Anascete

Ontstaan als grensplaats

Tijd van steden en staten

Het wapen van Enschede beeldt met een "slaghek" de ligging aan de grens tussen Nederland en Duitsland uit. In het oosten en zuiden vormde Enschede vanouds de grens tussen het bisdom Utrecht (gesticht in 695) en het bisdom Munster (gesticht in 793. Er lagen daar uitgestrekte veengebieden als natuurlijke grenzen. In de jaren 843-870 vormde deze grens ook de scheiding tussen het Lotharingse en het Oost-Frankische rijk. Toen in de 11de eeuw in beide bisdommen de bisschop ook werd aangesteld als leenman van de Duitse keizer, had de grens behalve een kerkelijke opnieuw een staatkundige betekenis. Gesproken wordt dan over prinsbisdommen en prinsbisschoppen. De ligging van Enschede aan de grens heeft mogelijk ook geleid tot de plaatsnaam "Anescethe" die in 1119 voor het eerst in een document voorkomt. De naam zou uitgelegd moeten worden als "aan de scheiding". Er wordt echter ook gesteld dat "Anescete" zou betekenen "aan de es gelegen".

Twee doorgangen

De grens is hier in de loop van eeuwen niet gewijzigd. Ze loopt door moerassig gebied: namen als Aamsveen, Witteveen en Haaksbergerveen geven dat al aan. Er zijn twee belangrijke overgangen geweest tussen beide bisschoppelijke gebieden. Er moet een voorde (doorwaadbare plaats) in de Glanerbeek zijn geweest, mogelijk bij het erf Schipholt in Glanerbrug. Later werd de Glanerbrug in de belangrijke handelsroute naar Munster, door de stadsbesturen van Enschede en Munster gezamenlijk onderhouden. Bij de Knallhütte loopt een weg over de stuwwal in de richting Alstätte.
In de 9de en 10de eeuw lag er bij het Aamsveen, niet ver van de tegenwoordige Hölterhof, een walburg, een versterking. Ze lag op de plek waar een belangrijke landweer (verdedigingslinie) in het Aamsveen begon. Nadere bijzonderheden zijn daarover niet bekend.

Wigboldstenen

De vijf marken van Enschede vormden in kerkelijke termen een parochie of kerspel. Hetzelfde gebied vormde ook het richterambt Enschede binnen het (latere) drostambt Twente. In de marken gold het landrecht. Binnen het richterambt kende de stad Enschede na 1325 een eigen vorm van rechtspraak, het stadrecht. De grens tussen die twee rechtsgebieden werd met wigboldstenen aangegeven (herplaatst in 2008). Zowel het stad- als het landrecht was afgeleid van de Lex Saxonum, het door Karel de Grote ingevoerde rechtsstelsel.

Marke- en loakstenen

Het richterambt Enschede grensde in het noorden aan dat van Oldenzaal, in het westen aan het rechtsgebied Delden en in het zuidwesten aan dat van Haaksbergen, dat een eigen drostambt vormde. De grenzen tussen al deze gebieden werden in de loop van de tijd ook afgebakend met stenen of palen. Marke- of loakstenen geven ook nu nog de grenzen tussen de vroegere marken aan.

Grenspalen

Aan de tegenwoordige rijksgrens staan genummerde grenspalen, aangevuld met hulpstenen.
De rijksgrens is ‒ na de totstandkoming van de Republiek der Verenigde Nederlanden in 1648 ‒ vastgelegd in een overeenkomst tussen de Staten van Overijssel en het prinsbisdom Munster.
De oorspronkelijk houten palen zijn in 1773 vervangen door stenen exemplaren (momenteel 82 stuks). In 1816 werd een grensverdrag gesloten tussen het nieuwe Koninkrijk der Verenigde Nederlanden en het koninkrijk Pruissen.