Tweede Wereldoorlog

Oorlog, vervolging en verzet

Vijf dagen vocht het Nederlandse leger in mei 1940 tegen het Duitse
leger, dat ons land op 10 mei was binnengevallen. Maar het kon
de overmacht niet aan en Nederland moest zich op 15 mei 1940
overgeven. Vijf vreselijke jaren volgden.

Nederland bezet en onderdrukt

Waar het de Duitse leider Adolf Hitler en zijn nazi’s (nationaal-socialisten) om te doen was? Duitsland en de Duitsers oppermachtig maken, ten koste van andere landen en andere mensen. In Nederland was het meteen afgelopen met de vrijheid: er mocht niets meer gezegd of geschreven worden wat de bezetters niet aanstond. Veel mannen werden gedwongen om in Duitse fabrieken te gaan werken. Dat heette de ‘Arbeitseinsatz’ of arbeidsinzet. En er werd door de Duitsers van alles geroofd: van machines en tin- of koperwerk tot kerkklokken en fietsen. Radio’s werden in beslag genomen, want er mocht niet naar de Engelse radio geluisterd worden. Ook verdween er veel voedsel naar Duitsland. 

De Joden

Verschrikkelijk was het wat de Joodse Nederlanders werd aangedaan. Eerst mochten zij van alles niet, bijvoorbeeld naar de bioscoop gaan of in een park wandelen. Vanaf 3 mei 1942 moesten zij een Jodenster op hun kleren dragen en vervolgens kwam het bevel om in Duitsland te gaan werken, maar daar logen de nazi’s over. In werkelijkheid werden de Joden eerst in het concentratiekamp Westerbork in Drenthe opgesloten en vervolgens naar concentratiekampen als Sobibor en Auschwitz (in het door Duitsland bezette Polen) gedeporteerd, om daar meteen in gaskamers te worden vermoord. Niemand hoorde meer iets van hen en dat deed bij velen het ergste vermoeden. Was er dan geen ontsnappen aan? Soms wel, door in het geheim bij andere mensen in te gaan wonen. Onderduiken heette dat, maar dat was niet altijd even makkelijk

Onderduiken

Ook in Diemen werd ondergedoken. Onder andere bij de families Arens, Saan, Koster of mevrouw Venema-Kaspers. Van de ruim 90 Joden, die aan het begin van de oorlog in Diemen woonden overleefden ongeveer 25 de oorlog. Onder hen Frits Gerzon, Manfred Ascher, Abraham Brandon, Jaap Stodel en George Verduin. En ook de kinderen Rinah Pomeranz en Gideon Cahen, die bij de familie Klop op fort Diemerdam ondergedoken zaten. Maar veilig was het nooit. Zo viel de 12-jarige Gideon Cahen in mei 1944 door verraad in handen van de nazis. Hij kwam in een concentratiekamp terecht maar heeft de verschrikkingen daar weten te overleven. Voor vier woningen van weggevoerde en vermoorde Joden zijn onlangs, ter herinnering, in het trottoir zogenoemde struikelstenen gelegd. Daarin staan hun namen gegraveerd.

Gunter Demnig, de Duitse kunstenaar en bedenker van deze struikelstenen, kwam 4 oktober 2019 persoonlijk de stenen plaatsen voor fam. Ruben, fam. Van Praag, fam. Rotenberg en fam. Israëls. Hij komt in heel Europa alleen de eerste keer. Als er weer stenen worden geplaatst komt hij niet nog een keer, zoals ook in Diemen is gebeurd: Op 4 febr. 2020 is er nog een steen geplaatst zonder aanwezigheid van kunstenaar Demnig. 

Het waren niet alleen Joden die onderdoken. Ook heel veel mannen die niet in Duitse fabrieken wilden gaan werken deden dat. Op het in huis hebben van onderduikers stonden echter zware straffen. De Duitse politie probeerde voortdurend onderduikers op te sporen en de Nederlandse politie werd vaak gedwongen om daaraan mee te werken. Daarbij werden ze geholpen door Nederlandse nazi’s, die met de Duitse bezetters heulden. Vaak waren die lid van de NSB (Nationaal-Socialistische Beweging). In de ogen van de andere Nederlanders waren het landverraders, die het stempel ‘fout’ kregen. Door de Duitse zoekacties of ‘razzia’s’ moesten onderduikers zich steeds heel goed kunnen verstoppen: onder vloeren, in kasten en soms op hele rare plekken, zoals onder het wegdek van de Schoolstraat, waar een holle ruimte was. Om al die onderduikers van eten en kleren te voorzien was moeilijk, want je kon toen alleen iets kopen met distributiebonnen. Die werden aan de meeste mensen verstrekt, maar nooit aan onderduikers. Want die waren ‘illegaal’. Ze hadden immers naar Duitsland weggevoerd moeten zijn

Joodse kinderen

‘Wat ik nooit zal vergeten, zijn de Joodse kinderen, die ik in Amsterdam ging ophalen. Nogal wat Joodse ouders probeerden namelijk hun kinderen uit te besteden om hen zo aan de ondergang te laten ontkomen. De Diemense kapelaan Van der Bijl had me voor dit moeilijke werk gevraagd. Hij stond weer in contact met dominee Hooyer, die mensen kende, waar deze kinderen naar toe konden. Het was heel naar, vooral het moment waarop ouders en kinderen afscheid van elkaar moesten nemen. Op de fiets bracht ik deze kinderen, die uiteraard geen (Joden)ster droegen, dan naar dominee Hooyer. Het was zeker gevaarlijk, maar je deed het uit naastenliefde. En omdat, als de kapelaan je zoiets vroeg, je dat dan ook deed. Dan denk je niet van: gut, als we daar maar geen problemen mee krijgen.’  Herinneringen van de Diemense koerierster Sien Post (HKD jrg 5-1, 1995).’   

Verzet

Om de mensen met onderduikers te helpen zijn verzetsstrijders voor hen distributiebonnen gaan roven, vooral op gemeentehuizen of distributiekantoren, waar ze lagen opgeslagen. Dat gebeurde vaak door gewapende overvallen. In Diemen wist gemeenteambtenaar Arie Nieuwpoort ze zonder wapens achterover te drukken. Het verzet won geleidelijk aan kracht. Het werd vanuit Engeland over de radio aangemoedigd door Radio Oranje. Het luisteren daarnaar was door de Duitsers verboden. Het verzet werd ook aangemoedigd door de verzetskranten die in steeds grotere aantallen verschenen, zoals Trouw, Het Parool en Vrij Nederland. In Diemen werd bij drukkerij De Wild een tijdlang het blad Vrij Nederland gedrukt. Verzetskranten waren door de Duitse bezetters verboden en wie ze drukte of verspreidde kon zware straffen krijgen. Dat overkwam Andries IJsendijk uit Diemen. Hij werkte bij drukkerij De Wild en werd bijna ter dood veroordeeld, maar overleefde de oorlog in de gevangenis.

Op zee en in de lucht

oor Engeland werd de oorlog tegen nazi-Duitsland voortgezet, op zee en in de lucht. Daar namen ook Nederlandse militairen en zeelieden aan deel. Onder hen zes Diemenaren, zoals de koopvaardijmachinist Gerrit Nico de Zoete, Cornelis Venema (de man van Mettiena, die Joodse onderduikers in huis had) en de marinematroos Jan Bastiaan. De laatste was in november 1941 met een marinevriend en zeven andere mensen (waaronder een Joods echtpaar) in een kleine motorsloep de Noordzee overgestoken. Wat natuurlijk verboden was. Bij het uitvaren in het donker passeerden ze  een Duitse patrouilleboot, die echter geen argwaan koesterde. Onderweg kregen ze ook nog motorpech maar na 68 uur op zee kwamen ze veilig aan in Engeland. De mensen die zo’n levensgevaarlijke tocht ondernamen werden ‘Engelandvaarders’ genoemd. Vanuit Engeland werden door Engelse en Amerikaanse bommenwerpers steeds vaker luchtaanvallen op Duitsland uitgevoerd. Die vlogen ’s nachts in enorme aantallen over Nederland en geregeld ook over Diemen. Door Duits luchtafweergeschut is in 1943 boven Diemen zo’n vliegtuig neergehaald. Voor de omgekomen bemanningsleden zal een bewaard gebleven motor van dit vliegtuig in fort Diemerdam als monument worden opgericht.

Afbraak en honger

Een zware slag trof Diemen in 1943, toen op last van de bezetters de zogenoemde Nieuwe buurt (ten westen van de Raadhuisstraat) moest worden afgebroken. Om militaire redenen werd gezegd. Ongeveer 1/4 van de Diemense bevolking moest toen verhuizen. In de winter van 1944-’45 ontstond in west-Nederland hongersnood. Ook in Diemen raakten mensen ondervoed en vooral kinderen hadden te lijden. Er zijn toen 125 Diemense kinderen naar het Friese Holwerd gebracht, waar de voedselsituatie beter was. Ze zijn daar gastvrij in Holwerdse gezinnen opgenomen. Onder hen ook Henk Teiwes, die op een boerderij belandde. Als hij zich, zo ver van huis, eenzaam en verdrietig voelde dan zocht hij troost bij het boerenpaard Brûne.

Bevrijding

In april 1945 wisten de Engelse, Amerikaanse, Canadese en Russische legers de Duitse verdedigingslinies op heel veel plaatsen te doorbreken. En toen op 5 mei het Duitse leger in Nederland zich overgaf kon Diemen op 8  mei zijn  binnentrekkende bevrijders toejuichen. Overal ging de vlag uit en overal klonk het Wilhelmus!

Verzetskrant in Diemen gedrukt

Verzetskranten als Trouw, Het Parool, De Waarheid en Vrij Nederland spoorden de mensen aan tot verzet. Vrij Nederland begon op 31 augustus 1940 te verschijnen, eerst nog in kleine aantallen op stencil. Vanaf eind 1941 werd het in grote aantallen gedrukt. Eerst in Koudum, Friesland, en vanaf januari 1942 ook in Diemen. Dat gebeurde bij de boekhandel en drukkerij van mevrouw Jeanne de Wild, aan de Ouderkerkerlaan. Haar neef Andries IJsendijk deed het drukwerk. ’s Avonds en ’s nachts liet hij duizenden exemplaren van de pers rollen. Hij deed z’n gevaarlijke werk ‘rustig en zonder veel woorden, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.’ Maar in september 1942 ging het mis. De Duitse politie had argwaan gekregen en bij een inval werd Andries IJsendijk gearresteerd. Tijdens verhoren werd hij zwaar mishandeld, maar toch bleef hij zwijgen zodat de Duitse politie niet te weten kwam met wie hij samengewerkt had. Hij werd ter dood veroordeeld, maar die straf werd toch nog veranderd in tien jaar gevangenis in Duitsland. Hij werd in 1945 bevrijd door het Amerikaanse leger (HKD jrg 11-1, 2001)

De koerierster

‘Als koerierster bracht ik berichten over van Amstelveen naar Diemen. Ik was hiervoor benaderd door kapelaan Van der Bijl. Het ging om allerlei geheime boodschappen, zoals waarschuwingen voor razzia’s en ook wel sabotageopdrachten. Bijvoorbeeld het strooien van kopspijkertjes op de weg, als er een Duits transport werd verwacht.’ Herinneringen van de Diemense koerierster Sien Post (HKD jrg 5-1, 1995)