Onze jongens overzee

Venster 39: Geschreven door Bernadette Verhoef.

Indië verloren, rampspoed geboren.
Direct na de bevrijding in mei 1945 meldden de eerste vrijwilligers zich in Engeland om mee te werken aan de bevrijding van Nederlands-Indië dat bezet was door de Japanners. De Nederlandse regering en legertop waren immers uitgeweken naar Londen. Voordat de eerste militairen konden vertrekken was op 15 augustus 1945 Nederlands-Indië al bevrijd door de geallieerden. Twee dagen later riep Soekarno de onafhankelijke staat Indonesië uit. Nederland wilde de overzeese gebiedsdelen echter behouden. Er ontstond een periode van grote onrust. De Nederlandse regering riep in enkele jaren tijd meer dan 100.000 dienstplichtigen op om ‘orde en vrede’ brengen in de Gordel van Smaragd. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog was Nederland wederom betrokken bij een gewapend conflict.

Voor orde en vrede

Tientallen mannen van hier, geboren tussen 1925 tot 1930, moesten zich melden voor een korte opleiding. Soms kregen zijn hun tropentraining in de Hollandse winter. Zij leerden voornamelijk marcheren en exerceren. Een aantal keren werd er geoefend op een schietbaan. Het waren jongemannen die hun leven net weer hadden opgepakt na de ontberingen van de voorgaande jaren. Weer moesten zij hun werk, hun opleiding, hun sociale leven onderbreken om 6000 kilometer verder te strijden in een volkomen vreemde wereld. Voor sommigen was het de eerste keer dat ze echt van huis waren. De familie bleef achter in onzekerheid of en wanneer zij hun geliefde weer zouden terugzien. Aan de strijd in Nederlands-Indië kwam op 27 december 1949 een einde toen koningin Juliana de onafhankelijkheidsverklaring van de Republiek Indonesië ondertekende.

Na thuiskomst reageerden de Indiëgangers heel verschillend: de een vertelde er vaak over en de ander kon dat niet. Zoveel jaren later resten ons die flarden van verhalen en dozen foto’s, vaak zonder enige duiding.