Prehistorische bodemvondsten

Sporen van jagers en boeren

Tijd van jagers en boeren

Naast de sporen van planten en dieren in de zandafgravingen werden er her en der in Vriezenveen ook sporen van mensen uit de prehistorie aangetroffen. In Vriezenveen en de buurschappen Bruinehaar, De Pollen en Weitemanslanden zijn met name tijdens de ruilverkaveling in de jaren vijftig en zestig talrijke voorwerpen gevonden. Het betreft onder meer een cultusbijl, randhielbijl, bronzen spiraalarmband, zwaardkling en diverse bijlen.

Stenen cultusbijl

In 1957 werd een bijzondere bijl gevonden bij ruilverkavelingwerkzaamheden in het zuidoostelijke veenbekken van Vriezenveen, vlakbij de Weitemanslanden. Hij wordt gedateerd in het Neolithicum (5300-2000 v. Chr.) of de bronstijd (2000-800 v. Chr). In dit gebied zijn meerdere opvallend gave vondsten gedaan uit dezelfde periode, vooral stenen bijlen. Men vermoedt dat deze bijlen bewust als offers in het moeras of de rivier zijn gedeponeerd. Het gebied moet vroeger moeilijk bewoonbaar zijn geweest door venen, moerassen en rivierdalen: mysterieuze plaatsen met spookachtige grondnevels. Niet verwonderlijk dat deze gebieden gezien werden als plekken waar je contact kon maken met de andere wereld. Het geloof van mensen uit het Neolithicum en de bronstijd is giswerk. De Romeinen Tacitus en Caesar waren de eersten die, omstreeks het begin van onze jaartelling, schreven over deze gebieden en hun inwoners. Ook toen offerden de bewoners objecten en soms mensen (denk aan de veenlijken!). Misschien aan Bede, Fimmilene, Thingus of Tanfana; klinkende namen van godinnen en goden rond de jaartelling. Het offeren in veengebieden ging in Nederland door tot in de Middeleeuwen. De ovale bijl, zo'n 13 bij 5 cm groot, is vervaardigd van een kwartsitische steen. Daar waar de scherpe bijlsnede had moeten zitten, zit een stomp uiteinde met butssporen. Aan beide kanten van de bijl is een kuiltje gemaakt, iets wat voor een bijl vrij ongebruikelijk is. Het meest bevreemdend aan deze bijl zijn de zware butssporen waar de snede behoort te zijn. Dit kan verklaard worden door hergebruik op een later tijdstip. Of en wanneer dit secundaire gebruik plaatsvond ‒ in dezelfde periode of de Middeleeuwen ‒ is niet uit te maken. De bijzondere cultusbijl wordt bewaard in het Provinciaal Depot Overijssel te Deventer.

Strijdbijl

In oktober 1969 vond J. Dekker op het erf naast zijn boerderij in Westerhaar-Vriezenveensewijk een omstreeks 4.000 jaar oude strijdbijl die hij liet documenteren en onderzoeken bij het archeologisch centrum in Amersfoort. Naast deze vondst zijn er door de familie nog meer vondsten gedaan, mede doordat er een zandrug achter de boerderij loopt, die in later jaren tevens werd gebruikt als voetpad tussen het klooster in Sibculo in de richting van het dorp Lemele. In privébezit heeft men onder andere nog een stenen schraapmes en een vuistbijl van 14 cm lang.

Fels Rechteckbeil

Het Historisch Museum Vriezenveen beschikt over twee bijlen van het type Fels Rechteckbeil. Deze hamerbijlen werden gebruikt door boeren bij het ontginnen van landbouwgrond. Beide bijlen werden gevonden tijdens de grootschalige ruilverkaveling in de 20ste eeuw. Over de bewoning van de moerasgebieden voor het jaar 1000 is weinig bekend. De vondst van deze bijlen laat zien dat de moerassen toch al bewoond zijn geweest.

Bronzen spiraalarmband met kraal

In museum Twentse Welle in Enschede bevindt zich een bijzondere bronzen armband,die werd gevonden in de omgeving van de Kooyplas ten zuiden van de buurschap De Pollen. Aan elk der zijkanten van de windingen bevinden zich vier groepjes van drie dwarsindrukjes. De diameter van de armband is 8,25 cm. Over de dubbele draad is een kobaltblauwe kraal geschoven met witte en gele versiering. De armband wordt door deskundigen gedateerd in de IJzertijd (800−12 v. Chr.).