en 20 jaar later bij uitgeverij Kok in Kampen nog eens. De verhalenbundels behoren tot de meest uitgeleende titels in de bibliotheken van de regio. De stukjes van Havanha worden nog vaak op de radio, op scholen en in ouderenhuizen voorgedragen. De hilarische belevenissen van Garriet Jan zijn onverminderd populair gebleven, vooral ook onder emigranten uit het taalgebied.

Onderzoek

Van Heerde was niet de eerste die anekdotische verhalen in het dialect van Vollenhove schreef. Hierin was G. ten Napel hem voorgegaan. Van zijn hand verschenen in de eerste twee decennia van de 20ste eeuw enkele verhalen in Driemaandelijksche Bladen, een tijdschrift voor taal en volksleven in het oosten van Nederland. De beide dialectschrijvers hebben navolging gekregen door Frouk Alice Weijs-Kroek. Zij beschrijft in anekdotische verhaaltjes over het reilen en zeilen in een "Kloosters" gezin van vandaag. De oud-Vollenhovenaren H. Scholtmeijer en J.J. Spa waren de eerste taalkundigen die wetenschappelijk onderzoek deden naar het Vollenhoofs. Het werk van de laatste resulteerde in de verschijning van Het dialekt van de Stad Vollenhove. Klank- en vormleer. Deze grammatica kwam in 1996 bij de Stichting IJsselacademie uit en was in een mum van tijd uitverkocht.
De gemeente Steenwijkerland gaat het Voorpoortgebied herinrichten. Van diverse kanten is erop aangedrongen om dit aan te grijpen om Hendrik van Heerde, dichtbij zijn geboortehuis, te eren met een standbeeld van zijn twee beroemde geesteskinderen Garriet Jan en Annegien.